Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 augustus 2020
Tijdens het Algemeen Overleg MIRT op 25 juni jl. (Kamerstuk 35 300 A, nr. 115) heeft de Vaste Kamercommissie voor Infrastructuur en Water mij gevraagd de conclusies
en daarbij behorende argumenten van Rijkswaterstaat op het SUUNTA rapport aan uw kamer
toe te sturen.
In september 2019 is de door bureau SUUNTA, in opdracht van de Kerngroep Ring Utrecht
(KRU) onderzochte variant aan mijn ministerie aangeboden. Hierop heeft de Kerngroep
in oktober 2019 een reactie ontvangen, nadat deskundigen binnen Rijkswaterstaat de
verkeersveiligheid en de technische maakbaarheid/inpasbaarheid van de variant hebben
beoordeeld.
De door SUUNTA onderzochte variant bevat qua verkeersveiligheid diverse ongewenste
situaties. De belangrijkste bevindingen zijn dat in de SUUNTA variant op delen van
het tracé sprake is van smalle rijstroken en er vluchtstroken ontbreken. Daarnaast
ontbreekt de bermbeveiliging in de tussenberm, de rijbanen zijn hierdoor niet fysiek
van elkaar gescheiden door een geleiderail. Tevens is in de buitenberm de noodzaak
van het toepassen van barriërs i.p.v. de gewenste flexibele geleiderail1. Ook zijn de lengtes voor het samenvoegen van verkeer te kort. Als laatste bevinding
wordt gewezen op een ongewenst weefvak in de boog van knooppunt Lunetten waardoor
er onvoldoende zicht op de mede weggebruikers ontstaat. De opeenstapeling van bovengenoemde
ongewenste veiligheidsissues leidt tot de conclusie dat de variant als geheel als
onvoldoende verkeersveilig wordt beschouwd.
Naast de bevindingen op verkeersveiligheid, zijn er ook bevindingen gedaan op de maakbaarheid
/ inpasbaarheid. Het rapport van SUUNTA is een verkeerskundig advies waarbij niet
is gekeken of het civieltechnisch maakbaar is. In het advies wordt bijvoorbeeld uitgegaan
van een theoretische breedte van de bakconstructie. In deze theoretische benadering
wordt er geen rekening gehouden met de daadwerkelijke bouw van de A27 en hoe de situatie
buiten is. Er wordt bijvoorbeeld geen rekening gehouden met de bestaande pijlers van
de Koningsweg, met de hellingshoek van de weg, met afwatering middels een rioolsysteem
en de diktes van de belijning (zie ook bijgevoegde tekening). Vanwege bovengenoemde
is de werkelijk beschikbare breedte van de bak minder dan de theoretische breedte.
Hieruit volgt de conclusie dat voor de door bureau SUUNTA onderzochte variant een
verbreding nodig is van de betonnen bak in de verdiepte ligging van de A27. Daarnaast
is in de SUUNTA variant ook een verbreding noodzakelijk ten zuiden van de betonnen
bak, binnen de folieconstructie en dienen de landhoofden van de nabij gelegen spoorviaducten
(en daarmee het hele viaduct) te worden vervangen.
Het verkeerskundig ontwerp van SUUNTA past dus niet binnen het bestaande profiel van
de A27 en is zonder verbreding niet maakbaar.
Gezien bovenstaande is de conclusie dat de SUUNTA variant niet kan worden gezien als
een haalbare variant. In een persoonlijk gesprek tussen het ministerie, Rijkswaterstaat
en de Kerngroep in december 2019 zijn de bevindingen nogmaals besproken.
In de bijlage is e.a. ook op de kaart weergegeven. Ook is de dwarsdoorsnede weergegeven
van de betonnen bak bij landgoed Amelisweerd in de huidige situatie.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga