34 725 Financieel jaarverslag van het Rijk 2016

Nr. 28 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN FINANCIËN EN VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 augustus 2017

Tijdens het verantwoordingsdebat heeft het lid Van Rooijen (50PLUS) een motie ingediend (Kamerstuk 34 725, nr. 13). Deze motie verzoekt de regering inzichtelijk te maken welk deel van de lopende taakstellingen nog zal neerslaan na 2016 en dat uit te splitsen naar de verschillende onderdelen van de Rijksdienst.

Zowel in het regeerakkoord «Vrijheid en verantwoordelijkheid» als in het regeerakkoord «Bruggen slaan» zijn taakstellingen opgenomen op het Rijk, agentschappen en uitvoerende zbo’s. De eerste taakstelling is gestart in 2013 en heeft een oploop tot 2018, waarna deze structureel wordt. De tweede taakstelling is ingegaan in 2016 en wordt ook vanaf 2018 structureel.

De taakstellingen zijn in de departementale begrotingen verwerkt. De Ministers zijn voor hun eigen begrotingen verantwoordelijk om de ingeboekte taakstellingen met maatregelen in te vullen en deze te realiseren. Om de Ministers daarbij te helpen is het programma Compacte Rijksdienst gestart (afgerond per 1-1-2016) en de Hervormingsagenda Rijksdienst. Deze programma’s gaven de Ministers handvatten om (een deel van) de taakstelling mee in te vullen.

Bij de begrotingen van de verschillende departementen wordt bij het artikel «centraal apparaat» aangegeven waar deze wordt ingevuld. In tabel 1 is per departement inzichtelijk gemaakt welk deel van de lopende taakstellingen zal neerslaan na 2016. Dit is de toename van de taakstellingen in 2017 ten opzichte van 2016 repsectievelijk de toename in 2018 ten opzichte van 2017. Daarmee wordt inzicht gegeven welk deel van de taakstellingen in welk jaar zal neerslaan.

Tabel 1: Overzicht van welk deel van de taakstellingen neerslaan na 2016 per departement (bedragen in mln. euro)

Begroting

Toename taakstelling in 2017

Toename taakstelling in 2018

HCvS

5

1

AZ

1

1

BuiZa1

23

11

BZK

36

17

DEF

28

16

EZ

48

39

FIN

70

32

IenM

70

35

OCW

36

19

SZW

46

29

VWS

10

6

VenJ

165

75

Totaal

528

271

X Noot
1

Dit is inclusief de motie van Oijk (34 000, nr. 22).

De Algemene Rekenkamer schrijft in de Staat van de Rijksverantwoording dat het aantal Rijksambtenaren na 2016 nog met naar schatting 9.000 fte moet afnemen. De Algemene Rekenkamer baseert zich hierbij op een onderzoek uit 2014. Dit aantal is volgens de Algemene Rekenkamer het maximale aantal te reduceren fte’s wanneer departementen ervoor zouden kiezen de volledige taakstelling ten laste van personeel te brengen. Het kabinet heeft als doelstelling dat de rijksoverheid goedkoper, flexibeler en efficiënter zal werken en heeft geen doelstelling op het aantal te verminderen fte’s. Het staat departementen vrij om de taakstelling in te vullen op personele en materiële budgetten. Zo is bij diverse departementen de huisvesting goedkoper geworden en is daarmee een deel van de taakstelling ingevuld.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven