35 334 Problematiek rondom stikstof en PFAS

Nr. 255 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 mei 2023

Met deze brief informeer ik u over de voortgang van de motie van mevrouw Hagen (D66) waarin de regering wordt verzocht om de juridische mogelijkheden te onderzoeken waarmee chemiebedrijf 3M (Zwijndrecht in Vlaanderen) verantwoordelijk gesteld kan worden door de PFAS-schade in de Westerschelde en deze (waar mogelijk) samen met Vlaanderen te verhalen. Tegelijkertijd geef ik hiermee invulling aan de op 2 februari jl. (Kamerstuk 35 334, nr. 230) gedane toezegging om de Kamer de informeren over de uitvoering van de motie1.

In de afgelopen jaren is gebleken dat het bedrijf 3M voor een lange periode PFAS geloosd heeft op het oppervlaktewater. Door de jarenlange lozingen is schade ontstaan. Omdat het belangrijk is om vervuilende bedrijven aan te pakken is besloten 3M aansprakelijk te stellen. De Landsadvocaat heeft daarom een brief gestuurd waarmee het bedrijf officieel aansprakelijk wordt gesteld voor alle schade die de Staat lijdt en in de toekomst nog zal lijden.

Dit is een belangrijke eerste stap waarmee 3M verantwoordelijk wordt gehouden voor de PFAS-lozingen. Op dit moment worden de te nemen vervolgstappen verder uitgewerkt. Ik kan hier in deze brief verder niet op ingaan omdat dit de positie van de Staat kan schaden. Zodra er meer bekend is en er stappen zijn ondernomen die openbaar gedeeld kunnen worden, wordt u als vanzelfsprekend op de hoogte gesteld.

Daarnaast heeft 3M het ministerie al enige tijd terug uitgenodigd voor een gesprek. Deze uitnodiging is geaccepteerd, en in dat gesprek wil ik ook de aansprakelijkheidsstelling bespreken.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers


X Noot
1

Kamerstuk 30 175, nr. 402.

Naar boven