35 000 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2019)

Nr. 61 MOTIE VAN DE LEDEN DIK-FABER EN KOERHUIS

Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 12 november 2018

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de motie-Koerhuis/Van Eijs (32 847, nr. 354) vraagt te onderzoeken hoe woningcorporaties een aanbod kunnen doen aan eigenwoningbezitters om beiden te laten profiteren van grotere schaal en financieel voordeliger te verduurzamen;

overwegende dat de Woningwet onvoldoende ruimte biedt voor zowel uitvoering als financiering van verduurzaming van grondgebonden complexen en in het geval van een minderheidsbelang in de vve;

overwegende dat gespikkeld bezit daardoor nog steeds lastig te verduurzamen is voor woningcorporaties, waardoor de verduurzaming van woningblokken, appartementen en rijtjeshuizen vertraging oploopt of duurder uitpakt;

verzoekt de regering, in overleg te gaan met woningcorporaties over het wegnemen van bovenstaande belemmeringen in de uitvoering en financiering van het verduurzamen van gespikkeld bezit en te onderzoeken of artikel 47 van de Woningwet kan worden aangevuld met verduurzamingsmaatregelen voor naburige panden en/of architectonische eenheden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Dik-Faber

Koerhuis

Naar boven