Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2020
Op 16 april 2020 heeft de Minister van VWS tijdens het periodieke coronadebat (Handelingen
II 2019/20, nr. 68, item 2) met uw Kamer in antwoord op vragen – na onjuiste berichten in de pers dat Intravacc
al verkocht zou zijn – in overleg met de Minister van Medische Zorg en Sport, gemeld
dat de verkoop van Intravacc nog niet heeft plaatsgevonden en voorlopig on hold staat
en dat uw Kamer geïnformeerd zal worden zodra er meer bekend is over de toekomst van
Intravacc.
Met deze brief wordt deze toezegging gestand gedaan en wil ik u informeren over het
door mij genomen besluit om Intravacc voorlopig onder te brengen in een beleidsdeelneming
waarbij alle aandelen in handen van de Staat blijven.
In 2019 is op zorgvuldige wijze en conform de geldende regels zoals met uw Kamer afgesproken
(zie Kamerstuk 34 951, nr. 1) intensief onderhandeld over de verkoop van Intravacc met uiteindelijk een beperkt
aantal potentiële kopers. Begin 2020 waren we in gesprek met één overgebleven partij
die vergaande garanties bood om de publieke en nationale belangen te borgen én juridisch
vast te leggen. Onder het motto zorgvuldigheid boven snelheid heeft dit verkoopproces
onder verantwoordelijkheid van mijn beide voorgangers plaatsgevonden. Ik ging ervan
uit dat de (eerder na uw instemming opgerichte) BV kon worden ingericht én dat de
aandelen in de tweede helft van dit jaar zouden kunnen worden verkocht. De coronapandemie
en de extra noodzaak van het borgen van publieke belangen rond vaccinontwikkeling,
is aanleiding om de definitieve verkoop uit te stellen en de BV voorlopig in handen
van de Staat te houden.
Op basis van een verkenning samen met het Ministerie van Financiën heb ik besloten,
gehoord ook het advies van het MT en de ondernemingsraad van Intravacc, om Intravacc
B.V. per 1 januari 2021 operationeel te maken. De huidige positionering als onderdeel
van het kerndepartement VWS is niet langer wenselijk omdat de activiteiten van een
bedrijf als Intravacc op termijn niet houdbaar zijn binnen de spelregels van een ambtelijke
organisatie. De overgang naar een beleidsdeelneming geeft Intravacc de mogelijkheden
om haar activiteiten met betrekking tot de ontwikkeling van vaccins verder te professionaliseren
en eenvoudiger samen te werken met private partijen. In beginsel gaan alle medewerkers
op basis van het met de vakbonden overeengekomen Sociaal Plan en met een eigen CAO
over naar de BV.
De aandelen van de BV Intravacc worden, voor de duur van maximaal twee jaar, ondergebracht
in een tijdelijke beleidsdeelneming onder mijn verantwoordelijkheid. De intentie blijft
om Intravacc op afstand te plaatsen mét behoud van de borging van de publieke belangen,
maar hier wordt eind 2021 door het volgende kabinet een nadere afweging over gemaakt.
De criteria voor het kunnen aangaan van een deelneming uit de Nota Deelnemingenbeleid
2013 hebben betrekking op 1) het nationaal publiek belang dat is gemoeid bij de organisatie,
2) het publiek belang is welomschreven in een beleidsdoelstelling, 3) de onderneming
is in staat een normrendement te behalen en 4) er wordt periodiek getoetst op de nut
en noodzaak van de deelneming. Intravacc voldoet aan deze criteria. Een 100% aandeelhouderschap
van de Staat in de deelneming – en dus nu al niet een deel van de aandelen verkopen
– is met name ook door de coronapandemie het meest opportuun. Een beleidsdeelneming
onder VWS past het beste bij Intravacc, omdat er verwevenheid en afhankelijkheid bestaat
tussen VWS en Intravacc op het gebied van beleid, uitvoering en bekostiging. Deze
verwevenheid is versterkt door de coronacrisis.
Ik zal de beleidsdeelneming op de gebruikelijke wijze inrichten. Het Burgerlijk Wetboek
en de Nota Deelnemingenbeleid 2013 (Kamerstuk 28 165, nr. 165 zijn hierbij leidend.
De Minister voor Medische Zorg,
T. van Ark