35 300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2020

T MOTIE VAN HET LID BACKER C.S.

Voorgesteld 10 maart 2020

De Kamer,

gehoord de beraadslagingen,

overwegende, dat door de nauwe binding tussen wetgever en bestuur, tussen controleur en gecontroleerde, de burger voor zijn recht meer afhankelijk is geworden van de bescherming die de onafhankelijke rechter biedt;

constaterende, dat de verbetering van de rechtsbescherming die wetgever en bestuur aan individuele burgers bieden, gebaat kan zijn bij het terugkoppelen van de ervaringen van de rechter met de resultaten van wet- en regelgeving en met het functioneren van het bestuur;

spreekt uit dat het wenselijk is om voorlichting aan de Raad van State te vragen om aan te geven hoe – met in achtneming van de verschillende rollen in de trias politica – de kwaliteit van de rechtsbescherming voor de individuele burger door wetgever, bestuur en rechter gezamenlijk kan worden versterkt,

en gaat over tot de orde van de dag.

Backer

Bikker

Dittrich

Veldhoen

Baay-Timmerman

Bredenoord

Rombouts

Stienen

Otten

Naar boven