Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 december 2019
Tijdens afgelopen Algemene Financiële Beschouwingen heb ik uw Kamer twee toezeggingen
gedaan die beide raken aan de Nederlandse staatsschuld.1 Ten eerste heb ik toegezegd om een onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren naar
de hoogte van de Nederlandse staatsschuld. Ten tweede heb ik toegezegd om terug te
komen op wat de Studiegroep Begrotingsruimte op het gebied van de staatsschuld gaat
doen en wanneer. Met deze brief zal ik u nader informeren over beide toezeggingen.
Daarnaast informeer ik u langs deze weg ook graag over een ander onderwerp dat betrekking
heeft op de 16e Studiegroep Begrotingsruimte, namelijk de invulling van de motie van het lid Bruins
c.s.2
Voor de (kwalitatieve) analyse naar het gewenste niveau van de Nederlandse staatsschuld
heb ik het Centraal Planbureau (CPB) gevraagd om hiernaar te kijken. Zij zullen in
kaart brengen wat de effecten en risico’s zijn van zowel een te hoge als een te lage
staatsschuld. Ook heb ik het CPB gevraagd de (huidige lage) rente mee te nemen in
hun analyse. Deze analyse zal onderdeel uitmaken van de nieuwe houdbaarheidsstudie
van het CPB, welke eind december gepubliceerd zal worden.
De Studiegroep Begrotingsruimte zal ten behoeve van een volgend kabinet voor de zomer
van 2020 advies uitbrengen over zowel de begrotingsdoelstelling als de begrotingssystematiek.
De Studiegroep zal hierbij aandacht besteden aan verschillende indicatoren voor solide
overheidsfinanciën. Logischerwijs zal de hoogte van de staatsschuld hier onderdeel
van uitmaken. De Studiegroep Begrotingsruimte is een ambtelijke werkgroep die over
haar eigen (inhoudelijke) agenda gaat. Los van de agenda van de Studiegroep en de
timing van haar advies, kan het politieke debat over de overheidsfinanciën in den
brede en de staatsschuld in het bijzonder op elk moment worden gevoerd.
Tot slot wil ik u informeren over de opvolging van de motie Bruins c.s., waarin de
regering verzocht wordt om de voorzitter van de 16e Studiegroep Begrotingsruimte te vragen om het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP)
en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) lid te maken van de Studiegroep. Achtergrond
van de motie is dat de initiatiefnemers graag zouden zien dat de Studiegroep meer
aandacht besteedt aan het perspectief van brede welvaart. Ik heb dit verzoek overgebracht
aan de voorzitter van de Studiegroep. De voorzitter van de Studiegroep heeft mij inmiddels
in reactie laten weten dat de directeuren van het SCP en PBL als adviserend lid zullen
deelnemen aan de Studiegroep. Een adviserende rol past het best bij de positie en
expertise van beide Planbureaus.
Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra