34 941 EU-voorstellen: Belastingheffing digitale economie COM (2018) 147 en 148

Nr. 6 BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR EUROPESE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juni 2018

Hierbij meld ik u dat de vaste commissie voor Financiën heeft geadviseerd het parlementair behandelvoorbehoud, zoals vastgelegd bij de EU-voorstellen: Belastingheffing digitale economie COM (2018) 147 en 148 (Kamerstuk 34 941, nr. 3), met de volgende informatieafspraken formeel te beëindigen:

  • De Kamer ieder kwartaal, door middel van een afzonderlijke brief, te informeren over de voortgang van de onderhandelingen in de Raad. Hierbij zal de Staatssecretaris de eerste keer en vervolgens bij relevante ontwikkelingen in ieder geval ingaan op:

    • het type grondslag (omzet, winst, persoonlijke data of anderszins);

    • het type heffing;

    • de mogelijkheid voor nationale koppen m.b.t. de tariefstelling (minimum-harmonisatie of dwingend uniformerend);

    • de relatie tussen het interim- en permanente systeem (mede in relatie tot de OESO/G20-initiatieven);

    • het niveau waarop de inning (nationaal, Europees) en de bestemming (speciaal fonds, algemene middelen) wordt geregeld;

  • de verhouding tussen onderhavige voorstellen en de onderhandelingen in de OJCS-Raad (AVMS-richtlijn) ten aanzien van mogelijke grensoverschrijdende heffingen voor tech/media-bedrijven. Over uw verzoek ten aanzien van het sectoradvies audiovisueel van de Raad voor Cultuur «Zicht op zo veel meer» zal de Kamer worden geïnformeerd in een brief van mijn collega-ministers van OCW, die op verzoek van de vaste commissie voor OCW, voor de zomer aan de Kamer zal worden verzonden.

  • De Kamer tijdig te informeren zodra een akkoord aanstaande is, zodat de Kamer zich hierover een oordeel kan vormen;

  • De Kamer tijdig te informeren wanneer in de onderhandelingen moet worden afgeweken van het kabinetsstandpunt zoals weergegeven in het BNC-fiche (Kamerstuk 34 941, nr. 4) en/of nadien vastgelegd met de Kamer (bijvoorbeeld in toezeggingen en/of moties);

  • De Kamer te informeren wanneer er substantiële nieuwe elementen aan de oorspronkelijke voorstellen lijken te worden toegevoegd tijdens de EU-onderhandelingen;

  • De Kamer tijdig te informeren (dus de Kamer in staat stellende de inzet nog te bespreken voordat de onderhandelingen in een beslissende of afrondende fase zijn) over opties die voorliggen ter besluitvorming in de Raad en onderliggende overlegfora die gevolgen hebben voor belangrijke elementen van de voorgestelde richtlijnen en/of de Nederlandse inzet;

  • Op dit dossier geen beslissend standpunt in te nemen en/of onomkeerbare stappen te zetten in de Raad zonder consultatie van de Kamer;

  • Zodra de onderhandelingen in de Raad zijn afgerond een appreciatie naar de Kamer te sturen van het uiteindelijk behaalde resultaat in relatie tot de oorspronkelijke Nederlandse onderhandelingsinzet.

De vastgestelde afspraken zijn in bijgaande conceptbrief aan de regering vastgelegd1.

Namens de vaste commissie voor Europese Zaken verzoek ik u dit advies en de bijgaande conceptbrief ter besluitvorming aan de Tweede Kamer voor te leggen.

De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken, Azmani


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven