35 300 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2020

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 161 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 mei 2020

De (73ste) World Health Assembly (WHA73) zou dit jaar plaatsvinden van 17-21 mei. Omdat een «gewone», fysieke bijeenkomst in Genève niet mogelijk is vanwege Covid-19, is nu gekozen voor het splitsen van WHA73 in twee delen. Op maandag 18 en dinsdag 19 mei zal het eerste deel van de WHA per video plaatsvinden.

Het tweede deel zal later dit jaar, indien mogelijk, fysiek plaatsvinden (data nog niet bekend).

Het belangrijkste onderwerp dat volgende week tijdens het eerste deel van WHA73 aan de orde zal komen is, vanzelfsprekend, Covid-19. Daarnaast zal de WHA enkele besluiten nemen die samenhangen met de gewijzigde opzet van de 73ste WHA. Ook zullen nieuwe leden van de WHO Executive Board worden benoemd.

Bij het beantwoorden van de vraag van de leden Ellemeet en Van Ojik van uw Kamer over de Nederlandse inbreng tijdens de WHA, beperk ik mij in het navolgende geheel tot de inbreng van Nederland met betrekking tot Covid-19.

De Nederlandse inbreng in de besluitvormende gremia van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), zoals de jaarlijkse World Health Assembly, vindt zoveel mogelijk plaats in gezamenlijkheid met de overige lidstaten van de Europese Unie (EU). Waar mogelijk spreekt de EU met één mond, nadat tevoren gezamenlijke EU-posities tot stand zijn gekomen.

De EU heeft het initiatief genomen tot een WHA-resolutie over het bestrijden van de Covid-19-pandemie. Binnen de EU is overeenstemming bereikt over een conceptresolutietekst. Kern hiervan is het onderstrepen van het belang van internationale, multilaterale samenwerking bij het bestrijden van de pandemie. Cruciale punten hierbij zijn de ontwikkeling, productie en eerlijke verdeling van noodzakelijke medische producten (vaccins, geneesmiddelen enz.) en het benadrukken van de rol van de WHO hierbij. Deze elementen vormen voor Nederland een belangrijke inzet voor de WHA op 18 mei.

Als belangrijke donor van de WHO hechten we zeer aan internationale samenwerking bij het bestrijden van de huidige pandemie en de rol van de WHO hierbij.

De door de EU opgestelde conceptresolutie is aan alle lidstaten (en het Secretariaat) van de WHO voorgelegd met de bedoeling er (ruim) vóór overeenstemming over te bereiken, waarna de resolutie op 18 mei door de WHA bij acclamatie zou worden aangenomen. Zover is het bij het afronden van deze brief helaas nog niet. De onderhandelingen over de resolutietekst verlopen moeizaam, mede als gevolg van de inzet van een aantal lidstaten die hierbij een zeer politieke benadering kiezen. Op dit moment valt dan ook niet met zekerheid te zeggen of de WHA een resolutie over de bestrijding van de Covid-19-pandemie zal kunnen aannemen. Nederland spant zich hiervoor, samen met de EU-partners, maximaal in en is van mening dat de WHA een technisch forum moet blijven en geen politieke.

Daarnaast is Nederland in gesprek met het WHO-secretariaat en Costa Rica over het initiatief om een patent pool voor relevante Covid-19 technologieën op te zetten. Costa Rica en de WHO hebben recent een concreet voorstel gedaan en de discussie hierover loopt nog. Nederland is van mening dat een dergelijk initiatief alleen meerwaarde heeft, wanneer een groot aantal landen hieraan mee wil doen. Nederland is daarom in contact met verschillende landen om hen hierbij te betrekken. Het is op dit moment nog niet duidelijk welke landen het initiatief zullen willen ondersteunen. Inhoudelijk is Nederland van mening dat private partijen een belangrijke rol spelen bij het vinden en produceren van een mogelijk vaccin. Deze partijen moeten nadrukkelijk worden uitgenodigd om op vrijwillige basis mee te doen aan een dergelijke pool. Hen hiertoe dwingen kan leiden tot een afname van noodzakelijke private investeringen, welke van belang zijn bij het vinden van een vaccin.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

Naar boven