Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 maart 2020
Uw Kamer heeft gevraagd om een reactie op het initiatief van een zestigtal organisaties
die mij op 14 januari jl. na een zogeheten Kring-Loop vanuit Delfgauw naar Den Haag
een 10-stappenplan over een natuurinclusieve landbouw hebben aangeboden (Handelingen II
2019/20, nr. 40, item 7). Hierbij mijn reactie.
De 60 organisaties sporen het kabinet aan om «forse stappen richting natuurinclusieve
kringlooplandbouw» te zetten, onder het motto «de beste kortetermijnoplossing is een
langtermijnbeleid». In het stappenplan herken ik veel van de ambities van het kabinet
en ook veel van de acties en maatregelen die in het Realisatieplan voor de LNV-visie
zijn opgenomen (Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 76).
Het ontwikkelen van een langetermijnvisie en het daarmee bieden van perspectief aan
agrarisch ondernemers, zodat zij vanaf vandaag weer vooruit kunnen omdat zij weten
welke kant het uit moet, was ook mijn motivatie om in 2018 de LNV-visie Waardevol en verbonden uit te brengen (Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 5). Vandaar dat ik in die visie heb aangegeven dat de uitdagingen op het gebied van
klimaat, biodiversiteit, bodem-, water- en luchtkwaliteit, de omgang met de landbouwhuisdieren
en de aantrekkelijkheid van ons landschap integraal moeten worden aangepakt. Daarover
ben ik het dus met de Kring-Loop eens. Ik onderschrijf daarbij ook de twee noodzakelijke
voorwaarden om de omslag naar kringlooplandbouw te kunnen maken die in het 10-stappenplan
worden genoemd: er moet een duidelijke «stip op de horizon» staan en er moet economisch
perspectief worden geboden aan alle belanghebbenden.
Het concreter maken van de stip de horizon die in de LNV-visie staat omschreven, zal
inderdaad gaan helpen om meer boeren te steunen. Het realisatieplan voor de Visie
geeft hier al invulling aan. Ik werk daar ook volop verder aan, bijvoorbeeld met klimaat-
en stikstofdoelen en met het concreet maken van doelen in de vorm van een set kritische
prestatie-indicatoren waarmee integraal het bereiken van maatschappelijke opgaven,
zoals in de visie genoemd, kan worden gestimuleerd. Over dit laatste verwacht ik uw
Kamer het komend voorjaar nader te kunnen informeren.
Het 10-stappenplan vat ik op als enerzijds een aanmoediging om door te gaan op de
ingeslagen weg, zoals kritisch kijken naar belemmerende wet- en regelgeving, zorgen
voor betere vertaling van kennis naar de praktijk van het boerenerf, met onder meer
onafhankelijke coaches en het ontwikkelen van beloningen voor boeren die «de goede
dingen» doen. Anderzijds lees ik het plan als een oproep aan het kabinet om durf en
daadkracht te blijven tonen om de beweging naar kringlooplandbouw te blijven aanjagen.
Daarbij komt het er op aan dit in goede verstandhouding te doen met boeren en andere
maatschappelijk betrokkenen, zodat draagvlak dat er is niet verloren gaat, maar juist
groeit. Daarbij is het bemoedigend het geluid te horen van boeren die de weg vooruit
zien en inslaan; hen wil ik daarbij graag ondersteunen.
Met een delegatie van deze groep maatschappelijke organisaties heb ik inmiddels onlangs
gesproken over hun ideeën hiervoor, waarbij we de afspraak hebben gemaakt over een
aantal actuele onderwerpen met elkaar nader in gesprek te gaan, zoals belemmerende
wet- en regelgeving en concrete doelen. En ik heb hen uitgedaagd mij te blijven volgen
en waar nodig en waar mogelijk te wijzen op kansen om extra stappen te zetten.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten