35 300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2020

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 116 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID, VOOR RECHTSBESCHERMING EN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 april 2020

De maatregelen die door het kabinet zijn getroffen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan zijn ingrijpend, ook voor de diverse organisaties in de justitie- en veiligheidsketen. In verschillende brieven hebben wij uw Kamer de afgelopen weken geïnformeerd over de maatregelen die binnen de keten worden getroffen om er voor te zorgen dat de werkzaamheden – met inachtneming van de afgekondigde adviezen en maatregelen – zo goed mogelijk doorgang kunnen vinden. Zo heeft u recent brieven ontvangen over maatregelen in de asielketen, bij de politie, het Openbaar Ministerie (OM) en de rechtspraak en in het gevangeniswezen.1 Vanaf heden streven wij er naar uw Kamer periodiek zoveel als mogelijk met een verzamelbrief te informeren over de voortgang van de JenV-maatregelen en eventuele nieuwe gevolgen voor de JenV-domeinen die aan het licht komen.

Spoedwet COVID-19

Als gevolg van de uitbraak van het coronavirus is het wenselijk gebleken om met spoed enkele (tijdelijke) wettelijke maatregelen te treffen om de continuïteit van het rechtsverkeer te waarborgen. Daartoe hebben wij een voorstel voor een Spoedwet COVID-19 Justitie en Veiligheid in voorbereiding genomen. Dit wetsvoorstel is op vrijdag 3 april jl. door de ministerraad aanvaard en is diezelfde dag met een verzoek om spoedadvies aangeboden aan de Afdeling advisering van de Raad van State. Het wetsvoorstel is op 8 april jl. aan uw Kamer aangeboden (Kamerstuk 35 434).

Bestaande wetgeving biedt al veel ruimte om, ook binnen de rechtspleging, praktische problemen op te lossen die het gevolg zijn van de uitbraak van COVID-19 en de beperkende maatregelen die naar aanleiding van deze uitbraak zijn getroffen. Waar bestaande wetgeving die ruimte niet laat, en de continuïteit van het rechtsverkeer in gevaar dreigt te komen, wordt met de spoedwet beoogd te voorzien in nieuwe (tijdelijke) wettelijke maatregelen. Met de spoedwet wordt het onder andere mogelijk om tijdelijk vaker elektronische communicatiemiddelen in te zetten bij zittingen in rechtszaken in zowel het strafrecht, het burgerlijk recht als het bestuursrecht. Ook wordt het tijdelijk mogelijk om via audiovisuele communicatiemiddelen bepaalde notariële akten, zoals testamenten, tot stand te brengen. Gelet op het belang van het waarborgen van de continuïteit van het rechtsverkeer hopen wij op de spoedige behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer en Eerste Kamer.

Grenstoezicht

De afgelopen dagen heeft de Koninklijke Marechaussee (KMar) gemonitord op de verkeerstromen met de landsgrenzen tussen Nederland en Duitsland en Nederland en België. De genomen maatregelen, waaronder de oproep nu niet als toerist naar Nederland te komen, lijken effect te hebben. Dit is reden om vooralsnog de ingezette aanpak te continueren en op dit moment nog niet tot verdere versterking van het grenstoezicht aan de landgrenzen met Duitsland en België over te gaan.

De KMar bouwt tevens de samenwerking met de Duitse collega’s verder uit en zet in op opschaling van de Gemeinzame Polizei Teams (GPTs) richting de Paasdagen, om actief de reizigersstromen te monitoren en niet-essentiële reizen te ontmoedigen waar mogelijk. De Europese Commissie heeft op 8 april aan de lidstaten voorgesteld om het inreisverbod voor reizigers van buiten Schengen/EU/VK tot 15 mei a.s. te verlengen. In Nederland zal met de implementatie hiervan gestart worden nadat de termijn van het huidige inreisverbod (17 april a.s.) is verlopen.

Migratieketen

De internationale en nationale maatregelen en de absolute noodzaak om verspreiding van het coronavirus te beperken, maakte het vanaf 15 maart jl. onmogelijk het asielproces volledig in stand te houden. Op 20 maart jl. is uw Kamer geïnformeerd over de nadere uitwerking van een aantal maatregelen die vanwege het virus zijn genomen in de asielketen.2 Deze maatregelen zijn noodzakelijk, omdat de asielprocedure gepaard gaat met een groot aantal contactmomenten en met een behoorlijk aantal verplaatsingen van personen door het hele land. Deze maatregelen worden voortgezet. Tegelijkertijd wordt op dit moment bezien welke activiteiten op een verantwoorde manier kunnen worden opgestart en uitgebreid, bijvoorbeeld door gebruik te maken van digitale middelen. Op 1 april 2020 heeft uw Kamer, middels het verslag van een schriftelijk overleg, een groot aantal vragen gesteld over de uitwerking van de maatregelen in de asielketen met betrekking tot het coronavirus. Uw Kamer zal op korte termijn de uitgebreide beantwoording bij separate brief ontvangen. In deze brief wordt u over een aantal onderwerpen alvast geïnformeerd.

Noodonderdak

De maatregelen rondom noodonderdak, waarover u op 20 maart jl. per brief bent geïnformeerd, zijn ongewijzigd. Asielzoekers die een eerste asielaanvraag willen indienen kunnen zich voor onderdak melden in Ter Apel, waarna zij na voorregistratie en een medische controle worden overgebracht naar de noodonderdaklocatie in Zoutkamp. De toestroom van asielzoekers is inmiddels, mede gezien de reisbeperkingen in Europa, zeer beperkt. Op dinsdag 7 april maakten ongeveer 190 personen gebruik van de locatie. Enkele tientallen personen hebben de noodonderdaklocatie in de afgelopen weken vrijwillig verlaten. In eerste instantie was er plaats voor 300 personen maar door de tussentijds aangescherpte corona maatregelen is dit aantal verlaagd tot 210. Gezien de verwachting dat de maximale capaciteit van deze locatie toch zal worden bereikt, is inmiddels begonnen met de verkenning van een tweede locatie. Hoewel er weinig uitstroom bij het COA is, vindt die nog wel plaats. Bezien wordt dus ook of op verantwoorde wijze mensen uit het noodonderdak door kunnen stromen naar het COA.

Opvang COA

Tot dinsdag 7 april waren in totaal vijf bewoners op COA-locaties positief getest op het coronavirus. Indien bij een bewoner een vermoeden van besmetting is of een besmetting wordt vastgesteld, dan wordt gewerkt volgens het protocol dat het COA met GZA, GGD en RIVM heeft opgesteld. De betreffende persoon wordt in dat geval in quarantaine geplaatst. Elke COA-locatie heeft een lokaal draaiboek gemaakt met daarin aandacht voor het inrichten van een quarantaineplek op de locatie. Op de meeste locaties is het mogelijk om (een beperkt aantal) quarantaineplekken in te richten. Er zijn echter ook locaties waar geen, of slechts één quarantaineplek beschikbaar kan worden gemaakt. De verschillen tussen locaties worden bepaald door lokale omstandigheden, waaronder de bebouwing, de bezetting op de locatie en in mindere mate de samenstelling van de bewonerspopulatie. Als vanwege besmetting met corona verblijf op de huidige locatie niet mogelijk is, wordt in overleg met de GGD en de Veiligheidsregio gezocht naar een alternatief. Indien de medische toestand dit vereist, wordt de bewoner opgenomen in het ziekenhuis.

Asielprocedure

De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) heeft in eerste instantie de gehoren in het asielproces moeten stilleggen (behoudens de gehoren in de grensprocedure). Dit heeft als gevolg dat in een aanzienlijk deel van de asielprocedures na 15 maart geen voortgang kon worden gemaakt. In zaken waar dat mogelijk is vindt besluitvorming plaats. De IND heeft ten aanzien van asiel vooral ingezet op het beslissen op aanvragen waarin al een gehoor had plaatsgevonden.

Daarnaast heeft de IND de afgelopen periode onderzocht wat de mogelijkheden zijn ten aanzien van telehoren. Dit heeft erin geresulteerd dat vanaf deze week gestart is met de implementatie van telehoren in lopende asielzaken. Dit begint op relatief kleine schaal, waardoor eventuele technische en logistieke uitdagingen ondervangen kunnen worden voordat het telehoren breder wordt uitgerold. Het doel is om de komende weken het telehoren in lopende asielzaken steeds verder op te schalen. De ambitie is om over een aantal weken, in ieder geval zolang de coronamaatregelen van kracht zijn, het aantal gehoren dat op deze wijze plaatsvindt, op hetzelfde niveau te brengen als het aantal gehoren dat plaatsvond voor de coronacrisis.

Voor wat betreft de asielaanvragen die aan de buitengrenzen worden gedaan, in het bijzonder de luchthaven Schiphol, is in de brief van 20 maart aan uw Kamer bericht dat deze aanvragen nog steeds, met uitzondering van gezinnen en minderjarigen, in de grensprocedure worden afgedaan. Hierbij hanteert de IND een langere rust- en voorbereidingstijd. Bij de fysieke gehoren worden de richtlijnen van het RIVM in acht genomen.

Overdracht Dublin

In de brief van 20 maart jl. is aangegeven dat tijdelijk alle in- en uitgaande Dublinoverdrachten opgeschort worden, deze maatregel is verlengd tot en met 28 april. Dat houdt in dat in ieder geval tot en met 28 april geen asielzoekers vanuit andere EU-lidstaten aan Nederland en vice versa zullen worden overgedragen in het kader van de Dublinverordening.

Bewaring

De politie, de KMar en de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) gaan uiterst terughoudend om met nieuwe inbewaringstellingen van vreemdelingen. Hierbij wordt rekening gehouden met de huidige tijdelijke uitzettingsbeletselen, maar ook met zwaarwegende maatschappelijke belangen om de bewaring op te leggen of te continueren. Van dit laatste is onder meer sprake in geval van vreemdelingen met zware criminele antecedenten of overlastgevers. Verder geldt dat de bewaringen van vreemdelingen die – vaak door het niet verlenen van (volledige) medewerking – nog niet beschikken over geldige reisdocumenten in beginsel langer kunnen voortduren. In deze zaken dienen eerst de identiteit en nationaliteit van de vreemdeling vastgesteld te worden. Eventuele tijdelijke uitzettingsbeletselen spelen dan nog geen rol, omdat de effectuering van het gedwongen vertrek in die fase nog niet aan de orde is.

Rechtspraak in het Caribisch deel van het Koninkrijk

Het Gemeenschappelijk Hof heeft maatregelen genomen in verband met het coronavirus, waarbij als uitgangspunt geldt dat de rechtspraak zoveel mogelijk gewaarborgd dient te worden, terwijl tegelijkertijd rekening moet worden gehouden met risico’s van verspreiding van het virus. Binnen het Hof zijn crisisteams samengesteld die de wereldwijde en lokale ontwikkelingen volgen en de consequenties daarvan voor het Hof formuleren, daarop beleid en richtlijnen vaststellen en de dagelijkse communicatie aan de medewerkers verzorgen.

Uitgangspunt voor medewerkers van het Hof is thuis werken, tenzij het voor het vervullen van de functie absoluut noodzakelijk is naar kantoor te komen. Er is slechts een minimale bezetting op het Hof op de vestigingen Aruba, Bonaire en Curaçao op basis van een piketregeling. Voor Sint Maarten geldt dat er helemaal geen medewerkers meer op de Courthouse zijn, behalve in geval van een emergency als bedoeld in het Landsbesluit waarin de noodtoestand is afgekondigd. Bij gezondheidsklachten moet men in ieder geval thuis blijven. Men wordt bij het thuiswerken zoveel mogelijk gefaciliteerd. Dienstreizen, grote bijeenkomsten en cursussen zijn tot nader order afgelast.

Er worden alleen urgente zittingen gehouden (bijvoorbeeld (uitspraken in) strafzaken, kort gedingen, voorlopige voorzieningen en onder toezichtstellingen). Het centrale crisisteam beziet op dit moment welke van de andere zaken de meeste prioriteit hebben. Alle zittingen vinden digitaal of telefonisch plaats.

Indien al een openbare zitting plaatsvindt, dan wordt, behalve leden van de pers, geen publiek toegelaten. Advocaten, bezoekers en pers die aanwezig moeten zijn bij de behandeling van een spoedeisende zaak worden tot het gebouw toegelaten mits ze geen symptomen van het Coronavirus vertonen. Er vinden geen fysieke zittingen meer plaats op Sint Maarten.

De loketten van de vestigingen Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn tot nader order voor het publiek gesloten. Het loket van de vestiging Bonaire is in de ochtend geopend. Het publiek is via een persbericht verzocht alleen voor spoedeisende zaken naar de balie van het Gerecht te komen. Er is een wachtrij-beperking bij het loket en een beperking aangaande de hoeveelheid personen die tegelijkertijd in de wachtruimte mogen. Verzoeken kunnen per mail worden ingediend. Alle andere zaken kunnen via e-mail of telefonisch worden afgehandeld.

Via de website van het Hof is nader uitgelegd wat wordt verstaan onder urgente zaken en is ook nadere informatie gegeven over het indienen van processtukken in de verschillende rechtsgebieden. De maatregelen die tot nu toe zijn genomen gelden tot nader order.

Jeugdbescherming

De jeugdbescherming staat voor de uitdaging om de veiligheid van kinderen te waarborgen onder de huidige omstandigheden. Door de crisis kunnen spanningen binnen gezinnen oplopen. Om continuïteit in de jeugdbescherming te borgen lopen de werkzaamheden vanuit de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) en Gecertificeerde Instellingen (GI’s) zo veel mogelijk door. De RvdK en gecertificeerde instellingen houden zo goed en zo vaak mogelijk contact met de kinderen en gezinnen, via bijvoorbeeld skype of (video-)bellen. Alleen bij spoedzaken- en procedures vinden fysieke contacten plaats. Bij de GI’s gebeurt dat bijvoorbeeld bij spoedmeldingen bij lopende OTS (Onder Toezichtstellingen), maar ook als het niet lukt om via videobellen contact te krijgen met het gezin. Bij de RvdK betreft het vooral de VOTS (voorlopige ondertoezichtstelling) met uithuisplaatsing en IVS (In Verzekering Stelling ofwel vroeghulp).

Spoedprocedures vinden onverminderd doorgang en worden uitgevoerd. De RvdK zorgt voor voldoende capaciteit binnen de spoedteams. Ondanks geluiden van toenemende druk op gezinnen signaleren zowel de GI’s als de RvdK vooralsnog geen toename van spoedzaken. Aandachtspunt voor de GI’s en RvdK is de beschikbaarheid van testen en beschermingsmaterialen, die noodzakelijk kunnen zijn bij spoedsituaties waar 1,5 meter afstand houden vaak niet mogelijk is. De sector is betrokken bij de gesprekken die hierover gevoerd worden onder coördinatie van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Overig

Erediensten

In de debatten over de ontwikkelingen rondom het coronavirus van 12 maart (Handelingen II 2019/20, nr. 63, Debat over de bestrijding van het coronavirus) en 1 april jl. (Handelingen II 2019/20, nr. 66, Debat over de ontwikkelingen rondom het coronavirus) is met uw Kamer gesproken over het naleven van de coronamaatregelen, in het bijzonder het verbod op samenkomsten, door geloofsgemeenschappen. Daarin is aangegeven dat de geloofsgemeenschappen zelf reeds verantwoordelijkheid nemen om de maatregelen na te leven, zoals het zo veel mogelijk online samenkomen. Op verzoek van uw Kamer is toegezegd dat de Minister van Justitie en Veiligheid in contact treedt met de geloofsgemeenschappen om toelichting te geven waarom de ingrijpende maatregel van het verbieden van samenkomsten genomen moet worden en te benadrukken dat het niet de bedoeling is om de bovengrens van 30 personen op te zoeken.

De Minister van Justitie en Veiligheid houdt nauw contact met de koepelorganisaties van verschillende kerkgenootschappen (Interkerkelijk Contact in Overheidszaken, Contactorgaan Moslims en Overheid, Hindoeraad, Boeddhistische Unie). Kort nadat de maatregel verbod op samenkomsten was afgekondigd hebben de koepelorganisaties na overleg met de Minister van Justitie en Veiligheid in een verklaring aangegeven dat zij de komende tijd zo veel mogelijk online en in een zo klein mogelijke setting bij elkaar zullen komen. Afgelopen week is bekend geworden dat een enkele kerk nog wel de grenzen van de maatregelen heeft opgezocht. Daarop heeft er overleg plaatsgevonden tussen de Minister van Justitie en Veiligheid en de vertegenwoordigers van deze kerken en zijn de betreffende kerken hierop aangesproken door hun kerkelijke vertegenwoordiger met de dringende oproep om de kerkdiensten zo klein als noodzakelijk wordt geacht te houden. Daarbij is aangegeven dat het genoemde aantal van 30 personen bedoeld is als maximum voor bijzondere diensten, zoals een uitvaart, niet als streefgetal voor reguliere diensten. De Minister van Justitie en Veiligheid blijft, in zijn rol als Minister voor de erediensten, in contact met de geloofsgemeenschappen hierover.

Uitstel ISIDOOR 2020

Het coronavirus heeft ook gevolgen voor de voorbereiding en invulling van ISIDOOR 2020. Zoals bekend bij uw Kamer zou deze nationale cyberoefening dit jaar voor de derde keer worden gehouden, op 23, 24 en 25 juni.3 Door de maatregelen ter bestrijding van het coronavirus worden de deelnemers echter beperkt in de inzet die zij zouden moeten leveren in de voorbereiding en deelname. Binnen de betrokken partijen zijn met name de onderdelen van de crisisstructuur betrokken bij een oefening als deze. U zult begrijpen dat zij op dit moment al hun tijd en aandacht nodig hebben voor het bestrijden van de coronacrisis. Daarnaast is het op dit moment onmogelijk om fysiek bij elkaar te komen voor voorbereidingsbijeenkomsten. De gewenste kwaliteit van de oefening kan daardoor niet gegarandeerd worden. Daarom is besloten om ISIDOOR 2020 uit te stellen tot een nader te bepalen datum in 2021. Dit betekent dat de oefening in juni 2020 niet doorgaat.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

Naar boven