Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 oktober 2017
Op 20 februari 2017 (Kamerstuk 34 550 A, nr. 57) heb ik uw Kamer geïnformeerd over mijn besluit om drie bruggen op het traject A27
Houten–Hooipolder (de Hagesteinsebrug, de Merwedebrug en de Keizersveerbrug) te vervangen
in plaats van te hergebruiken, zoals ik aanvankelijk van plan was.
Daarmee realiseer ik op dit traject niet alleen moderne, robuuste bruggen; vervanging
biedt op de langere termijn ook voordelen boven hergebruik. Verkeer op de weg en over
water ondervindt maar één keer overlast als gevolg van werkzaamheden in plaats van
twee keer. Gelet op de recente ervaringen met beperkt gebruik van de Merwedebrug is
dit een groot voordeel. Bovendien levert vervanging gedurende de levensduur van de
bruggen een besparing op van € 391 mln. ten opzichte van hergebruik. Deze voordelen
waren de belangrijkste overwegingen voor mijn besluit om bovengenoemde drie bruggen
te vervangen.
De vervanging van de bruggen wordt opgenomen in het Tracébesluit voor het project
A27 Houten–Hooipolder. Als gevolg van het opnemen van de nieuwe bruggen in de scope
van dit project moet de planning om verschillende redenen worden bijgesteld. Voor
de Merwedebrug was aanvankelijk uitgegaan van pijlers in de vaargeul, zoals nu ook
het geval is. In de aangepaste scope komen de pijlers naast de vaarweg te staan, waardoor
de doorvaart verbetert. De vaargeul die deze brug overspant, valt namelijk onder de
akte van Mannheim, hetgeen betekent dat de vaarweg aldaar minimaal 240 meter breed
moet zijn. Om ook gedurende de bouwfase een (veilige) doorvaart te garanderen, is
mogelijk een iets grotere overspanning noodzakelijk, omdat er dan nog een bestaande
middenpijler aanwezig is.
Het toevoegen van de nieuwe bruggen in de scope vormt een grote extra inspanning in
de voorbereiding van de aanbesteding. Voor alle bruggen dienen namelijk nieuwe ontwerpen
te worden gemaakt, die dienen te passen binnen bestaande beleidskaders voor doorstroming
(water) en scheepvaart.
Bovendien is de logistiek in de uitvoering van dit project met het aanpakken van de
bruggen ingewikkeld in relatie tot de verkeersdoorstroming. Daarom is ook een fasering
in de aanpak van dit project ingebouwd (noordelijk en zuidelijk deel) en worden de
bruggen per rivierkruising gefaseerd gebouwd. De weg dient immers tijdens de bouw
open te blijven. Daarmee wordt de uitvoeringsduur langer dan eerder voorzien.
In mijn brief van 7 juli 2017 over «de voortgang van de MIRT-projecten» heb ik aangegeven
dat de duur van de vertraging als gevolg van bovengenoemd besluit nog niet bekend
was (Kamerstuk 34 550 A, nr. 63). Inmiddels is daarover wel duidelijkheid; herijking van de planning heeft geleid
tot de volgende planning voor de MIRT-mijlpalen.
-
• 2019: vaststellen Tracébesluit
-
• 2022: start realisatie
-
• 2027–2029: openstelling Zuid (Everdingen-Hooipolder)
-
• 2028–2030: openstelling Noord (Houten-Everdingen)
Deze nieuwe planning is nog niet opgenomen in het MIRT-Overzicht 2018.
Financiën
De extra kosten voor de aanpassing van de Merwedebrug om te voldoen aan de akte van
Mannheim zijn nog niet opgenomen in de brief van 20 februari aan uw Kamer over de
vervanging van de bruggen. De meerkosten van een grotere overspanning van de brug
worden geraamd op € 56 mln. Dit zal worden gedekt uit de investeringsruimte wegen.
Deze mutatie is nog niet in de begroting 2018 verwerkt. Dit bedrag zal met de voorjaarsnota
2018 aan het taakstellend budget voor dit project worden toegevoegd.
De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus