Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 mei 2018
Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Defensie van 5 april jl.,
om te worden geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot de staat van
de Marine Kazerne Erfprins (MKERF) in Den Helder, doe ik u hierbij een update van
de situatie toekomen.
De medezeggenschapscommissies van de Koninklijke Marine Technische Opleidingen (KMTO)
en de School voor Maritieme Vorming (SMVBO) hebben op 21 maart jl. middels een brief
aan de top van Defensie hun zorgen geuit over de legering op MKERF. Uw Kamer heeft
namens de medezeggenschapscommissies van VBM-voorzitter de heer Jean Debie eenzelfde
brief ontvangen. Ik ga hieronder in op de renovatieplannen op MKERF, de mogelijkheden
voor interim legering en de informatievoorziening richting het marine personeel.
Renovatie
De medezeggenschap schrijft over de noodzaak van zowel renovatie als uitbreiding van
de capaciteit van de legeringsfaciliteiten op MKERF. Defensie erkent al langere tijd
de urgentie van renovatie van gebouw Nassau op MKERF, gezien de slechte staat van
het gebouw. Eind 2016 is de opdracht gegeven voor deze renovatie, waarvan de uitvoering
bij het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) is belegd. Medio februari 2018 heeft Defensie de
uitwerking van het renovatieproject door het RVB goedgekeurd. Op dit moment is het
RVB bezig met het definitieve ontwerp, waarna aanbesteding zal volgen. Naar verwachting
zal de renovatie in de tweede helft van 2019 van start gaan en een doorlooptijd van
anderhalf jaar hebben. Ik constateer hiermee dat de voor CZSK broodnodige zichtbare
stappen in de realisatie nu worden gezet.
Uitgangspunt hierbij is dat de legering in gebouw Nassau op Erfprins primair is bedoeld
voor leerlingen (incl. leerlingen van de VEVA-opleiding). Het overige personeel kan
er gebruik van maken als er nog bedden beschikbaar zijn. Bij te verwachten pieken
in de opleiding, wijkt het overige personeel uit naar de Nieuwe Haven, die op zo’n
vijf kilometer afstand ligt. De gevalideerde behoefte ligt daarom niet op 600, maar
op 460 bedden. Gegeven dit uitgangspunt komen met de geplande renovatie voldoende
(460) bedden beschikbaar voor leerlingen. Hiermee is verdere uitbreiding van de legeringscapaciteit
op MKERF niet noodzakelijk. De verdere ontwikkelingen worden nauwlettend gevolgd.
Mocht blijken dat er toch onvoldoende bedden zijn, dan kan alsnog tot uitbreiding
worden besloten.
De brief van de medezeggenschapscommissies gaat ook in op de normering voor vastgoed.
Bij nieuwbouw is de Defensienormering voor vastgoed bepalend. In geval van aanpassing
van bestaande bebouwing, zoals renovatie, zijn de normen echter richtinggevend. Dit
geldt tevens voor de renovatie en inrichting van gebouw Nassau. Aangezien de ruimtes
daar een gegeven zijn en niet flexibel in te delen zijn, zal in bepaalde gevallen
en in overleg met CZSK worden gekozen voor een ander type meubilair of een beperking
van het aantal meubelstukken.
Interim legering
Parallel aan de genoemde renovatie loopt het defensiebrede project Maatregelen Brandveiligheid
Legering, waarbij de legeringsgebouwen van Defensie worden aangepast aan de laatste
brandveiligheidseisen. Daarom is vanaf 1 januari 2019 interim legering benodigd om
de uitvoering van beide projecten te kunnen overbruggen. De afgelopen periode zijn
de mogelijkheden van interim legering in de regio «Kop van Noord-Holland» in kaart
gebracht. Realiseerbare opties lijken momenteel het aanpassen van de voormalige Lkol
Maaskamp kazerne in Den Helder (die formeel al is overgedragen aan het RVB), tijdelijke
bouw op MKERF, en een hotelboot in de haven. Ook is een combinatie van deze maatregelen
mogelijk. Op dit moment wordt de precieze behoefte aan interim legering verder uitgewerkt.
Ik verwacht dat aan de hand van deze uitwerking zeer binnenkort een passende oplossing
kan worden gevonden. Indien er voor legering in bestaande gebouwen wordt gekozen,
dan zullen die waar nodig worden opgeknapt en aangepast aan de geldende veiligheidseisen.
Informatievoorziening
De medezeggenschapscommissies hebben laten weten dat er behoefte is aan een betere
informatievoorziening voor het personeel aangaande de renovatie van de gebouwen. Ik
begrijp deze behoefte goed en hecht eraan te benadrukken dat (de staf van) CZSK, als
gesprekspartner van de medezeggenschap, bij elke stap van het renovatieproces wordt
betrokken en hierover wordt geïnformeerd. Daarnaast wordt eraan gewerkt om op decentraal
niveau beter in de informatiebehoefte te voorzien, waarbij een medewerker van het
RVB als lokaal aanspreekpunt voor het personeel fungeert.
De Staatssecretaris van Defensie,
B. Visser