34 550 IX Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2017

Nr. 28 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 augustus 2017

Het is mijn voornemen om met ingang van het begrotingsjaar 2018 de artikelstructuur van begrotingshoofdstuk IX Financiën en Nationale Schuld aan te passen door begrotingsartikel 7 (Beheer materiële activa) op te heffen. Graag informeer ik u middels deze brief over de voorgenomen wijziging.

Opheffing begrotingsartikel 7

Op begrotingsartikel 7 worden na 2015 geen middelen meer verantwoord. De ontvangsten en uitgaven inzake de verkoop van in beslag genomen goederen zijn in 2015 en 2016 reeds verantwoord op begrotingshoofdstuk VI Veiligheid en Justitie. Het budget, zowel uitgaven als ontvangsten, is bij eerste suppletoire begroting 2017 structureel overgeboekt naar begrotingshoofdstuk VI Veiligheid en Justitie. Er zijn geen resterende programmabudgetten (verplichtingen, uitgaven en ontvangsten) op begrotingsartikel 7 voor Domeinen Roerende Zaken (DRZ) aangezien deze allen worden verantwoord op de begrotingen van de desbetreffende ministeries. De apparaatbudgetten van DRZ vallen onder begrotingsartikel 8 (Centraal apparaat kerndepartement) van begrotingshoofdstuk IX Financiën en Nationale Schuld.

Voorheen werden op begrotingsartikel 7 verschillende middelen verantwoord:

  • 1) een rijksbijdrage aan de baten-lastendienst Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf (RVOB, het vroegere Domeinen);

  • 2) de uitgaven aan en ontvangsten uit rijksvastgoed in beheer bij het RVOB;

  • 3) de uitgaven aan en ontvangsten uit vlottende rijksactiva, beheerd door DRZ, nader te verdelen in:

    • a) uitgaven aan en ontvangsten uit verkoop van door het Ministerie van Veiligheid en Justitie in beslag genomen goederen;

    • b) ontvangsten uit verkoop van door departementen overtollig gestelde rijksactiva.

Ad 1) en 2) Conform het Regeerakkoord Rutte II zijn de middelen die betrekking hadden op rijksvastgoed (inclusief het RVOB) overgeheveld van begrotingshoofdstuk IX Financiën en Nationale Schuld naar begrotingshoofdstuk XVIII Wonen en Rijksdienst. Dit heeft zijn budgettaire beslag gekregen in de nota van wijziging 20121.

Ad 3a) De ontvangsten en uitgaven inzake in beslag genomen goederen zijn overgeheveld van begrotingshoofdstuk IX Financiën en Nationale Schuld naar begrotingshoofdstuk VI Veiligheid en Justitie. Budgettair heeft deze overheveling voor 2016 zijn beslag gekregen in de tweede suppletoire begroting 20162 en structureel in de eerste suppletoire begroting 20173.

Ad 3b) Door middel van middelenafspraken met de departementen komen verkoopopbrengsten toe aan de afstotende departementen. Concreet betekent dit dat de afgelopen jaren nauwelijks verkoopopbrengsten op begrotingsartikel 7 van begrotingshoofdstuk IX Financiën en Nationale Schuld zijn verantwoord. In de begroting IX 2017 waren al geen (meerjarige) verkoopopbrengsten uit overtollige rijksactiva geraamd.

Mocht DRZ in de toekomst verkoopopbrengsten realiseren die niet onder een middelenafspraak vallen, dan worden deze ontvangsten verantwoord op begrotingsartikel 8 (Centraal apparaat kerndepartement) van begrotingshoofdstuk IX Financiën en Nationale Schuld.

Tijdspad

Bovengenoemde wijziging zal worden doorgevoerd in de ontwerpbegroting 2018 die op Prinsjesdag wordt aangeboden.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem


X Noot
1

Kamerstuk 33 400 IX, nr. 8

X Noot
2

Kamerstuk 34 620 IX, nr. 2

X Noot
3

Kamerstuk 34 730 IX, nr. 2

Naar boven