35 334 Problematiek rondom stikstof en PFAS

Nr. 155 MOTIE VAN HET LID BISSCHOP

Voorgesteld 24 juni 2021

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in het kader van het fosfaatrechtenstelsel is gekozen voor een beperkte knelgevallenregeling en dat in de rechtspraak de toetsing op een individuele disproportionele last stringenter is uitgevoerd dan gedacht;

overwegende dat sprake is van verschillende schrijnende situaties waarbij onder meer bedrijven onomkeerbare financiële verplichtingen zijn aangegaan voor duurzame melkveestallen, maar het onderliggende verdienmodel niet kunnen realiseren door weinig toekenning van fosfaatrechten;

overwegende dat door de commissie-Kalden en in een interne nota van het betrokken ministerie oplossingsrichtingen zijn aangegeven voor genoemde bedrijven met onomkeerbare financiële verplichtingen, maar dat deze nog niet zijn gerealiseerd;

overwegende dat vanuit de rechtspraak kanttekeningen worden gezet bij de voorzienbaarheid van de invoering van het fosfaatrechtenstelsel met 2 juli 2015 als peildatum;

overwegende dat de mestproductie onder het nationale fosfaat- en stikstofplafond ligt;

van mening dat mede gelet op de conclusies van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag financiële compensatie dan wel een gedeeltelijke ontheffing van het fosfaatrechtenstelsel via bijvoorbeeld artikel 38 van de Meststoffenwet, zoals in enkele gevallen inmiddels is verleend, voor genoemde schrijnende gevallen gewenst is;

verzoekt de regering, een voorstel voor gedeeltelijke ontheffing dan wel financiële compensatie voor de genoemde schrijnende gevallen aan de Kamer voor te leggen teneinde de onevenredige last weg te nemen en faillissementen te voorkomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Bisschop

Naar boven