De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat voortijdig schoolverlaten schadelijk is voor de toekomst van jongeren
en ze zo onvoorbereid in de samenleving terecht komen;
constaterende dat jongeren zonder startkwalificatie vaker werkloos zijn, vaker een
uitkering ontvangen, meer gebruik maken van zorg en vaker verdacht worden van een
misdrijf dan jongeren met een startkwalificatie;
overwegende dat ouders een betrokken rol moeten spelen bij het tegengaan van uitval
van hun eigen kinderen, maar dat er helaas nog onwelwillende, niet-betrokken ouders
zijn;
constaterende dat de Algemene Kinderbijslagwet geregeld heeft dat de leerplichtambtenaar
het stopzetten van de kinderbijslag als instrument kan inzetten om ernstig schoolverzuim
te corrigeren;
constaterende dat recente cijfers over 2010, 2011 en 2012 laten zien dat het aantal
meldingen van verzuim, aangemeld door de leerplichtambtenaar bij de Sociale Verzekeringsbank,
en het aantal stopzettingen van kinderbijslag enorm achterblijven ten opzichte van
de cijfers van het voortijdig schoolverlaten;
constaterende dat recente cijfers over 2010, 2011 en 2012 wel laten zien dat het wel
gaat om 30% en het dus een effectief middel is;
overwegende dat het instrument voor aanpak van voortijdig schoolverlaten meer moet
worden ingezet om ouders te bewegen meer betrokken te zijn bij het tegengaan van schooluitval
van hun kind;
verzoekt de regering, in gesprek te gaan met alle RMC-regio's en gemeenten met als
doel dat dit instrument door alle gemeenten en alle leerplichtambtenaren wordt ingezet,
ter bestrijding van voortijdig schoolverlaten;
verzoekt de regering tevens, de Kamer met een jaarlijkse voortgangsrapportage te blijven
informeren over het aantal meldingen van verzuim door de leerplichtambtenaar aan de
Sociale Verzekeringsbank en de daarbij behorende stopzettingen van de kinderbijslag,
en gaat over tot de orde van de dag.
El Yassini