35 078 Staat van de Europese Unie 2019

Nr. 9 MOTIE VAN DE LEDEN OMTZIGT EN VAN DEN BERG

Voorgesteld 7 februari 2019

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat als gevolg van de brexit een tekort kan ontstaan aan een groot aantal «kritische» medicijnen;

constaterende dat het de regering daarnaast niet is gelukt om in beeld te brengen welke medische hulpmiddelen in Nederland op de markt zijn die een afhankelijkheid hebben van het VK en van een certificaat dat in het VK is afgegeven;

constaterende dat het kabinet de verantwoordelijkheid voor de beschikbaarheid van deze medicijnen en hulpmiddelen bij inkooporganisaties, leveranciers en groothandels legt;

van mening dat de regering hier meer verantwoordelijkheid in moet nemen;

verzoekt de regering, met ingang van vandaag de regie te nemen in het voorkomen van tekorten aan kritische medicijnen en medische hulpmiddelen als gevolg van de brexit;

verzoekt de regering tevens, binnen een maand de Kamer te informeren hoe de beschikbaarheid van elk van de geneesmiddelen op de CBG-lijst geborgd wordt na een harde brexit;

verzoekt de regering, ten slotte te inventariseren welke hulpmiddelen mogelijk niet meer beschikbaar zijn na een harde brexit en voorbereidingen te treffen voor het verlenen van ontheffingen voor de import van deze hulpmiddelen, zodat deze ontheffingen zo nodig op de dag van de brexit verleend kunnen worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Omtzigt

Van den Berg

Naar boven