Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 december 2017
Met deze brief reageer ik op het verzoek van de Vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
van 24 juli 2017 om een reactie op de berichtgeving in dagblad Trouw over de afhandeling
van seksueel misbruik binnen de Jehova’s Getuigen.
Seksueel geweld is onacceptabel en heeft een grote impact op het slachtoffer. Het
kabinet vindt het van groot belang dat slachtoffers van seksueel geweld toegang krijgen
tot de juiste zorg en ondersteuning. Met name als grensoverschrijdend seksueel gedrag
plaatsvindt binnen een afhankelijkheidsrelatie, zie ik een belangrijke opdracht voor
de omgeving om het slachtoffer naar de juiste hulp te begeleiden. Het slachtoffer
verdient steun van zijn omgeving bij het melden van het voorval bij de politie en
bij het zoeken naar hulp en ondersteuning, zodat het geweld duurzaam stopt.
Medewerkers van mijn ministerie zijn op 2 november jl. in gesprek getreden met een
vertegenwoordiging van het bestuur van de Jehova’s Getuigen. In het gesprek is door
het ministerie gewezen op de belangrijke rol van de omgeving om slachtoffers van seksueel
misbruik te ondersteunen. Het is in het belang van de slachtoffers dat zij gestimuleerd
worden om hulp te zoeken bij specifieke instellingen zoals Veilig Thuis en de Centra
Seksueel Geweld en dat zij aangifte kunnen doen bij de politie.
Daarbij is gewezen op de aanvullende waarborgen die een klimaat kunnen bevorderen
waarin slachtoffers hulp zoeken. Zo zijn de maatregelen genoemd die de RK Kerk heeft
genomen naar aanleiding van signalen van seksueel misbruik, waaronder het onafhankelijk
onderzoek dat door de Commissie Deetman is uitgevoerd. Met dit onafhankelijk onderzoek
heeft de Commissie Deetman een belangrijke bijdrage geleverd aan herstel van het aangedane
leed van slachtoffers. De Jehova’s Getuigen zijn opgeroepen om de door de RK Kerk
genomen (preventie)maatregelen te bestuderen en waar mogelijk over te nemen. Daarnaast
heb ik de Jehova’s Getuigen gewezen op de verschillende instanties die van overheidswege
zijn opgericht ten behoeve van de hulpverlening aan slachtoffers van seksueel geweld.
Daarbij is aan de bestuursleden informatie overhandigd over de werkwijze van Veilig
Thuis.
De bestuursleden van de Jehova’s Getuigen hebben tijdens dit gesprek in een eerste
reactie aangegeven dat er binnen de gemeenschap van de Jehova’s Getuigen maatregelen
worden genomen om misbruik te voorkomen en aan te pakken. Voorts lieten zij weten
dat slachtoffers worden gestimuleerd om aangifte te doen bij de politie. In het gesprek
is overeengekomen dat het bestuur van de Jehova’s Getuigen, mede naar aanleiding van
de door het ministerie genoemde voorbeelden, nader in kaart zal brengen welke maatregelen
er worden genomen om seksueel misbruik binnen hun gemeenschap zoveel mogelijk te voorkomen.
Voorts zullen zij aangeven op welke wijze slachtoffers van seksueel geweld binnen
de gemeenschap worden opgevangen en hoe de doorverwijzing naar hulpverlening en de
politie verloopt. Met het bestuur is afgesproken dat begin 2018 hierover een vervolggesprek
zal plaatsvinden.
In dat gesprek zal ik ook de berichtgeving in dagblad Trouw van 28 november 2017 betrekken
waarin de recent opgerichte stichting Reclaimed Voices aangeeft meerdere meldingen
over seksueel misbruik binnen de Jehova’s Getuigen te hebben ontvangen. Ik begrijp
uit de berichtgeving dat het bestuur van de Jehova’s Getuigen inmiddels heeft aangegeven
het gesprek met de Stichting aan te willen gaan. De stichting zal ook worden uitgenodigd
voor een gesprek met de ambtenaren van het ministerie.
De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker