Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 november 2017
Tijdens de begrotingsbehandeling op 7 en 8 november 2017 (Handelingen II 2017/18,
nrs. 18 en 19, debat over begroting Koninkrijksrelaties 2018) heb ik u toegezegd de
Kamer te informeren over de voortgang van het Nederlandse Fonds voor de wederopbouw
van het land Sint Maarten en over de wederopbouw van de openbare lichamen Saba en
Sint Eustatius.
De ministerraad heeft vandaag besloten dat er een bedrag van € 550 miljoen wordt toegevoegd
voor de wederopbouw van Sint Maarten aan Hoofdstuk 86, de Aanvullende Post van de
Rijksbegroting. Dit besluit zal worden verwerkt in de Najaarsnota die voor 1 december
2017 bij de Kamer wordt ingediend. Indien Sint Maarten instemt met de door Nederland
gestelde voorwaarden ten aanzien van het instellen van een integriteitskamer en adequaat
grenstoezicht, is Nederland bereid tot 2021 bij te dragen aan de wederopbouw van Sint
Maarten.
De ondersteuning zal in tranches verstrekt worden waarbij er tussentijdse evaluaties
plaatsvinden om doelmatige en rechtmatige besteding zeker te stellen en de bijdragen
zo nodig te kunnen heroverwegen. De besteding van de Nederlandse bijdrage zal voor
een wezenlijk deel plaatsvinden via internationale organisaties. De bijdrage kan vorm
krijgen in leningen, giften of inzet in natura. De Nederlandse bijdrage komt in aanvulling
op de bijdrage van het land Sint Maarten en de verzekeringsuitkeringen.
Daarnaast heeft de ministerraad besloten dat voor de wederopbouw van de openbare lichamen
Saba en Sint Eustatius eenmalig € 67 miljoen beschikbaar wordt gesteld. Dit bedrag
staat los van bovengenoemd bedrag van € 550 miljoen voor Sint Maarten.
Juist in crisissituaties en in tijden van wederopbouw is het integer uitvoeren van
projecten en grenstoezicht kwetsbaar. Aan Nederlandse zijde worden alle voorbereidingen
getroffen om indien Sint Maarten instemt met de voorwaarden, zo spoedig mogelijk,
te kunnen beginnen met de wederopbouw. Om dit mogelijk te maken reken ik op spoedige
formele en ondubbelzinnige instemming door Sint Maarten met de eerder door Nederland
gestelde voorwaarden.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops