34 485 Voorjaarsnota 2016

Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 mei 2016

1. Inleiding

De Voorjaarsnota 2016 is de eerste rapportage van het kabinet over de uitvoering van de begroting 2016. Hierin geeft het kabinet een overzicht van de wijzigingen voor het begrotingsjaar 2016 ten opzichte van Miljoenennota 2016 (Kamerstuk 34 300, nrs. 1 en 2). Deze bijstellingen zijn gebaseerd op nieuwe macro-economische ramingen uit het Centraal Economisch Plan (CEP) 2016 van het Centraal Planbureau (CPB) en inzichten over de begrotingsuitvoering.

De uitvoering van de begroting 2016 kent meevallers, tegenvallers en beleidsmatige mutaties. De budgettaire problematiek is, vooral als gevolg van de ontwikkeling van de ruilvoet en migratie, ingepast op de departementale begrotingen en daarnaast is er ruimte gevonden voor noodzakelijke intensiveringen. Het kabinet houdt de begroting op orde.

Het EMU-saldo 2016 komt naar verwachting uit op een tekort van – 1,4 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dit is een verbetering met 0,1 procent van het bbp ten opzichte van de raming bij Miljoenennota 2016. De EMU-schuld 2016 komt naar verwachting uit op 64,4 procent bbp.

Deze Voorjaarsnota is als volgt opgebouwd: paragraaf 2 gaat in op het economisch beeld voor dit jaar. Vervolgens gaat paragraaf 3 in op de uitgavenzijde van de begroting en kijkt paragraaf 4 naar de inkomstenkant. Dit resulteert in paragraaf 5 in het EMU-saldo en de EMU-schuld voor 2016. In die paragraaf worden het EMU-saldo en de EMU-schuld ook vergeleken ten opzichte van andere landen in de Eurozone.

Bijlage 1 presenteert de budgettaire kerngegevens. Bijlage 2 bevat de verticale toelichting op de individuele begrotingshoofdstukken.

2. Economisch beeld

Het economisch beeld voor 2016 is in de Voorjaarsnota 2016 op hoofdlijnen hetzelfde als in de Miljoenennota 2016. De economische groei wordt gedragen door zowel de binnenlandse bestedingen als de uitvoer. De economische groei voor 2016 tussen MEV 2016 en CEP 2016 is weliswaar neerwaarts bijgesteld, maar dit hangt bijna voor de helft samen met de geraamde verlaging van de gasproductie. Dit heeft ook zijn weerslag op de gasuitvoer.

Onderliggend blijven de consumptie van huishoudens en de investeringen groeien. De aantrekkende werkgelegenheid, de lastenverlichting op arbeid en reële loonstijgingen ondersteunen de consumptiegroei, terwijl de verbeterende toestand op de huizenmarkt en de hogere bezettingsgraad de investeringen stimuleren. De werkloosheid daalt gestaag door banengroei, terwijl meer mensen beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. Elke raming is met onzekerheid omgeven. Het CPB noemt risico’s in de wereldeconomie als bronnen van onzekerheid. Zo kan volgens het CPB de groei in de opkomende economieën tegenvallen en is er sprake van onzekerheid op financiële markten.

De macro-economische ramingen van het CPB beïnvloeden zowel de inkomsten als de uitgaven van het Rijk. Tabel 1 toont de kerngrootheden uit de ramingen van het CPB.

Tabel 1: Macro-economische ramingen voor 2016
 

MN 2016

VJN 2016

Economische groei (volumemutatie bbp)

2,4

1,8

Inflatie (hicp)

1,1

0,3

Werkloze beroepsbevolking

(niveau in % beroepsbevolking)

6,7

6,5

Contractloon marktsector

1,4

1,5

Consumptie huishoudens

1,9

1,6

Investeringen (inclusief voorraden)

6,0

6,0

Uitvoer van goederen en diensten

5,1

3,6

Relevante wereldhandel

5,4

3,8

Lange rente (%, niveau)

0,9

0,6

Olieprijs (niveau in dollars per vat)

60,1

31,7

Eurokoers (dollar per euro)

1,09

1,09

Bron: CPB MEV 2016 en CEP 2016

3. Uitgaven

Tabel 2 laat zien dat het totaalkader sluit in 2016 waarbij compensatie over de deelkaders heeft plaatsgevonden. Bij de doorrekening van het CEP bleek door de ruilvoet een forse nominale tegenvaller onder alle drie de deelkaders. Zie box 1 voor een uitleg van het begrip ruilvoet. Daarnaast zijn er extra uitgaven op het gebied van migratie. Beiden zijn vooral opgevangen door middel van de inzet van meevallers en ramingsbijstellingen.

De indirecte effecten voor 2016 van de verhoogde asielinstroom zijn in deze Voorjaarsnota verwerkt. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om kosten voor de leerlingenraming, huurtoeslag en bijstand. Daarnaast heeft het kabinet extra middelen vrijgemaakt voor opvang in de regio. Tot slot heeft het kabinet op 28 april 2016 een uitwerkingsakkoord gesloten met de medeoverheden, waarmee invulling is geven aan het bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom van november 2015. In dit akkoord worden middelen beschikbaar gesteld om de effecten voor gemeenten van de hogere asielinstroom in 2015 en 2016 op te kunnen vangen. De effecten hiervan op de verschillende begrotingen zijn in deze Voorjaarsnota terug te vinden.

De mutaties per deelkader worden in deze paragraaf verder toegelicht. In bijlage 2 en in de suppletoire begrotingen worden de mutaties in meer detail toegelicht ten opzichte van Miljoenennota 2016.

Tabel 2: Toetsing totaalkader

(+ = tegenvaller in miljarden euro)

2016

Miljoenennota 2016

0,0

Voorjaarsnota 2016

0,0

   

Kader RBG-eng Miljoenennota 2016

1,3

Besluitvorming Voorjaarsnota

– 0,1

Kader RBG-eng Voorjaarsnota 20161

1,3

   

Kader SZA Miljoenennota 2016

– 0,6

Besluitvorming Voorjaarsnota

0,1

Kader SZA Voorjaarsnota 2016

– 0,5

   

Kader zorg Miljoenennota 2016

– 0,7

Besluitvorming Voorjaarsnota

– 0,1

Kader zorg Voorjaarsnota 2016

– 0,8

X Noot
1

Wegens afronding wijkt de som der delen af van het totaal

Box 1: Ruilvoet

Het Nederlandse begrotingsbeleid gebruikt uitgavenkaders. Het kader is een maximum: het kabinet mag niet meer uitgeven dan het kader. Bij het Regeerakkoord wordt het uitgavenkader voor elk jaar vastgesteld voor de gehele kabinetsperiode. Jaarlijks wordt het uitgavenplafond aangepast voor de (geraamde) inflatie. Hierdoor blijven de collectieve uitgaven – gecorrigeerd voor de inflatie – gelijk.

De uitgaven van de overheid zoals die op de begrotingen van de departementen staan, worden ook elk jaar aangepast voor de prijsontwikkeling. Dat gebeurt echter niet met de algemene prijsontwikkeling maar met de loon- en prijsontwikkeling die het CPB raamt voor dat departement.

De prijsontwikkeling van de overheidsuitgaven ten opzichte van de algemene prijsontwikkeling wordt de ruilvoet genoemd.

Omdat het kader anders wordt geïndexeerd dan de uitgaven op de begrotingen, kunnen gedurende de kabinetsperiode verschillen ontstaan tussen de groei van het kader en uitgavengroei. Dat kan positief of negatief uitpakken. Er kan een tegenvaller ontstaan als de indexatie van het kader lager uitvalt dan verwacht tijdens het Regeerakkoord. Er kan ook een tegenvaller ontstaan als de indexatie van de begrotingen hoger uitvalt dan verwacht.

Beide effecten zien we dit jaar. In de laatste raming van het CPB is de inflatie lager dan eerder verwacht. Hierdoor wordt het uitgavenkader verlaagd en mag de overheid minder uitgeven. Tegelijkertijd stijgen de lonen in de marksector, en daardoor ook bij de overheid, in 2017 juist meer dan verwacht bij Regeerakkoord, waardoor de uitgaven van de overheid stijgen. Deze twee effecten samen leiden tot de huidige ruilvoettegenvaller.

Kader Rijksbegroting in enge zin (RBG-eng)

Tabel 3: Kadertoets RBG-eng

(+ = tegenvaller in miljarden euro)

2016

Miljoenennota 2016

1,3

     

Macro-economische mutaties

 
 

Ruilvoet

0,5

 

Winstafdracht DNB

0,2

 

Dividenden staatsdeelnemingen

– 0,3

 

Overig

– 0,1

Beleidsmutaties

 
 

EU-afdrachten

– 0,5

 

Grote schikkingen

– 0,3

 

Leerlingen- en studentenaantallen en studiefinanciering

0,1

 

Asielproblematiek PO en VO

0,1

 

Rente studiefinanciering

0,1

 

Huurtoeslag

0,2

 

HGIS

0,2

 

Migratie

0,8

 

Inzet asielreserve

– 0,2

 

Nationale politie

0,2

 

Herstelpremie ABP

0,1

 

Kasschuiven

0,1

 

In=uit taakstelling

– 0,9

 

Overig

– 0,3

Voorjaarsnota 2016

1,3

Macro-economische mutaties

Ten opzichte van de verwachting ten tijde van de Miljoenennota 2016 daalt de loonbijstelling en prijsbijstelling van de uitgaven onder het kader RBG in enge zin. Tegelijkertijd daalt het kader zelf doordat het wordt aangepast met de prijs Nationale Bestedingen (pNB) die gedaald is ten opzichte van de verwachting van de Miljoenennota 2016. Per saldo is hierdoor in tabel 3 een ruilvoettegenvaller zichtbaar.

DNB treft een voorziening van jaarlijks 0,5 miljard euro voor de risico’s van kwantitatieve verruiming. Hiervan is 0,2 miljard kaderrelevant. Het vormen van deze voorziening gaat ten koste van de winst van DNB en daarmee ten laste van de winstafdracht aan de Staat. Hierdoor is er een tegenvaller op het kaderrelevante deel van de winstafdracht. Deze voorziening wordt verder toegelicht in de kamerbrief Voorziening DNB1. Verder waren de dividenden van staatsbedrijven hoger dan verwacht.

Beleidsmatige en overige mutaties

Als onderdeel van de beleidsmatige en overige mutaties worden de EU-afdrachten weergegeven in tabel 3. Vanwege de vertraagde aanname van de achtste aanvullende begroting in 2015, zijn de restituties verbonden aan deze aanvullende begroting verwerkt in de raming van de Nederlandse afdrachten aan de Europese Unie in het jaar 2016. Het betreft de tweede terugbetaling van de nacalculatie uit 2014, de restitutie van de nacalculatie van de BTW- en BNI-grondslagen in 2015, de restitutie op de invoerrechten en de terugbetaling van de hogere overige inkomsten. Daarnaast is sprake van een aanvullende meevaller als gevolg van het surplus over de EU-begroting 2015.

In de zaak met het telecombedrijf Vimpelcom is er in 2016 een schikking getroffen van 358 miljoen euro. Ten opzichte van de raming voor grote schikkingen is 258 miljoen euro meer ontvangen.

Uit de jaarlijkse actualisatie van de referentieraming leerlingen- en studentenaantallen blijkt dat het aantal leerlingen en studenten hoger is dan bij afgelopen Miljoenennota. Hierachter gaan verschillende bewegingen schuil zoals een stijging van het aantal leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs als gevolg van de toegenomen migratie en hogere aantallen internationale studenten in het wetenschappelijk onderwijs. Verder laat ook de raming studiefinanciering voor 2016 een tegenvaller zien ten opzichte van afgelopen Miljoenennota.

Bij de huurtoeslag is er sprake van een tegenvaller vanwege het hoger aantal aanvragen dan geraamd. Dit komt onder meer door de instroom van vergunninghouders door de verhoogde asielinstroom en een lager niet-gebruik.

De beleidsmatige mutaties op het HGIS-budget bestaan onder andere uit intensiveringen in opvang in de regio. Deze intensiveringen omvatten de uitvoering van het Turkey Refugee Fund (TRF1) en opvang in de regio Syrië.

Bij Najaarsnota is de asielraming voor 2016 aangepast naar 58.000. Tegelijkertijd is er een bestuursakkoord afgesloten met medeoverheden. De budgettaire effecten van beide zijn in deze Voorjaarsnota verwerkt. Daarnaast zijn er extra middelen vrijgemaakt voor kosten die samenhangen met de verhoogde asielinstroom, zoals voor COA, IND, Nidos.

Voor de dekking van (een deel van) de kosten van de hogere asielinstroom worden de beschikbare middelen in de asielreserve ingezet.

De Nationale Politie krijgt er 188 miljoen euro bij in 2016. Daarvan is 49 miljoen euro bedoeld voor extra politie-inzet in verband met de asielinstroom. De overige 139 miljoen was al in november 2015 bekend gemaakt en is bestemd voor de cao van politiemensen, de versterking van de opsporingscapaciteit en aanpakken van tekorten bij de politie. Meerjarige mutaties ten behoeve van de organisaties uit de strafrechtketen (NP, OM en RR) zullen worden verwerkt bij de ontwerpbegroting 2017.

Het ABP heeft besloten tot een herstelopslag van 1% per 1 april 2016. De daarbij horende stijging van de werkgeverslasten wordt voor een deel van de kosten in 2016 vergoed door een eenmalige verhoging van de loonbijstelling. De loon- en prijsbijstelling tranche 2016 is volledig uitgekeerd naar de departementale begroting. Ook is in totaal 400 miljoen euro overgemaakt naar de begrotingen ter dekking van het bovensectorale loonruimteakkoord.

Verschillende kasschuiven dragen bij aan het budgettaire beeld. Hierbij gaat het onder andere om kasschuiven bij OCW, Defensie en HGIS. In onderstaande tabel zijn de grootste kasschuiven uitgesplitst weergegeven.

Tabel 4: Kasschuiven RBG-eng

(+ = tegenvaller in miljarden euro)

2016

Kasschuif OV-studentenkaart

0,2

Kasschuif investeringen Defensie

– 0,2

Kasschuif Wereldbank (HGIS)

0,2

Overige kasschuiven

– 0,1

Totaal

0,1

De eindejaarsmarges worden uitgekeerd naar de departementen. Departementen kunnen een deel van de onbestede middelen in 2015 met behulp van de eindejaarsmarge doorschuiven naar 2016 (HGIS middelen kunnen worden doorgeschoven naar de drie opvolgende jaren). Als tegenhanger van de uitgekeerde eindejaarsmarges is de in=uit-taakstelling op de aanvullende post ingeboekt, onder de veronderstelling dat departementen ieder jaar een soortgelijk bedrag doorschuiven met behulp van de eindejaarsmarge. Hierdoor leidt het uitkeren van de eindejaarsmarges niet tot problematiek onder het kader in het voorjaar terwijl gedurende de uitvoering van het jaar budget vrijvalt door onderuitputting. Op basis van verwachte onderuitputting voor 2016 is de in=uit-taakstelling daarnaast opgehoogd. De in=uit-taakstelling zal gedurende de uitvoering van begrotingsjaar 2016 worden ingevuld met onderuitputting.

Tot slot is het grootste onderdeel van de post overig de inzet van de eindejaarsmarge als dekking op de verschillende begrotingen.

Kader Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt (SZA)

Tabel 5: Kadertoets SZA

(+ = tegenvaller in miljarden euro)

2016

Miljoenennota 2016

– 0,6

 

Ruilvoet

0,6

 

Werkloosheidsuitgaven

– 0,6

 

AOW

0,1

 

Arbeidsongeschiktheid

– 0,1

 

Verhoging Maatschappelijke Begeleiding

0,1

 

Participatiebudget

0,1

 

Kaseffect WW

– 0,1

Voorjaarsnota 2016

– 0,5

Ten opzichte van de Miljoenennota vermindert de onderschrijding van het kader SZA met 100 miljoen euro. Er is een ruilvoettegenvaller, doordat de prijs Nationale Bestedingen neerwaarts is bijgesteld. Daar tegenover staat een neerwaartse bijstelling van de werkloosheidsuitgaven. Dit is het saldo van een meevaller door lagere werkloosheid en een tegenvaller op de bijstand als gevolg van de hogere asielinstroom.

De raming van de uitgaven aan de AOW is opwaarts bijgesteld als gevolg van de nieuwe CBS-bevolkingsprognose. Het aantal mensen met een AOW-uitkering stijgt als gevolg van de gestegen levensverwachting. Daarnaast hebben meer mensen recht op een hogere onvolledige AOW-uitkering dan eerder verwacht. Uit uitvoeringsinformatie van het UWV blijkt dat het aantal mensen dat recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering lager is dan eerder gedacht.

In het bestuursakkoord met gemeenten van afgelopen najaar is onder andere een verhoging van het budget voor maatschappelijke begeleiding afgesproken. Daarnaast is in het uitwerkingsakkoord Verhoogde Asielinstroom van dit voorjaar afgesproken dat het Rijk voor het participatiebudget voor gemeenten additionele middelen beschikbaar stelt. Gemeenten kunnen met deze middelen vergunninghouders helpen bij het vinden van werk. Ten slotte treedt als gevolg van het later uitbetalen van de WW een besparing op.

Budgettair Kader Zorg (BKZ)

Tabel 6: Kadertoets BKZ

(+ = tegenvaller in miljarden euro)

2016

Miljoenennota 2016

– 0,7

 

Ruilvoet

0,3

 

Groeiruimte cure

– 0,5

 

Besluitvorming overschrijdingen MSZ 2012 en 2013

– 0,1

 

Erasmus MC

0,1

 

Kasschuif MSZ

– 0,1

 

Overig

0,2

Voorjaarsnota 2016

– 0,8

Ten opzichte van de Miljoenennota 2016 kent het BKZ een additionele onderschrijding van 0,1 miljard euro. Deze onderschrijding is het saldo van een ruilvoettegenvaller en diverse ramingbijstellingen en mee- en tegenvallers.

In de verschillende zorgakkoorden zijn afspraken gemaakt over de toegestane groei in die sectoren. Deze vallen lager uit dan de oorspronkelijk beschikbaar gestelde middelen.

Naar aanleiding van bestuurlijk overleg met partijen van het bestuurlijk Hoofdlijnenakkoord Medisch-specialistische zorg is in verband met de geconstateerde overschrijdingen in 2012 70 miljoen euro in mindering gebracht op het beschikbare macrokader MSZ 2016.

In een bindend advies is de schadevergoeding die VWS aan Erasmus MC moet betalen vanwege het niet nakomen van twee toezeggingen uit 2009 vastgesteld op 235,9 miljoen euro (per ultimo 2014). VWS betaalt het Erasmus MC in 2016 een bedrag van 85 miljoen euro

Daarnaast heeft er een kasschuif plaatsgevonden om in 2016 niet benodigde middelen voor de overgang naar integrale tarieven toe te voegen aan het mbi-kader MSZ in latere jaren.

Tot slot hebben er zich diverse mee- en tegenvallers voorgedaan als gevolg van de actualisatie op basis van de voorlopige realisatiecijfers van de het Zorginstituut Nederland (ZiNl) en is besloten tot enkele intensiveringen voor onder andere de aanpak verwarde personen (15 miljoen euro) en de sectorale pensioensregeling UMC’s (17 miljoen euro).

4. Inkomsten

De raming van de belasting- en premieontvangsten 2016 is ten opzichte van de stand Miljoenennota 2016 per saldo met 1,0 miljard euro opwaarts bijgesteld.

Tabel 7: Belasting- en premieontvangsten 2016 op EMU-basis

(in miljarden euro)

Stand

MN 2016

Stand VJN 2016

Mutatie

Belastingen en premies volksverzekeringen

190,7

192,0

1,3

 

wv. belastingen

148,4

149,8

1,4

 

wv. premies volksverzekeringen

42,3

42,2

– 0,1

Premies werknemersverzekeringen

57,1

56,9

– 0,3

Totaal

247,8

248,9

1,0

Tabel 8 geeft een uitsplitsing van de oorsprong van de bijstelling van de raming. De endogene ontwikkeling, dat is de ontwikkeling van de inkomsten gerelateerd aan de economische ontwikkeling, zorgt voor 1,2 miljard euro hogere ontvangsten. Deze bijstelling volgt uit de doorwerking van de in 2015 gerealiseerde kasontvangsten, het economisch beeld op basis van het CEP 2016 en de gerealiseerde kasontvangsten tot en met de maand april. Deze meevaller van 1,2 miljard euro betreft vooral de positieve ramingsbijstellingen van de ontvangsten uit de loon- en inkomensheffing (1,0 miljard euro), de vennootschapsbelasting (0,4 miljard euro), de overdrachtsbelasting (0,2 miljard euro) en de accijnzen (0,1 miljard euro). Hier tegenover staat een neerwaartse bijstelling van de btw-ontvangsten van 0,5 miljard euro.

Tabel 8: Overzicht mutaties van de inkomsten sinds Miljoenennota 2016

(in miljarden euro)

Ontvangsten

Stand Miljoenennota 2016

247,8

     

Mutatie

1,0

 

wv. endogene groei

1,2

 

wv. Beleidsmaatregelen

– 0,2

     

Stand Voorjaarsnota 2016

248,9

De meevallers volgen vrijwel volledig uit de doorwerking van de gerealiseerde ontvangsten over 2015. De gerealiseerde ontvangsten over 2015 kwamen flink hoger uit dan bij Miljoenennota 2016 nog werd verwacht. De gerealiseerde ontvangsten over het eerste kwartaal 2016 bevestigen dit beeld. Het economisch beeld uit het CEP2016 heeft slechts geleid tot beperkte aanpassingen in de raming van de ontvangsten van deze belastingsoorten. De meevaller bij de vpb is overigens een saldo van fors neerwaarts bijgestelde vpb-ontvangsten uit de gaswinning en een forse meevaller bij de overige sectoren van het bedrijfsleven.

Het CEP 2016-beeld leidt wel tot een negatieve ramingsbijstelling bij de btw-ontvangsten in 2016 van 0,5 miljard euro. Dit is met name het gevolg van een negatieve bijstelling van de ontwikkeling van de consumptie van huishoudens.

Beleidsmaatregelen na de Miljoenennota 2016 zorgen ten slotte per saldo voor 0,2 miljard euro lagere ontvangsten. Dit betreft een saldo van plussen en minnen. Allereerst komt de gemiddelde nominale zorgpremie in 2016 lager uit dan bij Miljoenennota 2016 werd verwacht. Dit zorgt voor lagere ontvangsten uit de zorgpremies. Daarnaast leiden aanpassingen van het oorspronkelijke Belastingplan 2016 (opeenvolgende nota’s van wijzigingen en een novelle) tot een per saldo opwaartse bijstelling van de belastingontvangsten. Het gaat daarbij onder andere om maatregelen in de energiebelasting, de verbruiksbelasting, de accijns op rooktabak en verschillende schuiven binnen de loon- en inkomensheffing.

5. EMU-saldo en EMU-schuld

EMU-saldo

Tabel 9 geeft de ontwikkeling van het EMU-saldo weer ten opzichte van de raming in Miljoenennota 2016.

Tabel 9: Verticale toelichting EMU-saldo

(in procenten bbp, + is verbetering saldo)

2016

EMU-saldo Miljoenennota 2016

– 1,5

   

Uitgaven

 

Uitgaven RBG-eng

0,1

Sociale zekerheid

0,1

Zorg

0,1

Rentelasten

0,1

Inkomsten

0,1

Gasbaten

– 0,4

Overig

0,1

   

EMU-saldo Voorjaarsnota 2016

– 1,4

Het EMU-saldo is licht verbeterd ten opzichte van de raming bij Miljoenennota 2016. Tegenover lagere aardgasbaten als gevolg van de productievermindering in het Groningenveld en de lagere marktprijs voor gas staat dat het EMU-saldo verbetert door het houden van de uitgavenkaders. Daarnaast vallen de rentelasten en de inkomsten mee.

Tot slot is er voor de aanpak van de aardbevingsproblematiek een meerjarenprogramma opgezet. In de jaren 2016 t/m 2024 is hiervoor 244,2 miljoen euro beschikbaar vanuit de gasbaten, waarvan 98,9 miljoen in 2016. Dit geld zal in aanvulling op de 1,2 miljard uit het bestuurlijk akkoord worden ingezet voor Groningen samenhangend met aardbevingen.

EMU-schuld

De EMU-schuld komt dit jaar naar verwachting uit op 64,4 procent bbp. Dit is een verbetering van 1,8 procentpunt bbp ten opzichte van de raming uit de Miljoenennota 2016. Tabel 10 geeft de ontwikkeling van de geraamde EMU-schuld weer.

Tabel 10: Verticale toelichting EMU-schuld

(in procenten bbp)

2016

EMU-schuld Miljoenennota 2016

66,2

   

Doorwerking schuld 2015

– 2,3

Noemereffect

0,5

Kastransverschillen

0,1

Renteswaps

– 0,1

Overig

0,1

   

EMU-schuld Voorjaarsnota 2016

64,4

De realisatie van de overheidsschuld in 2015 werkt ook door in de raming van de overheidsschuld voor 2016. De overheidsschuld in 2015 is ongeveer 16 miljard euro lager uitgekomen dan verwacht bij Miljoenennota 2016.

Het noemereffect verhoogt juist de schuld in procenten van het bbp. Dit wordt veroorzaakt doordat de huidige raming van het bbp voor 2016 ongeveer 5 miljard euro lager ligt dan geraamd bij Miljoenennota 2016.

Verder leiden de kastransverschillen tot een licht hogere schuld terwijl de opbrengsten van het beëindigen van renteswaps juist een schuldverlagend effect hebben. De post «overig» bevat onder andere de hogere studieleningen.

Voor Nederland is de preventieve arm van het Stabiliteits- en Groeipact van toepassing. Op basis van de cijfers uit het Stabiliteitsprogramma en de lenteraming van de Commissie is de Commissie van mening dat Nederland in 2016 «broadly compliant» is met de eisen van het Stabiliteits- en Groeipact. Het structureel saldo was bij de lenteraming geraamd op – 1,5 procent bbp. Uitgaande van de output gap uit het CEP is het structureel saldo in deze Voorjaarsnota nu geraamd op – 1,2 procent bbp. Het kabinet blijft zoals ook is vastgelegd in het regeerakkoord volledig gecommitteerd aan de Europese begrotingsregels.

Figuur 1: EMU-saldo en EMU-schuld 2016 (eurozone, in percentage bbp)

Figuur 1: EMU-saldo en EMU-schuld 2016 (eurozone, in percentage bbp)

Bron: European Economic Forecast – Spring 2016 (Europese Commissie), met uitzondering van Nederland, waarvoor de ramingen uit de Voorjaarsnota zijn gebruikt.

Figuur 1 en 2 tonen dat het Nederlandse feitelijk en structureel saldo ongeveer gelijk zijn aan het gemiddelde in de Eurozone. Lidstaten die het Fiscal Compact hebben ondertekend, hebben zichzelf gecommitteerd aan een minimaal streefcijfer voor het structureel saldo van – 0,5 procent bbp om naar toe te werken. Indien er sprake is van schuldniveaus onder de 60% en lage lange termijn risico’s voor houdbaarheid is dit minimale streefcijfer – 1,0 procent bbp.

Figuur 2: Structureel saldo en EMU-schuld 2016 (eurozone, in percentage bbp)

Figuur 2: Structureel saldo en EMU-schuld 2016 (eurozone, in percentage bbp)

Bron: European Economic Forecast – Spring 2016 (Europese Commissie), met uitzondering van Nederland, waarvoor de ramingen uit de Voorjaarsnota zijn gebruikt.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

BIJLAGE 1: BUDGETTAIRE KERNGEGEVENS

(in miljarden euro)

2016

Inkomsten (belastingen en sociale premies)

248,9

   

Netto uitgaven onder het uitgavenkader

251,6

Rijksbegroting in enge zin

107,3

Sociale Zekerheid en Arbeidsmarktbeleid

77,1

Budgettair Kader Zorg

67,2

Overige netto uitgaven

5,2

Gasbaten

– 2,1

Rentelasten

7,2

Zorgtoeslag

4,4

Overig

– 4,3

Totale netto uitgaven

256,8

   

EMU-saldo centrale overheid

– 7,9

   

EMU-saldo lokale overheden

– 1,9

   

Feitelijk EMU-saldo

– 9,8

Feitelijk EMU-saldo (in procenten bbp)

– 1,4

   

EMU-schuld (miljarden euro)

451

EMU-schuld (in procenten bbp)

64,4

   

Bruto binnenlands product (bbp)

699

BIJLAGE 2: VERTICALE TOELICHTING

De verticale toelichting bevat een cijfermatig overzicht voor alle begrotingen van budgettaire veranderingen die zich hebben voorgedaan in de uitgaven en niet-belastingontvangsten sinds de Ontwerpbegroting 2016.

De tabel op de volgende pagina geeft inzicht in het totaal van mutaties per begroting. Verder wordt per begroting een cijfermatig overzicht gepresenteerd van de voornaamste mutaties, gevolgd door een toelichting hierop. Voor een meer gedetailleerde toelichting op de mutaties wordt verwezen naar de afzonderlijke suppletoire begrotingen.

De verticale toelichting per begrotingshoofdstuk onderscheidt drie categorieën mutaties:

  • 1. mee- en tegenvallers;

  • 2. beleidsmatige mutaties;

  • 3. technische mutaties.

Alle overboekingen, desalderingen, statistische correcties en mutaties die niet onder een kader vallen, zijn in de laatste categorie technische mutaties geclusterd. Ingeval samenhangende mutaties in meerdere categorieën voorkomen, worden deze eenmaal toegelicht.

De totalen per begroting worden in eerste instantie gepresenteerd exclusief de bedragen die onder de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) vallen. Door middel van een aansluitregel wordt het deel van de begroting dat onder HGIS valt, zichtbaar gemaakt. De laatste regel geeft per begroting de totaalstand inclusief HGIS aan. De veranderingen die optreden binnen het HGIS-deel van de begroting worden gepresenteerd en toegelicht in de verticale toelichting van alle HGIS-uitgaven.

De ondergrens is afhankelijk van de omvang van de begroting en verschilt voor de verschillende categorieën mutaties. De post diversen bevat de mutaties die onder de ondergrens vallen en wordt in principe alleen toegelicht, indien zich bijzonderheden voordoen.

Samenvattend overzicht mutaties voor 2016 bij Voorjaarsnota

 

Bedragen in miljoenen euro’s

Mutaties uitgaven

Mutaties ontvangsten

Departementale begrotingen

I

De Koning

0,8

0,0

IIA

Staten Generaal

6,0

0,1

IIB

Hoge Colleges van Staat

7,8

0,0

III

Algemene Zaken

1,7

0,3

IV

Koninkrijksrelaties

5,0

6,3

V

Buitenlandse Zaken

– 503,2

– 14,0

VI

Veiligheid en Justitie

1.573,2

616,1

VII

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

176,7

95,7

VIII

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

1.526,3

– 24,9

IXA

Nationale Schuld

– 135,8

2.551,0

IXB

Financiën

315,0

128,3

X

Defensie

135,2

1,7

XII

Infrastructuur en Milieu

– 65,2

23,0

XIII

Economische Zaken

391,1

– 3.428,5

XV

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

462,4

125,5

XVI

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

264,5

15,5

XVII

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

0,0

0,0

XVIII

Wonen en Rijksdienst

468,8

166,6

 
 

Sociale Zekerheid

– 322,1

83,7

 

Budgettair kader Zorg

– 694,3

– 21,9

 

Gemeentefonds

362,9

0,0

 

Provinciefonds

141,4

0,0

 

Infrastructuurfonds

118,2

118,2

 

Diergezondheidsfonds

13,4

13,4

 

Accres Gemeentefonds

– 16,7

0,0

 

Accres Provinciefonds

4,7

0,0

 

BES fonds

0,0

0,0

 

Deltafonds

48,4

48,4

 

Prijsbijstelling

– 436,8

0,0

 

Arbeidsvoorwaarden

– 1.094,7

0,0

 

Koppeling Uitkeringen

– 20,6

0,0

 

Aanvullende Post Algemeen

– 3.073,3

0,0

 

Homogene Groep Internationale Samenwerking

479,6

65,5

I De Koning

I DE KONING: UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

40,6

40,6

40,5

40,6

40,6

 

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

0,1

0,0

0,0

0,0

0,0

     

0,1

0,0

0,0

0,0

0,0

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

0,6

0,6

0,6

0,6

0,6

     

0,6

0,6

0,6

0,6

0,6

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

0,8

0,6

0,6

0,6

0,6

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

41,3

41,2

41,2

41,2

41,2

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

41,3

41,2

41,2

41,2

41,2

I DE KONING: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

     

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

IIA Staten-Generaal

IIA STATEN-GENERAAL: UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

139,6

139,6

136,2

134,7

134,7

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

2,9

0,0

0,0

0,0

0,0

     

2,9

0,0

0,0

0,0

0,0

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

3,1

3,0

2,9

2,9

2,9

     

3,1

3,0

2,9

2,9

2,9

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

6,0

3,0

2,9

2,9

2,9

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

145,6

142,6

139,1

137,6

137,6

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

145,6

142,6

139,1

137,6

137,6

IIA STATEN-GENERAAL: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

5,2

5,2

5,2

5,2

5,2

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

0,1

0,1

0,1

0,1

0,1

     

0,1

0,1

0,1

0,1

0,1

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

0,1

0,1

0,1

0,1

0,1

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

5,3

5,2

5,2

5,2

5,2

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

5,3

5,2

5,2

5,2

5,2

Diversen (beleidsmatige mutaties – uitgaven)

Onder de post diversen vallen hoofdzakelijk de verschillende activiteiten die de Tweede Kamer in het kader van het Nederlands EU-voorzitterschap in 2016 onderneemt. Daarnaast betreft dit de uitloop van projecten uit 2015.

Diversen (technische mutaties – uitgaven)

Hieronder valt onder meer de uitkering van de loon- en prijsbijstelling tranche 2016. Deze tranche bestaat uit een vergoeding voor sociale werkgeverslasten en de contractloonontwikkeling. Daarbovenop ontvangen departementen bij de loonbijstelling incidentele compensatie voor een deel van de kosten voor werkgevers van de herstelopslag van het ABP voor 2016.

Tot slot worden CAO middelen van de Aanvullende Post overgemaakt naar de departementale begrotingen. Overheidswerkgevers en drie centrales van overheidspersoneel hebben een bovensectorale overeenkomst loonruimte publieke sector gesloten. Ter financiering van de afspraak is 400 mln. gereserveerd op de Aanvullende Post.

Diversen (ontvangsten)

Dit betreft een structurele aanpassing van de ontvangstenraming van de Eerste Kamer.

IIB Overige Hoge Colleges van Staat

IIB OVERIGE HOGE COLLEGES VAN STAAT EN KABINETTEN: UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

109,3

105,6

104,6

104,6

104,7

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

4,2

4,5

3,2

3,2

3,2

     

4,2

4,5

3,2

3,2

3,2

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

3,6

2,7

2,7

2,7

2,7

     

3,6

2,7

2,7

2,7

2,7

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

7,8

7,2

5,9

5,9

5,9

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

117,1

112,9

110,5

110,5

110,7

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

117,1

112,9

110,5

110,5

110,7

IIB OVERIGE HOGE COLLEGES VAN STAAT EN KABINETTEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

5,7

5,7

5,7

5,7

5,7

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

5,7

5,7

5,7

5,7

5,7

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

5,7

5,7

5,7

5,7

5,7

Diversen (beleidsmatige mutaties- uitgaven)

De meerjarige bijstelling voor het Hoger Beroep Vreemdelingen leidt tot een verhoging van de uitgavenraming van de Raad van State voor 2016 en verder. Andere posten die in 2016 onder diversen vallen betreffen investeringskosten voor de introductie van het programma Kwaliteit en Innovatie en de Rechtspraak en tegenvallers in het budgettaire beeld van de kabinetten van de Gouverneur door de huidige dollarkoers.

Diversen (technische mutaties)

Hieronder valt onder meer de uitkering van de loon- en prijsbijstelling tranche 2016. Deze tranche bestaat uit een vergoeding voor sociale werkgeverslasten en de contractloonontwikkeling. Daarbovenop ontvangen departementen bij de loonbijstelling incidentele compensatie voor een deel van de kosten voor werkgevers van de herstelopslag van het ABP voor 2016.

Tot slot worden CAO middelen van de Aanvullende Post overgemaakt naar de departementale begrotingen. Overheidswerkgevers en drie centrales van overheidspersoneel hebben een bovensectorale overeenkomst loonruimte publieke sector gesloten. Ter financiering van de afspraak is 400 mln. gereserveerd op de Aanvullende Post.

III Algemene Zaken

III ALGEMENE ZAKEN: UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

63,2

62,7

61,4

61,4

61,4

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

0,9

0,0

0,0

0,0

0,0

     

0,9

0,0

0,0

0,0

0,0

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

0,7

0,7

0,7

0,7

0,7

     

0,7

0,7

0,7

0,7

0,7

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

1,7

0,7

0,7

0,7

0,7

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

64,8

63,5

62,1

62,1

62,2

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

64,8

63,5

62,1

62,1

62,2

III ALGEMENE ZAKEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

6,8

6,8

6,7

6,7

6,7

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

0,3

0,0

0,0

0,0

0,0

     

0,3

0,0

0,0

0,0

0,0

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

0,3

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

7,1

6,8

6,7

6,7

6,7

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

7,1

6,8

6,7

6,7

6,7

Diversen (beleidsmatige en technische mutaties – uitgaven en ontvangsten)

Dit betreft bij de uitgaven onder andere een saldo van het bijboeken van de eindejaarsmarge (0,6 mln.) en van de CAO-middelen vanuit de Aanvullende Post (1,5 mln.). Bij de ontvangsten betreft het met name de winstuitkering (0,2 mln.) van het agentschap Dienst Publiek en Communicatie (DPC).

IV Koninkrijksrelaties

IV KONINKRIJKSRELATIES: UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

257,5

292,6

268,4

124,1

123,2

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

– 2,6

4,3

5,6

0,0

0,0

     

– 2,6

4,3

5,6

0,0

0,0

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

7,6

1,2

1,1

1,1

1,1

     

7,6

1,2

1,1

1,1

1,1

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

5,0

5,5

6,8

1,1

1,1

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

262,5

298,1

275,2

125,2

124,3

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

262,5

298,1

275,2

125,2

124,3

IV KONINKRIJKSRELATIES: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

36,5

36,5

36,5

36,5

36,5

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

6,3

0,0

0,0

0,0

0,0

     

6,3

0,0

0,0

0,0

0,0

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

6,3

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

42,8

36,5

36,5

36,5

36,5

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

42,8

36,5

36,5

36,5

36,5

Diversen (beleidsmatige mutaties – uitgaven)

De oprichting van de Integriteitkamer Sint Maarten loopt uit. Daarnaast wordt in de periode 2016–2018 de rechtshandhaving op Sint Maarten versterkt. Binnen de waarborgfunctie vindt hiervoor deels herprioritering plaats.

Diverse (technische mutaties – uitgaven)

Hieronder valt onder meer de uitkering van de loon- en prijsbijstelling tranche 2016. Deze tranche bestaat uit een vergoeding voor sociale werkgeverslasten en de contractloonontwikkeling. Daarbovenop ontvangen departementen bij de loonbijstelling incidentele compensatie voor een deel van de kosten voor werkgevers van de herstelopslag van het ABP voor 2016.

Tot slot worden CAO middelen van de Aanvullende Post overgemaakt naar de departementale begrotingen. Overheidswerkgevers en drie centrales van overheidspersoneel hebben een bovensectorale overeenkomst loonruimte publieke sector gesloten. Ter financiering van de afspraak is 400 mln. gereserveerd op de Aanvullende Post.

Diversen (technische mutaties – ontvangsten)

Onder de post diversen vallen onder andere de definitieve afrekening uit de Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen (SONA) en de terugontvangst van een deel van de Nederlandse bijdrage aan Fondo Desaroyo Aruba (FDA).

V Buitenlandse Zaken

V BUITENLANDSE ZAKEN: UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

7.650,8

7.617,1

7.947,9

8.158,3

8.299,8

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Additionele overige inkomsten

– 69,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Restitutie invoerrechten

– 37,6

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Restitutie over bruto nabetaling

– 66,2

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Teruggave surplus 2015

– 62,3

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Tweede terugbetaling 2014

– 268,7

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Diversen

0,7

0,0

0,0

0,0

0,0

     

– 503,1

0,0

0,0

0,0

0,0

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

– 503,2

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

7.147,6

7.617,1

7.947,9

8.158,3

8.299,8

Totaal Internationale samenwerking

1.421,8

1.352,0

1.363,1

1.344,7

1.376,4

Stand Voorjaarsnota 2016

8.569,5

8.969,1

9.311,0

9.503,0

9.676,1

V BUITENLANDSE ZAKEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

2.402,9

598,7

610,8

623,2

635,9

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

– 14,0

0,0

0,0

0,0

0,0

     

– 14,0

0,0

0,0

0,0

0,0

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

– 14,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

2.388,9

598,7

610,8

623,2

635,9

Totaal Internationale samenwerking

64,9

64,9

64,9

64,9

64,9

Stand Voorjaarsnota 2016

2.453,8

663,6

675,7

688,2

700,8

Algemeen

De omvang van de nationale afdrachten wordt bepaald door de omvang van de Europese begroting. Tegelijkertijd is de omvang van de Nederlandse afdrachten ook relatief ten opzichte van de overige lidstaten. De EU ontvangt haar inkomsten uit verschillende afdrachten van de lidstaten, zoals invoerrechten, BTW-afdrachten en BNI-afdrachten (dit zijn uitgaven voor Nederland). Deze EU-inkomsten worden ook wel de «eigen middelen» van de EU genoemd. Nederland ontvangt op de EU-afdrachten een jaarlijkse korting. Deze korting is opgebouwd uit een lager tarief voor BTW-afdrachten en een vaste korting (lumpsum) op de BNI-afdrachten.

Hieronder vindt u verschillende mutaties op de raming van het Nederlandse deel van de EU-afdrachten, die in begrotingsjaar 2016 tot nu toe hebben plaatsgevonden. Een deel van deze mutaties zijn het gevolg van de vertraagde aanname van de achtste aanvullende begroting 2015 (DAB8). Door de vertraagde aanname doen de volgende meevallers zich voor in het jaar 2016 in plaats van in het jaar 2015:

Achtste aanvullende begroting 2015 (DAB8):

  • Tweede terugbetaling nacalculatie 2014: De tweede terugbetaling van de nacalculatie over 2014 wordt, door de vertraging van de aanname van de DAB8 door het Europees Parlement, in 2016 verwerkt. Door valuta-effecten (samenhangend met de wisselkoers van de Britse Pond) is de tweede terugbetaling uitgekomen op 269 mln.

  • Restitutie over bruto nabetaling: Met de nacalculatie zijn in 2015 de grondslagen van de BTW- en BNI-afdrachten opnieuw bijgesteld. De bijstellingen van de BNI grondslagen vloeiden voort uit de bronnenrevisie die in 2014 plaatsvond en uit een nieuwe herziening door het CBS in samenwerking met de DNB, waardoor de nationale rekeningen en de betalingsbalans beter op elkaar aansluiten. Dit heeft voor Nederland in 2015 geleid tot een bruto nabetaling. Door de vertraagde aanname van de DAB8 ontvangt Nederland de bijbehorende restitutie van deze nacalculatie in 2016. Dit leidt tot een lagere Nederlandse afdracht in 2016. Restitutie invoerrechten: Door de vertraagde aanname van DAB8 ontvangt Nederland het Nederlands aandeel in de hoger dan eerder geraamde invoerrechten in 2016.

  • Restitutie additionele overige inkomsten: Door de vertraagde aanname van de DAB8 ontvangt Nederland het Nederlandse aandeel in o.a. de hogere boete-inkomsten van de Europese Commissie in 2016.

Teruggave surplus 2015

Op 15 april presenteerde de Europese Commissie het surplus over de Europese begroting van 2015. Dit surplus wordt gerestitueerd aan de lidstaten. De Nederlandse afdrachten zijn zodoende in 2016 ver laagd met 62 miljoen euro.

Niet-belastingsontvangsten; diversen

Lidstaten mogen een deel van de door de lidstaat zelf geïnde invoerrechten houden. In de jaren 2014 en 2015 was dit 25% van de geïnde invoerrechten. De Europese Commissie brengt dit percentage met terugwerkende kracht terug naar 20%, als het eigen middelen besluit later dit jaar wordt geratificeerd. De raming van de Nederlandse perceptiekostenvergoedingen in 2014 en 2015 is (vooruitlopend op de ratificatie) al naar beneden bijgesteld in de begroting 2016. De raming van deze bijstelling wordt aangepast aan de hand van nieuw inzicht in de omvang van de invoerrechten in 2014 en 2015.

VI Veiligheid en Justitie

VI VEILIGHEID EN JUSTITIE: UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

11.411,6

11.111,7

10.679,5

10.711,1

10.732,3

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Asiel: coa

659,7

235,0

0,0

0,0

0,0

   

Asiel: gemeentelijk versnellingsarrangement

39,8

77,2

32,4

0,0

0,0

   

Asiel: ind

83,5

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Asiel: nidos

133,5

161,0

0,0

0,0

0,0

   

Asiel: politie vreemdelingen

48,5

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Cao politie

92,4

27,0

27,0

27,0

27,0

   

Extra middelen om

15,0

15,0

15,0

15,0

15,0

   

Extra middelen rechtspraak

20,0

25,0

25,0

25,0

25,0

   

Herijking huurverlaging rvb

0,0

– 26,0

0,0

– 108,0

– 104,0

   

Intensivering fraudebestrijding

5,0

17,0

20,0

20,0

20,0

   

Invulling negatieve eindejaarsmarge

58,8

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Kasschuif

– 2,3

– 38,0

– 50,0

44,0

46,0

   

Nationale politie

96,0

31,0

27,0

49,0

55,0

   

Negatieve eindejaarsmarge (b&t)

– 58,8

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Reactie commissie wolfsen

– 1,0

66,0

65,0

49,0

39,0

   

Samenwerking bedrijfsvoering venj

0,0

– 10,0

– 15,0

– 15,0

– 15,0

   

Diversen

50,8

19,3

25,0

25,4

24,8

     

1.240,9

599,5

171,4

131,4

132,8

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Frictiekosten huisvesting masterplan dji

58,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Loonbijstelling

186,9

164,3

159,1

159,6

160,0

   

Middelen cao-akkoord

70,1

70,1

70,1

70,1

70,1

   

Diversen

17,3

2,9

– 0,4

0,2

0,2

     

332,3

237,3

228,8

229,9

230,3

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

1.573,2

836,8

400,3

361,3

363,1

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

12.984,8

11.948,5

11.079,8

11.072,4

11.095,4

Totaal Internationale samenwerking

34,3

49,4

32,9

32,9

32,9

Stand Voorjaarsnota 2016

13.019,1

11.997,9

11.112,7

11.105,3

11.128,4

VI VEILIGHEID EN JUSTITIE: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

1.517,1

1.515,5

1.534,0

1.552,4

1.565,8

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Boeten en transacties maatregelen

26,5

47,9

46,8

50,5

62,2

   

Herijking huurverlaging rvb

40,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Intrekken verhoging griffierechten

– 24,1

– 24,5

– 25,3

– 26,3

– 26,2

   

Inzet asielreserve

238,9

161,4

0,0

0,0

0,0

   

Ontvangsten eu herverdeling

27,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Opbrengst grote schikking

258,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Opbrengst grote schikkingen

100,0

100,0

100,0

100,0

100,0

   

Opbrengst intensivering fraudebestrijding

8,0

26,0

35,0

78,0

80,0

   

Tegenvaller boeten en transacties

– 40,7

– 47,9

– 46,8

– 50,5

– 62,2

   

Verlaging eigen bijdrage strafproces

– 27,0

– 10,0

– 11,0

– 11,0

– 11,0

   

Diversen

– 6,4

– 9,5

– 9,6

– 9,7

– 9,7

     

600,2

243,4

89,1

131,0

133,1

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

15,8

15,0

15,0

15,0

15,0

     

15,8

15,0

15,0

15,0

15,0

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

616,1

258,4

104,1

146,0

148,1

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

2.133,2

1.773,9

1.638,1

1.698,4

1.713,9

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

2.133,2

1.773,9

1.638,1

1.698,4

1.713,9

Asiel algemeen

Door de verhoogde asielinstroom is de begroting van het Ministerie van Veiligheid en Justitie zowel in het najaar van 2015 (zie ook de migratiebijlage bij de Najaarsnota 2015) als bij Voorjaarsnota 2016 op verschillende punten aangepast. Deze verticale toelichting maakt de voorgestelde wijzigingen inzichtelijk, uitgesplitst naar organisatieonderdeel.

Asiel: coa

De hogere kosten voor VenJ op het gebied van asiel zijn gebaseerd op een asielinstroom in 2016 van 58.000. De kosten onder deze post zijn voor de opvang van asielzoekers.

Asiel: gemeentelijk versnellingsarrangement

In de migratiebijlage bij Najaarsnota 2015 (Kamerstuk 34 350, nr. 1) is aangekondigd dat er door het afgesloten bestuursakkoord met medeoverheden in 2016 middelen beschikbaar komen voor gemeenten en woningcorporaties. Het gemeentelijk versnellingsarrangement (GVA) maakt hier onderdeel van uit. Het GVA is inzetbaar door gemeenten als individuele, tijdelijke huisvestingsoplossing als permanente huisvesting niet mogelijk is. Het budget komt via het COA bij gemeenten.

Asiel: ind

In verband met de verhoogde asielinstroom heeft de Immigratie- en Naturalisatiedienst extra kosten voor het behandelen van de asielaanvragen. In deze post is de doelmatigheidstaakstelling van 7 mln. verwerkt, waartoe bij Najaarsnota is besloten.

Asiel: nidos

Door de verhoogde asielinstroom heeft Nidos extra kosten voor de voogdij en opvang van alleenstaande minderjarige vreemdelingen.

Asiel: politie vreemdelingen

De politie maakt in 2016 extra kosten in verband met de verhoogde asielinstroom, zowel voor de eerste identificatie van asielzoekers, als voor de inzet als gevolg van verstoringen van de openbare orde.

Cao politie

Binnen de reservering uit de begrotingsbrief van 20 november 2015 (Kamerstuk 34 300 VI, nr. 23) is dit jaar 43 mln. beschikbaar ter dekking van de in 2015 afgesloten cao Nationale Politie. De beschikbare middelen voor de Politie-cao in 2015 zijn niet tot uitbetaling gekomen in 2015. Daarom zijn deze middelen (49,4 mln.) door middel van een kasschuif doorgeschoven naar 2016, waardoor het bedrag in 2016 hoger uitvalt dan in de jaren daarna.

Extra middelen om

Naar aanleiding van de begrotingsbrief van november 2015 is er in een nota van wijziging structureel 15 mln. beschikbaar gesteld op de begroting van VenJ voor investeringen ict bij het Openbaar Ministerie.

Extra middelen rechtspraak

In de begrotingsbrief van november 2015 is er structureel 25 mln. beschikbaar gesteld op de begroting van VenJ voor de Raad voor de Rechtspraak voor de financiering van het digitaliseringsprogramma KEI.

Herijking huurverlaging rvb

Een herijking van de tarieven die het Rijksvastgoedbedrijf voor het Rijkshuisvestingssysteem leidt tot een meevaller in de huurlasten. Deze meevaller, een verlaging van de toekomstige uitgaven, is als dekking ingezet in de begrotingsbrief van november 2015.

Intensivering fraudebestrijding

In de begrotingsbrief van november 2015 is er een investering gedaan in de aanpak van witwassen en corruptie. Dit zal naar verwachting leiden tot extra ontvangsten (zie ook Ontvangsten – Opbrengst intensivering fraudebestrijding)

Invulling negatieve eindejaarsmarge

De negatieve eindejaarsmarge die in 2015 is ontstaan door een tegenvaller op de verkeersboeteopbrengsten als gevolg van politieacties in 2015 wordt van dekking voorzien vanuit de beschikbare ruimte binnen het totale uitgavenkader op de rijksbegroting (zie ook Uitgaven – Negatieve eindejaarsmarge (b&t)).

Kasschuif

In het kader van de begrotingsbrief van november 2015 is er structureel 250 mln. vrijgemaakt t.b.v. de begroting van VenJ. Hierbij is ook structureel 250 mln. aan dekking aangeleverd. Om de dekkingsvoorstellen in het juiste ritme te brengen, is er een kasschuif nodig. De kasschuif is op de begroting van VenJ ingepast.

Nationale politie

Binnen de reservering uit de begrotingsbrief van 20 november 2015 zijn er intensiveringsmiddelen beschikbaar gesteld t.b.v. de Nationale Politie.

Negatieve eindejaarsmarge (b&t)

In 2015 is er een tegenvaller ontstaan op de verkeersboeteontvangsten (b&t), veroorzaakt door de politieacties in 2015. Deze tegenvaller is d.m.v. een negatieve eindejaarsmarge doorgeschoven naar 2016 (zie ook Uitgaven – Invulling negatieve eindejaarsmarge).

Reactie commissie wolfsen

De maatregelen die genomen worden in het kader van de rechtsbijstand naar aan leiding van het onderzoek door de Commissie Wolfsen leiden tot besparingsverliezen bij de stelselherziening rechtsbijstand.

Samenwerking bedrijfsvoering venj

In de begrotingsbrief van november 2015 is opgenomen dat binnen de apparaatsuitgaven van VenJ structureel 15 mln. zal worden vrijgemaakt. Deze besparing wordt gerealiseerd door een verdergaande samenwerking van de diverse bedrijfsvoeringsdiensten binnen het gehele ministerie.

Diversen (beleidsmatige mutaties)

Deze post is een optelling van verschillende kleinere mutaties, waaronder extra middelen t.b.v. de aanbevelingen van de Commissie Hoekstra (10 mln. structureel) en extra middelen voor innovatie en ontwikkeling voor het NFI (5 mln. structureel) in het kader van de begrotingsbrief van november 2015. Ook extra kosten voor asiel (Dienst Terugkeer en Vertrek, Raad voor de Rechtspraak, rechtsbijstand en Vluchtelingenwerk Nederland) vallen onder deze post.

Frictiekosten huisvesting masterplan dji

Voor de uitvoering van het Masterplan DJI worden er middelen (t.b.v. frictiekosten vastgoed) van de Aanvullende Post overgeheveld naar de begroting van VenJ.

Loonbijstelling

De loonbijstelling tranche 2016 wordt overgemaakt naar de departementale begrotingen. Deze tranche bestaat uit een vergoeding voor sociale werkgeverslasten en de contractloonontwikkeling. Daarbovenop ontvangen departementen bij de loonbijstelling incidentele compensatie voor een deel van de kosten voor werkgevers van de herstelopslag van het ABP voor 2016.

Middelen cao-akkoord

Overheidswerkgevers en drie centrales van overheidspersoneel hebben een bovensectorale overeenkomst loonruimte publieke sector gesloten. Ter financiering van de afspraak is 400 mln. gereserveerd op de Aanvullende Post. Deze middelen worden naar rato overgemaakt naar de departementale begrotingen.

Diversen (technische mutaties)

De post diversen is een optelling van verschillende mee- en tegenvallers, waaronder een desaldering van 15 mln. bij JustID (zie ook Ontvangsten – Diversen (technische mutaties)).

Boeten en transacties maatregelen

De tegenvaller bij Boetes & Transacties wordt voor 2016 en verder gedekt door het nemen van maatregelen op het terrein van verkeershandhaving en door de indexering van verkeersboetes op te nemen in de meerjarenraming.

Herijking huurverlaging rvb

Een herijking van de tarieven van het Rijkshuisvestingssysteem leidt tot een meevaller in de huurlasten. Deze meevaller is als dekking ingezet in de begrotingsbrief van november 2015 (zie ook Uitgaven – Herijking huurverlaging rvb).

Intrekken verhoging griffierechten

In de begrotingsbrief van november 2015 is aangekondigd dat het wetsvoorstel aanpassing griffierechten wordt ingetrokken.

Inzet asielreserve

De beschikbare middelen in de asielreserve worden ingezet ten behoeve van de dekking van de kosten voor de hogere asielinstroom (zie ook Uitgaven – Asiel: coa).

Ontvangsten eu herverdeling

In de begrotingsbrief van november 2015 is opgenomen dat de helft (27 mln.) van de tegemoetkoming vanuit de EU wordt ingezet ter dekking van de extra middelen voor de IND en Nidos die bij Najaarsnota 2015 zijn toegekend.

Opbrengst grote schikking

In de zaak met het telecombedrijf Vimpelcom is er in 2016 een schikking getroffen van 358 mln. Ten opzichte van de raming voor 2016 voor schikkingen groter dan 10 mln., (100 mln.) is 258 mln. meer ontvangen. Dit bedrag komt ten gunste van het generale beeld.

Opbrengst grote schikkingen

In de begrotingsbrief van november 2015 is opgenomen dat (gelet op de ontwikkeling van grote schikkingen in de laatste jaren) voor schikkingen groter dan 10 mln. een aparte post ad. 100 mln. wordt opgenomen op de begroting van VenJ. Omdat de voorspelbaarheid per jaar zeer beperkt is, is besloten dat afwijkingen in de realisatie op dit onderdeel niet ten laste of ten gunste van de begroting van VenJ komen, maar binnen het rijksbrede uitgavenkader worden opgevangen.

Opbrengst intensivering fraudebestrijding

De investering in de aanpak van witwassen en corruptie (zie Uitgaven – Intensivering fraudebestrijding) zal naar verwachting leiden tot extra ontvangsten op de begroting van VenJ oplopend tot 80 mln. in 2020.

Tegenvaller boeten en transacties

Als gevolg van o.a. de verhoging van de maximumsnelheid naar 130 km/u op een aantal snelwegen en het opnemen van gedragseffecten in de verkeersboeteraming, doet zich een structurele tegenvaller voor.

Verlaging eigen bijdrage strafproces

In de begrotingsbrief van november 2015 is aangekondigd dat het wetsvoorstel eigen bijdrage strafproces wordt verzacht. De forfaitaire bedragen worden met 25% verlaagd ten opzichte van het eerdere wetsvoorstel.

Diversen (beleidsmatige mutaties)

Deze post bestaat uit enkele tegenvallers, waaronder het intrekken van de wet eigen bijdrage detentie (9,7 mln. structureel) in het kader van de begrotingsbrief in november 2015.

Diversen (technische mutaties)

De post diversen is een optelling van verschillende mee- en tegenvallers, waaronder een desaldering van 15 mln. bij JustID (zie ook Uitgaven – Diversen technische mutaties).

VII Binnenlandse Zaken

VII BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES: UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

683,1

592,2

584,6

587,5

588,0

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Ejm hxviii

– 102,4

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Referendum oekraïne

31,5

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Diversen

– 4,8

4,8

– 1,2

– 1,3

– 1,9

     

– 75,7

4,8

– 1,2

– 1,3

– 1,9

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Bijdrage gf referendum 6 april

– 30,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Bijdrage sso fmh

47,6

46,0

44,8

44,4

44,3

   

Dva ontvangsten

65,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Ejm huurtoeslag 2015

132,5

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Diversen

37,4

17,1

16,3

15,5

13,7

     

252,5

63,1

61,1

59,9

58,0

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

176,7

67,8

59,9

58,6

56,2

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

859,8

660,1

644,4

646,1

644,2

Totaal Internationale samenwerking

0,2

0,2

0,2

0,2

0,2

Stand Voorjaarsnota 2016

860,0

660,2

644,6

646,2

644,3

VII BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

42,0

57,0

56,9

56,7

56,7

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Dva ontvangsten

65,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Diversen

30,7

2,9

0,0

0,0

0,0

     

95,7

2,9

0,0

0,0

0,0

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

95,7

2,9

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

137,8

59,9

56,9

56,7

56,7

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

137,8

59,9

56,9

56,7

56,7

EJM HXVIII/ Ejm huurtoeslag 2015

Dit betreft de eindejaarsmarge van Hoofdstuk XVIII – Wonen en Rijksdienst. De eindejaarsmarge van HXVIII wordt ontvangen op HVII en vervolgens doorverdeeld naar HXVIII.

Referendum Oekraïne

De totale kosten voor het referendum over het associatieverdrag met Oekraïne bedragen 35 mln. Aan de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) wordt hiervoor een bedrag van 31,5 mln. toegevoegd.

Diversen (beleidsmatige mutaties – uitgaven)

Dit betreft onder meer structurele kosten in verband met het instellen van een Huis voor de Klokkenluiders, kosten voor Operatie Basisregistratie Personen en inzet van het surplus eigen vermogen van de voormalige onderdelen van het Rijksvastgoedbedrijf.

Bijdrage GF referendum 6 april

Dit betreft een bijdrage aan het Gemeentefonds (GF) voor de organisatie van het referendum over het associatieverdrag met Oekraine van 6 april.

Bijdrage SSO FMH

In het kader van het programma Herinrichting Governance Bedrijfsvoering worden voorstellen uitgewerkt voor een effectieve aansturing van de SSO’s. Na P-Direkt vorig jaar is FMHaaglanden de tweede SSO waar het centraal opdrachtgeverschap wordt belegd bij het bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Om centraal opdrachtgeverschap mogelijk te maken worden ook de middelen van verschillende begrotingen centraal bij BZK belegd.

Dva ontvangsten

De ontvangsten en uitgaven die voortvloeien uit de Dienstverleningsovereenkomsten 2016 (DVA) betreffen de dienstverlening van het kerndepartement aan de baten lastenagentschappen.

Diversen (technische mutaties – uitgaven)

Hieronder valt onder meer de uitkering van de loon- en prijsbijstelling tranche 2016. Deze tranche bestaat uit een vergoeding voor sociale werkgeverslasten en de contractloonontwikkeling. Daarbovenop ontvangen departementen bij de loonbijstelling incidentele compensatie voor een deel van de kosten voor werkgevers van de herstelopslag van het ABP voor 2016.

Tot slot worden CAO middelen van de Aanvullende Post overgemaakt naar de departementale begrotingen. Overheidswerkgevers en drie centrales van overheidspersoneel hebben een bovensectorale overeenkomst loonruimte publieke sector gesloten. Ter financiering van de afspraak is 400 mln. gereserveerd op de Aanvullende Post.

VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

VIII ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP: UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

36.792,8

35.899,7

35.931,7

35.890,1

35.890,2

Mee- en tegenvallers

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Referentieraming 2016

69,9

57,0

70,2

84,7

77,6

   

Diversen

– 8,6

– 13,6

– 10,7

5,5

17,6

     

61,3

43,4

59,5

90,2

95,2

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Aanschaf rembrandts

80,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Asielproblematiek po en vo

62,0

77,0

35,0

5,5

0,0

   

Digitale taken rijksarchieven (dtr)

43,6

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Eindejaarsmarge (inzet)

– 325,9

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Eindejaarsmarge (toevoeging)

325,9

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Herstelopslag abp 2016

36,4

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Kasschuif (dtr)

– 43,6

10,2

10,7

11,2

11,6

   

Kasschuif ov-kaart

191,1

– 191,1

0,0

0,0

0,0

   

Lumpsum- en subsidietaakstelling

– 46,8

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Diversen

36,5

11,6

– 9,0

3,5

0,2

     

359,2

– 92,3

36,7

20,2

11,8

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Loonbijstelling

757,1

716,4

714,8

711,8

710,6

   

Prijsbijstelling

56,4

55,9

55,7

55,5

55,4

   

Diversen

15,8

– 7,4

– 4,7

– 4,5

– 4,5

 

Niet tot een ijklijn behorend

         
   

Autonome raming studiefinanciering nr

236,1

305,5

283,7

285,1

256,3

   

Diversen

40,4

22,8

11,5

12,1

14,1

     

1.105,8

1.093,2

1.061,0

1.060,0

1.031,9

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

1.526,3

1.044,3

1.157,1

1.170,3

1.138,9

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

38.319,1

36.944,0

37.088,9

37.060,4

37.029,1

Totaal Internationale samenwerking

61,7

55,8

55,8

55,8

55,8

Stand Voorjaarsnota 2016

38.380,8

36.999,8

37.144,7

37.116,2

37.084,9

VIII ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

1.337,2

1.381,6

1.450,2

1.508,7

1.585,4

Mee- en tegenvallers

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Rente studiefinanciering

– 60,6

– 69,8

– 72,7

– 71,0

– 69,1

   

Diversen

– 8,8

– 10,3

– 10,1

– 10,3

– 11,0

     

– 69,4

– 80,1

– 82,8

– 81,3

– 80,1

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

5,6

0,0

0,0

0,0

0,0

     

5,6

0,0

0,0

0,0

0,0

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

24,3

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Niet tot een ijklijn behorend

         
   

Diversen

14,7

18,0

17,3

16,6

17,4

     

39,0

18,0

17,3

16,6

17,4

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

– 24,9

– 62,0

– 65,5

– 64,7

– 62,7

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

1.312,3

1.319,6

1.384,7

1.444,0

1.522,6

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

1.312,3

1.319,6

1.384,7

1.444,0

1.522,6

Referentieraming 2016

Uit de jaarlijkse actualisatie van de referentieraming leerlingen- en studentenaantallen blijkt dat het aantal leerlingen en studenten hoger is dan geraamd in de OCW-begroting 2016. Het betreft een stijging van het aantal leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs als gevolg van de toegenomen immigratie en hogere aantallen internationale studenten in het wetenschappelijk onderwijs.

Diversen (mee- en tegenvallers)

Dit betreft de actualisering van de raming van de studiefinanciering. Hieruit volgt een structurele tegenvaller die voornamelijk wordt veroorzaakt door de invoering van de OV-studentenkaart voor minderjarige bol-studenten.

Aanschaf Rembrandts

Dit betreft de betaling van de schilderijen van Rembrandt van 80 mln., die in januari heeft plaatsgevonden en gedekt wordt uit de eindejaarsmarge.

Asielproblematiek po en vo

De instroom van asielzoekers is de afgelopen periode sterk gestegen. Dit heeft effect op de uitgaven aan aanvullende bekostigingsregelingen in het primair en voortgezet onderwijs.

Digitale Taken Rijksarchieven (DTR)

Er wordt een bedrag van 43,6 mln. ingezet ter dekking van de apparaatkosten bij het Nationaal Archief in het kader van het project Digitale Taken Rijksarchieven (DTR). Dit bedrag wordt gedekt uit de eindejaarsmarge.

Eindejaarsmarge (inzet)

Van de eindejaarsmarge wordt 43,6 mln. ingezet voor het DTR project, 87,9 mln. voor overlopende verplichtingen van 2015 naar 2016 (waaronder de aanschaf van de Rembrandt schilderijen), 36,4 mln. voor de dekking van de ABP herstelopslag in 2016 en 117,9 mln. ter dekking van uitvoeringsproblematiek. De resterende 40,2 mln. hangt samen met overlopende verplichtingen 2015–2016 (intertemporele compensatie), zoals is gemeld in de Najaarsnota 2015.

Eindejaarsmarge (toevoeging)

Dit betreft de toevoeging van de gehele eindejaarsmarge 2015 aan de OCW-begroting.

Herstelopslag ABP 2016

36,4 mln. van de eindejaarsmarge wordt ingezet ter dekking van de ABP herstelopslag 2016.

Kasschuif Digitale Taken Rijksarchieven (DTR)

Dit deel van de eindejaarsmarge 2015 wordt geschoven naar 2017 tot 2020 ter dekking van de apparaatkosten van het project DTR bij het Nationaal Archief.

Kasschuif OV-kaart

Ter optimalisatie van het kasritme van de staat wordt een deel van de verplichtingen aan de vervoersbedrijven voor de OV-studentenkaart voor 2017 vooruitbetaald in 2016.

Lumpsum- en subsidietaakstelling

De lumpsumbekostiging en subsidies worden taakstellend gekort. Dit is naar rato over de beleidsartikelen verdeeld.

Diversen (beleidsmatige mutaties)

Deze post bestaat onder andere uit overlopende verplichtingen van 2015 naar verdere jaren. Voorbeelden hiervan zijn het project Leven Lang Leren, de onderwijshuisvesting in Caribisch Nederland en de problematiek rondom het ROC Leiden. Daarnaast bevat deze post de intensivering in de cultuursector van 10 mln. in 2016 als gevolg van het amendement 34 300 VIII, nr. 118. Ook bevat deze post de OCW-middelen uit het uitwerkingsakkoord met de VNG als gevolg van de asielproblematiek ter hoogte van 11 mln. in 2016 en 2017. Tot slot bevat deze post de dekking van de uitgaven in het kader van het programma studiefinanciering (PVS) bij DUO, waartoe in het voorjaar 2015 is besloten.

Loonbijstelling

De loonbijstelling tranche 2016 van 480 mln. wordt overgemaakt naar de departementale begroting. Dit bestaat uit een vergoeding voor sociale werkgeverslasten en de contractloonontwikkeling. Daarbovenop ontvangen departementen incidentele compensatie voor een deel van de kosten voor werkgevers van de herstelopslag van het ABP voor 2016 (voor OCW 36,6 mln.). Verder hebben overheidswerkgevers en drie centrales van overheidspersoneel een bovensectorale overeenkomst loonruimte publieke sector gesloten. Ter financiering van de afspraak is 400 mln. gereserveerd op de Aanvullende Post. Deze middelen worden overgemaakt naar de departementale begrotingen. OCW ontvangt hier 232 mln. van.

Prijsbijstelling

Dit betreft de budgettaire verwerking van het kaderrelevante deel van de prijsbijstelling tranche 2016.

Diversen (technische mutaties kaderrelevant)

Deze post is het saldo van een aantal desalderingen, overboekingen en de teruggave van overschotten bij het Rijksvastgoedbedrijf en FM Haaglanden.

Autonome raming studiefinanciering (niet-kaderrelevant)

De niet-kaderrelevante raming studiefinanciering laat een tegenvaller zien. Dit komt doordat meer studenten zijn gaan lenen.

Diversen (technische mutaties niet-kaderrelevant)

Dit betreft de budgettaire verwerking van het niet-kaderrelevante deel van de prijsbijstelling tranche 2016 en het niet kaderrelevante deel van referentieraming 2016. Het laatste wordt in 2016 grotendeels veroorzaakt door de hogere uitgaven aan rentedragende leningen. Vanaf 2018 neemt het aantal hbo-studenten af, wat leidt tot een lager niet-kaderrelevant deel van de referentieraming.

Rente studiefinanciering

De raming voor studiefinanciering 2016 laat lagere renteontvangsten zien vanwege de lagere rentestand.

Diversen (beleidsmatige mutaties)

Er worden meer ontvangsten verwacht op het artikel voortgezet onderwijs, welke worden ingezet ter dekking van de lumpsum- en subsidietaakstelling in 2016. De ontvangstenraming van de afrekening van subsidies aan o.a. CITO, SLO en ITS wordt voor 2016, op basis van de realisaties over de afgelopen jaren, naar boven bijgesteld.

Diversen (technische mutaties kaderrelevant)

Dit betreft grotendeels desalderingen, zoals een terugstorting van 15 mln. aan het Participatiefonds als gevolg van onterechte declaraties van wachtgelden. Ook is de raming van de reclameopbrengsten van de STER met 9 mln. opwaarts bijgesteld.

Diversen (technische mutaties niet-kaderrelevant)

De raming voor ontvangsten op de hoofdsom van de studieleningen is opwaarts bijgesteld, onder andere door extra inzet van DUO op de invordering van schulden.

IXA Nationale schuld

IXA NATIONALE SCHULD (TRANSACTIEBASIS): UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

9.150,4

10.793,0

11.754,5

12.424,0

13.045,8

Technische mutaties

         
   

Niet tot een ijklijn behorend

         
   

Mutatie rekening courant rwt

369,8

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Rentelasten kasbeheer

– 10,7

– 288,2

39,3

80,7

123,5

   

Rentelasten vaste schuld

– 313,0

– 1.037,0

– 1.672,0

– 1.536,0

– 1.474,0

   

Rentelasten vlottende schuld

– 182,0

– 1.395,0

115,0

115,0

114,0

     

– 135,9

– 2.720,2

– 1.517,7

– 1.340,3

– 1.236,5

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

– 135,8

– 2.720,2

– 1.517,7

– 1.340,3

– 1.236,5

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

9.014,6

8.072,8

10.236,7

11.083,6

11.809,3

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

9.014,6

8.072,8

10.236,7

11.083,6

11.809,3

IXA NATIONALE SCHULD (TRANSACTIEBASIS): NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

7.068,1

7.640,7

7.808,0

7.839,0

6.907,1

Technische mutaties

         
 

Niet tot een ijklijn behorend

         
   

Aflossingen leningen rwt

48,8

33,3

38,3

39,8

272,9

   

Beeindiging rentederivaten

1.354,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Mutatie in rekening courant sociale fondsen

1.673,3

1.171,9

1.940,8

1.879,2

1.952,5

   

Rente derivaten lang

– 623,0

– 855,0

– 429,0

– 207,0

– 201,0

   

Rentebaten kasbeheer

97,8

246,5

39,2

32,1

402,3

     

2.550,9

596,7

1.589,3

1.744,1

2.426,7

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

2.551,0

596,7

1.589,2

1.744,1

2.426,7

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

9.619,0

8.237,5

9.397,2

9.583,1

9.333,8

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

9.619,0

8.237,5

9.397,2

9.583,1

9.333,8

Mutatie rekening courant rwt

Bij het schatkistbankieren wordt voor de RWT’s is er sprake van een daling van het saldo op de rekeningen-courant.

Rentelasten kasbeheer

De raming van de aan deelnemers aan schatkistbankieren te betalen rente is bijgewerkt met de actuele rentetarieven en veranderingen in de middelen die de deelnemers bij de schatkist aanhouden.

Rentelasten vaste schuld

De raming van de rentelasten vaste schuld wijzigt als gevolg van bijgestelde rentetarieven in de CPB (CEP) raming en doordat de verwachte financieringsbehoefte is geactualiseerd.

Rentelasten vlottende schuld

De raming van de rentelasten vaste schuld wijzigt als gevolg van bijgestelde rentetarieven in de CPB (CEP) raming en doordat de verwachte financieringsbehoefte is geactualiseerd.

Aflossingen leningen rwt

Naar verwachting worden er in 2016 en latere jaren meer aflossingen ontvangen op de leningen die in het kader van schatkistbankieren aan RWT’s zijn verstrekt.

Beëindiging rentederivaten

Er is sprake geweest van het voortijdig beëindiging van een aantal rentederivaten. Bij het beëindigen van een rentederivaat wordt de actuele marktwaarde van het derivaat verrekend tussen beide partijen. In dit geval was de marktwaarde voor de Staat positief en is er dus sprake van eenmalige ontvangsten. Daar staat tegenover dat na de beëindiging er geen rente meer wordt betaald of ontvangen (zie rente derivaten lang).

Mutatie in rekening courant sociale fondsen

De inleg van sociale fondsen is gewijzigd als gevolg van mutaties in de premieontvangsten en de premiegefinancierde uitgaven.

Rente derivaten lang

Als gevolg van de voortijdige beëindiging van derivaten dalen de rentebaten uit derivaten. Doordat op de nu beëindigde derivaten netto rente werd ontvangen daalt de raming van de ontvangen rente uit derivaten. Daarnaast is de raming bijgewerkt met de rekenrentes uit de CPB CEP-raming.

Rentebaten kasbeheer

De raming van de van deelnemers aan schatkistbankieren te ontvangen rente is bijgewerkt met de actuele rentetarieven en veranderingen in de vorderingen (vanuit leningen en roodstand op de rekening-courant) op de deelnemers.

IXB Financiën

IXB FINANCIEN: UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

6.547,2

6.245,1

6.090,9

5.996,2

5.893,0

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Belasting- en invorderingsrente

– 76,3

– 55,3

– 60,4

– 42,6

– 54,6

   

Reservering bir

55,6

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Spoor ii

15,5

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Diversen

42,5

1,3

3,4

3,5

3,2

     

37,3

– 54,0

– 57,0

– 39,1

– 51,4

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Investeringsagenda

166,7

46,1

40,4

37,0

36,3

   

Loonbijstelling

46,5

41,5

39,7

38,6

37,7

   

Diversen

48,0

30,4

35,7

34,3

34,5

 

Niet tot een ijklijn behorend

         
   

Diversen

16,4

1,4

– 3,6

– 3,6

0,0

     

277,6

119,4

112,2

106,3

108,5

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

315,0

65,5

55,2

67,3

57,1

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

6.862,1

6.310,6

6.146,1

6.063,5

5.950,2

Totaal Internationale samenwerking

522,8

23,4

275,7

275,7

254,6

Stand Voorjaarsnota 2016

7.385,0

6.334,0

6.421,8

6.339,3

6.204,8

IXB FINANCIEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

3.104,5

2.912,0

2.837,9

2.706,8

2.614,6

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Belasting- en invorderingsrente

– 76,3

– 55,3

– 60,4

– 42,6

– 54,6

   

Boetes en dwangsommen dnb

21,5

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Dividenden en afdrachten staatsdeelnemingen

310,0

110,0

45,0

105,0

95,0

   

Winstafdracht dnb

– 160,0

– 188,0

– 53,0

– 31,0

– 2,0

   

Diversen

5,4

0,2

2,5

1,7

1,6

     

100,6

– 133,1

– 65,9

33,1

40,0

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

– 10,3

– 11,4

– 11,9

– 12,1

– 11,9

 

Niet tot een ijklijn behorend

         
   

Dividend financiele instellingen

378,5

8,0

8,0

8,0

8,0

   

Renteontvangsten griekenland

– 9,6

– 72,9

0,0

0,0

– 1,5

   

Winstafdracht dnb

– 331,0

– 85,0

17,0

34,0

48,0

     

27,6

– 161,3

13,1

29,9

42,6

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

128,3

– 294,4

– 52,9

63,0

82,6

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

3.232,8

2.617,5

2.785,0

2.769,8

2.697,3

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

3.232,8

2.617,5

2.785,0

2.769,8

2.697,3

Belasting- en Invorderingsrente en reservering BIR (uitgaven en ontvangsten)

De Belasting- en Invorderingsrente wordt bij zowel de uitgaven als de ontvangsten naar beneden bijgesteld op basis van de realisaties over het jaar 2015. Deze bijstelling is het gevolg van het feit dat bij de invoering van de belastingrente en de introductie van de ondergrenzen het gedragseffect in de raming abusievelijk niet was meegenomen. Op basis van de realisaties is te zien dat met name bij VPB een flink gedragseffect optreedt. Het gevolg hiervan is dat belastingplichtigen eerder aan hun verplichtingen voldoen en dus minder ontvangsten in het kader van de BIR binnenkomen. Daarom wordt voor mogelijke tegenvallers op de ontvangsten een reservering getroffen van per saldo 56 mln.

Spoor II

Een deel van de voorgenomen besparingen door fiscale vereenvoudiging van fiscale wetgeving is niet gerealiseerd. Met deze mutatie wordt de taakstelling voor 2016 ingelost. Dit wordt gedaan door het inzetten van onder andere de eindejaarsmarge.

Investeringsagenda

Vanuit de Aanvullende Post zijn na beoordeling door het Investment Committee middelen vrijgegeven voor verschillende ICT-projecten, Switch en het aannemen van nieuw personeel in het kader van de Investeringsagenda (Kamerstuk 31 066, nr. 236).

Loonbijstelling

De loonbijstelling tranche 2016 wordt overgemaakt naar de departementale begrotingen. Deze tranche bestaat uit een vergoeding voor sociale werkgeverslasten en de contractloonontwikkeling. Daarbovenop ontvangen departementen bij de loonbijstelling incidentele compensatie voor een deel van de kosten voor werkgevers van de herstelopslag van het ABP voor 2016.

Boetes en dwangsommen DNB

Dit betreft opbrengsten uit verbeurde dwangsommen en opgelegde bestuurlijke boetes door de toezichthouders (AFM en DNB) op de financiële sector. Voor een deel (surplus boven 2,5 mln.) komen deze opbrengsten ten gunste van de Staat (Kamerstuk 33 957, nr. 19).

Dividenden en afdrachten staatsdeelnemingen

De raming van de reguliere staatsdeelnemingen is per saldo naar boven bijgesteld op basis van de laatste inzichten over de winstprognoses. Meerjarige meevallers doen zich voor bij o.a. TenneT, FMO, Schiphol en Holland Casino.

Winstafdracht DNB (ontvangsten: beleidsmatige en technische mutaties)

DNB treft een voorziening, zogenaamde general risk provision van jaarlijks 500 mln., voor de risico’s van kwantitatieve verruiming. Het vormen van een voorziening gaat ten laste van de winstafdracht aan de Staat.

Dividend Financiële instellingen

ABN AMRO, ASR, SNS Bank en Propertize hebben recentelijk de jaarcijfers gepubliceerd. Als gevolg van deze cijfers is de ontvangstenraming van de dividenden naar boven bijgesteld.

Renteontvangsten Griekenland

Vanwege een neerwaarts aangepaste rentevoet in de CPB-raming worden de geraamde renteontvangsten van Griekenland naar beneden bijgesteld.

Diversen (uitgaven en ontvangsten: beleidsmatige en technische mutaties)

Dit betreft een som van mutaties van onder andere extra kosten voor de Belastingdienst vanwege uitvoeringskosten voor fiscale wet- en regelgeving en kosten voor de generieke digitale infrastructuur (GDI), en hogere ontvangsten van het Centrale Examenbank (CDFD). Deze opbrengsten vloeien voort uit het door Financiën vastgestelde legetarief.

X Defensie

X DEFENSIE: UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

7.852,4

8.084,5

8.102,2

8.117,9

8.063,5

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Biv trekkingsrechten def

51,5

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Ejm exploitatie

50,1

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Ejm investeringen

79,4

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Financiering brigade speciale beveiligingsopdr (bsb)

20,8

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Intensivering basisgereedheid

– 89,6

– 123,1

– 176,2

– 226,2

– 272,7

   

Intensivering basisgereedheid doorverdeling

89,6

123,1

176,2

226,2

272,7

   

Intensivering grensbewaking kmar

25,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Kasschuif herijking dip

– 200,0

– 150,0

0,0

67,0

217,0

   

Kasschuif sbk

– 28,0

– 3,0

3,0

4,0

10,0

   

Diversen

– 9,6

4,4

– 1,8

0,0

0,0

     

– 10,8

– 148,6

1,2

71,0

227,0

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Loonbijstelling tranche 2016

88,9

78,1

77,8

78,5

79,0

   

Uitkeren cao middelen

39,4

39,4

39,4

39,4

39,4

   

Diversen

16,5

23,4

23,2

23,3

23,5

 

Niet tot een ijklijn behorend

         
   

Diversen

1,3

1,5

1,2

– 0,7

– 1,0

     

146,1

142,4

141,6

140,5

140,9

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

135,2

– 6,2

142,9

211,6

368,0

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

7.987,7

8.078,3

8.245,0

8.329,4

8.431,5

Totaal Internationale samenwerking

304,1

341,9

331,9

331,9

331,9

Stand Voorjaarsnota 2016

8.291,8

8.420,2

8.576,9

8.661,3

8.763,3

X DEFENSIE: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

241,8

288,4

339,9

266,4

336,7

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

     

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

1,6

3,4

3,4

3,4

3,4

     

1,6

3,4

3,4

3,4

3,4

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

1,7

3,4

3,4

3,4

3,4

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

243,5

291,8

343,3

269,8

340,1

Totaal Internationale samenwerking

16,8

33,8

6,7

6,7

6,7

Stand Voorjaarsnota 2016

260,3

325,6

350,0

276,5

346,8

BIV trekkingsrecht Defensie

Dit betreft de financiering van activiteiten die de inzet in bijvoorbeeld vredesmissies of fragiele staten ondersteunen. Het gaat om zogeheten enablers zoals transportvliegtuigen en aan missies verbonden (na)zorgkosten voor uitgezonden defensiepersoneel. Deze activiteiten worden door de defensieonderdelen uitgevoerd (totale omvang € 51,5 miljoen).

Ejm exploitatie

Een bedrag van 50,1 mln. wordt via de eindejaarsmarge vanuit 2015 meegenomen en toegevoegd aan het exploitatiebudget in 2016.

Ejm investeringen

Een bedrag van 79,4 mln. wordt via de eindejaarsmarge vanuit 2015 meegenomen en toegevoegd aan het investeringsbudget in 2016.

Financiering brigade speciale bev. opdrachten (bsb)

Defensie verzorgt op verzoek van Buitenlandse Zaken de beveiliging van diplomaten en ambassades in gebieden waar dat noodzakelijk is.

Intensivering basisgereedheid

Het extra budget stelt Defensie in staat de basisgereedheid van de krijgsmacht in de komende jaren stapsgewijs te verbeteren door de personele en materiële gereedheid alsmede de geoefendheid te verhogen. Ook wordt geïnvesteerd in de ondersteuning en de bedrijfsvoering, onder meer in verwerving en IT. Een deel van het extra budget wordt gebruikt voor bijdragen aan de Very High Readiness Joint Taskforce (VJTF) en de verdere verdieping van internationale samenwerking.

Intensivering grensbewaking kmar

N.a.v. de verhoogde asielinstroom wordt incidenteel geïntensiveerd voor grensbewaking.

Kasschuif herijking dip

Er vindt een kasschuif plaats ten behoeve van de herijking van investeringsplannen. Hiermee kunnen deze investeringsplannen en -projecten in lijn worden gebracht met de actuele stand van zaken en prioriteiten. Het betreft onder meer de projecten Groot Pantserwielvoertuig Boxer, Precision Guided Ammunition, NH90, het door het RVB geprognosticeerde nieuwbouwprogramma voor de infrastructuurprojecten en enkele IT-projecten.

Kasschuif sbk

Er vindt een kasschuif plaats ten behoeve van een aangepast verloop van een aantal reorganisatietrajecten, waardoor personeel later instroomt in de regelingen van het sociaal beleidskader.

Diversen (beleidsmatige mutaties)

Dit betreft meerdere mutaties, waaronder de uitbouw van het ICT-onderzoekscentrum van de NAVO in Oostduinen.

Loonbijstelling tranche 2016

De loonbijstelling tranche 2016 wordt overgemaakt naar de departementale begrotingen. Deze tranche bestaat uit een vergoeding voor sociale werkgeverslasten en de contractloonontwikkeling. Daarbovenop ontvangen departementen bij de loonbijstelling incidentele compensatie voor een deel van de kosten voor werkgevers van de herstelopslag van het ABP voor 2016.

Uitkeren cao middelen

Overheidswerkgevers en drie centrales van overheidspersoneel hebben een bovensectorale overeenkomst loonruimte publieke sector gesloten. Ter financiering van de afspraak is 400 mln. gereserveerd op de Aanvullende Post. Deze middelen worden overgemaakt naar de departementale begrotingen.

Diversen (technische mutaties uitgaven en ontvangsten)

Dit betreft verschillende mutaties, waarvan de belangrijkste de uitkering van de prijsbijstelling aan het departement betreft (ca. 17 mln.).

XII Infrastructuur en Milieu

XII INFRASTRUCTUUR EN MILIEU: UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

8.155,7

8.319,6

8.332,2

8.371,6

8.343,3

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Huisvesting

– 16,0

16,0

0,0

0,0

0,0

   

Toekenning eindejaarsmarge 2015

27,7

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Diversen

– 3,5

– 5,8

– 1,9

0,0

0,0

     

8,2

10,2

– 1,9

0,0

0,0

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Loon- en prijsbijstelling ienm

47,1

45,9

44,7

44,6

44,6

   

Overboeking naar pf voor beter benutten

– 58,4

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Overboeking naar pf voor regiospecifiek pakket zuiderzeelijn

– 57,8

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Diversen

– 4,2

7,7

1,3

2,3

2,5

     

– 73,3

53,6

46,0

46,9

47,1

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

– 65,2

63,9

44,2

46,9

47,1

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

8.090,6

8.383,5

8.376,4

8.418,5

8.390,4

Totaal Internationale samenwerking

27,6

24,0

21,5

21,5

21,5

Stand Voorjaarsnota 2016

8.118,2

8.407,4

8.397,9

8.440,0

8.411,9

XII INFRASTRUCTUUR EN MILIEU: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

212,5

237,9

237,5

370,5

307,5

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

23,0

8,2

3,2

3,2

3,2

     

23,0

8,2

3,2

3,2

3,2

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

23,0

8,2

3,2

3,2

3,2

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

235,5

246,1

240,7

373,7

310,7

Totaal Internationale samenwerking

5,9

2,5

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

241,4

248,6

240,7

373,7

310,7

Huisvesting

De geplande verhuizing van het ministerie naar het nieuwe pand is verschoven van 2016 naar 2017. Het verhuisbudget van 16 mln. verhuist mee van 2016 naar 2017.

Toekenning eindejaarsmarge 2015

De eindejaarsmarge is toegevoegd aan de begroting van IenM. Een deel hiervan wordt ingezet voor de subsidieregeling GSM-R. Dit betreft subsidiemiddelen waarvan in 2015 geen gebruik is gemaakt, maar die naar verwachting nog wel tot uitkering komen en daarom aan de subsidiemiddelen voor 2016 worden toegevoegd.

Loon- en prijsbijstelling IenM

De loon- en prijsbijstelling tranche 2016 is toegevoegd aan de begrotingen van IenM.

Overboeking naar PF voor Beter Benutten

Diverse provincies ontvangen een bijdrage van IenM voor projecten binnen het programma Beter Benutten. De middelen zijn afkomstig van het Infrastructuurfonds en zijn via de begroting van IenM overgeboekt naar het Provinciefonds.

Overboeking naar PF voor Regiospecifiek pakket Zuiderzeelijn

De provincies Friesland, Groningen, Drenthe en Flevoland ontvangen van IenM resp. 35 mln., 18 mln., 3 mln. en 3 mln. voor concrete OV-projecten binnen het Regiospecifiek pakket Zuiderzeelijn (RSP). De middelen zijn afkomstig van het Infrastructuurfonds en zijn via de begroting van IenM overgeboekt naar het Provinciefonds.

Diversen – Technische mutaties Niet-belastingontvangsten

Deze post bestaat met name uit 11,3 mln. aan ontvangsten van agentschappen (met name RWS en ILT) voor centraal betaalde uitgaven voor ICT en facilitaire dienstverlening. De interne verrekening hiervan vindt door middel van facturering plaats.

XIII Economische Zaken

XIII ECONOMISCHE ZAKEN: UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

4.856,6

4.796,1

4.954,3

5.504,7

6.180,2

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Eindejaarsmarge 2015

46,6

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Ets

0,2

– 22,0

0,0

0,0

0,0

   

Fund to fund

29,4

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Innovatiekrediet

18,6

– 0,7

– 0,7

– 0,6

– 0,6

   

Nvwa

18,5

30,5

24,5

18,7

18,7

   

Regionale ontwikkelingsmaatschappijen

42,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Seed

15,7

– 0,2

– 0,2

– 0,1

– 0,1

   

Toegepast onderzoek

49,6

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Verduurzamingsopgave groningen

18,5

6,0

5,8

5,7

4,0

   

Diversen

– 15,0

– 25,7

– 21,1

– 17,5

– 20,8

     

224,1

– 12,1

8,3

6,2

1,2

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Loonbijstelling (incl. compensatie herstelpremie)

37,9

33,8

32,7

32,6

32,3

   

Diversen

10,2

3,3

9,9

16,1

13,5

 

Niet tot een ijklijn behorend

         
   

Meerjarenprogramma nationaal coordinator groningen

98,9

68,6

13,6

12,9

12,9

   

Diversen

20,0

0,0

0,0

0,0

0,0

     

167,0

105,7

56,2

61,6

58,7

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

391,1

93,8

64,5

67,7

59,9

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

5.247,7

4.889,9

5.018,8

5.572,4

6.240,2

Totaal Internationale samenwerking

52,5

49,8

48,9

47,5

47,5

Stand Voorjaarsnota 2016

5.300,2

4.939,7

5.067,7

5.619,9

6.287,6

XIII ECONOMISCHE ZAKEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

6.783,5

6.495,5

6.976,9

7.774,0

8.296,2

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Regionale ontwikkelingsmaatschappijen

20,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Diversen

22,3

9,0

5,0

0,0

0,0

     

42,3

9,0

5,0

0,0

0,0

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

– 2,9

– 3,7

2,3

9,7

11,6

 

Niet tot een ijklijn behorend

         
   

Bijstelling aardgasbaten

– 3.600,0

– 3.200,0

– 3.250,0

– 3.350,0

– 3.300,0

   

Regionale ontwikkelingsmaatschappijen

78,8

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Verlenging umts-vergunningen

70,9

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Diversen

– 17,6

– 2,8

– 4,6

– 7,0

– 10,3

     

– 3.470,8

– 3.206,5

– 3.252,3

– 3.347,3

– 3.298,7

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

– 3.428,5

– 3.197,5

– 3.247,3

– 3.347,2

– 3.298,7

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

3.354,9

3.298,0

3.729,6

4.426,8

4.997,4

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

3.354,9

3.298,0

3.729,6

4.426,8

4.997,4

Eindejaarsmarge 2015

Deze mutatie betreft de reguliere eindejaarsmarge van EZ.

ETS

De ETS regeling is een regeling om de energie intensieve bedrijven te ontzien. Door de introductie van het Europese Emissiehandelssysteem (ETS) wordt de CO2-prijs door de elektriciteitsproducenten aan de elektriciteitsgrootgebruikers doorberekend. De ETS regeling voorziet in compensatie hiervan. De CO2-prijs is lager dan eerder geraamd, daardoor hoeven bedrijven minder gecompenseerd te worden en zijn er lagere uitgaven. Tegelijkertijd worden de niet bestede middelen aan ETS in 2015 toegevoegd aan de begroting 2016.

Fund to fund

De niet bestede middelen in 2015 worden toegevoegd aan de begroting 2016.

Innovatiekrediet

Er wordt een ramingsbijstelling toegepast, omdat er jaarlijks minder aan innovatiekrediet wordt verstrekt dan geraamd. De niet bestede middelen van 2015 worden toegevoegd aan de begroting 2016.

NVWA

De kosten voor de NVWA bestaan uit stroomlijning van ICT, facturabiliteit van reistijd en instandhouding van het opdrachtenpakket.

Regionale ontwikkelingsmaatschappijen (uitgaven en ontvangsten, beleidsmatige en technische mutaties)

De geschatte verkoopopbrengst van de verkoop van aandelen NOM aan de noordelijke provincies bedraagt 46,8 mln. Dit komt ten gunste van het generale beeld. Daarnaast wordt naar verwachting 20 mln. aan dividend ontvangen van de NOM.

De verkoopopbrengst van 32 mln. in het kader van de aandelenverkoop LIOF zal in 2016 in plaats van 2015 worden gerealiseerd. Deze opbrengst zal samen met 10 mln. dividendontvangsten NOM (gerealiseerd in 2015) worden geherinvesteerd in andere Regionale ontwikkelingsmaatschappijen.

Seed

De niet bestede middelen in 2015 worden toegevoegd aan de begroting 2016.

Toegepast onderzoek

De niet bestede middelen in 2015 worden toegevoegd aan de begroting 2016.

Verduurzamingsopgave Groningen

Voor het verduurzamen van 10.000 te versterken woningen in Groningen trekt EZ in de periode 2016 t/m 2020 40 mln. uit.

Diversen (beleidsmatige mutaties uitgaven)

Dit betreft diverse mutaties waaronder het stoppen van de voeding van de interne begrotingsreserve Apurement, omdat de reserve naar huidige inzichten toereikend is. Hiermee wordt een deel van de kosten van de NVWA gedekt.

Loonbijstelling (incl. compensatie herstelpremie)

De loonbijstelling tranche 2016 wordt overgemaakt naar de departementale begrotingen. Deze tranche bestaat uit een vergoeding voor sociale werkgeverslasten en de contractloonontwikkeling. Daarbovenop ontvangen departementen bij de loonbijstelling incidentele compensatie voor een deel van de kosten voor werkgevers van de herstelopslag van het ABP voor 2016.

Diversen (technische mutaties RBG eng uitgaven)

Dit betreft diverse mutaties waaronder 14,2 mln. aan middelen voor het CAO akkoord: overheidswerkgevers en drie centrales van overheidspersoneel hebben een bovensectorale overeenkomst loonruimte publieke sector gesloten. Ter financiering van de afspraak is 400 mln. gereserveerd op de Aanvullende Post. Deze middelen worden overgemaakt naar de departementale begrotingen.

Meerjarenprogramma nationaal coördinator Groningen

Eenmalig wordt 244 mln. in de jaren 2016 tot en met 2024 uit de gasbaten ingezet. Dit geld zal in aanvulling op de 1,2 mld. uit het bestuurlijk akkoord worden ingezet voor Groningen samenhangend met aardbevingen.

Diversen (technische mutaties niet tot een ijklijn behorend uitgaven)

De beschikbare kasmiddelen voor de rentedragende lening aan ECN worden met 20 mln. worden verhoogd. De totale hoofdsom van maximaal 82 mln. blijft ongewijzigd.

Diversen (beleidsmatige mutaties RBG eng ontvangsten)

Dit betreft diverse mutaties waaronder 7,8 mln. aan ontvangsten als gevolg van verkoop van BBL-grond (Bureau Beheer Landbouwgronden) ter dekking van een deel van de kosten van de NVWA.

Bijstelling aardgasbaten

De aardgasbaten zijn naar beneden bijgesteld door macro economische ontwikkelingen (een sterke daling van de verwachte meerjarige gasprijs) en volumebeperking.

Verlenging UMTS-vergunningen

De opbrengsten van de verlenging van de 2.100 MHz vergunning bedragen 70,9 mln. in 2016.

Diversen (technische mutaties niet tot een ijklijn behorend ontvangsten)

Dit betreft onder andere een correctie van 15,8 mln. op de terugboeking van de terugbetaling aan Veronica.

XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid

XV SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID: UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

31.766,7

32.179,4

32.726,3

33.414,4

33.843,0

Mee- en tegenvallers

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

1,1

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Sociale zekerheid

         
   

Aio

– 7,2

– 26,8

– 31,2

– 31,5

– 30,1

   

Bijstand

37,7

84,3

206,9

189,8

143,9

   

Kinderopvangtoeslag

23,2

– 38,9

– 10,3

– 1,7

10,3

   

Leningen inburgering

49,6

90,2

110,0

95,4

60,7

   

Overbruggingsregeling

– 16,9

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Toeslagenwet

– 9,2

– 13,9

– 15,5

– 15,0

– 13,8

   

Voorinburgering

14,2

16,3

11,0

– 0,4

– 0,6

   

Wajong

34,9

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Diversen

20,7

11,7

9,0

4,8

0,9

     

148,1

122,9

279,9

241,4

171,3

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Kasschuiven rbg-eng

– 55,9

– 33,3

48,9

41,2

2,0

   

Diversen

11,7

– 1,7

– 0,4

– 0,4

– 0,4

 

Sociale zekerheid

         
   

Intensivering kinderopvangtoeslag

14,8

– 21,1

1,9

22,6

29,6

   

Kaseffect ww

– 23,4

– 23,4

– 23,4

– 23,4

– 23,4

   

Kasschuiven sza

54,7

– 76,0

3,6

8,3

4,7

   

Maatschappelijke begeleiding

51,3

57,7

42,5

10,4

9,6

   

Neutrale herschikking uitvoeringskosten uwv

– 40,3

– 37,9

– 36,8

– 36,3

– 36,1

   

Participatiebudget

68,0

68,0

0,0

0,0

0,0

   

Re-integratie wajong

– 35,0

– 15,0

0,0

0,0

0,0

   

Voorfinanciering bijstand

85,0

90,0

– 10,6

– 21,9

– 21,9

   

Diversen

35,4

28,3

12,8

7,4

7,1

     

166,3

35,6

38,5

7,9

– 28,8

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Doorstart naar werk

– 31,3

– 55,5

– 33,3

0,0

0,0

   

Diversen

13,4

8,9

5,2

5,8

5,7

 

Sociale zekerheid

         
   

Doorstart naar werk

31,3

55,5

33,3

0,0

0,0

   

Intensivering akw

100,0

103,7

103,7

103,7

103,7

   

Intensivering kinderopvangtoeslag

0,0

200,0

200,0

200,0

200,0

   

Voorschoolse voorziening peuters

– 10,0

– 20,0

– 30,0

– 40,0

– 50,0

   

Diversen

– 6,0

– 6,4

1,5

1,0

0,9

 

Niet tot een ijklijn behorend

         
   

Bikk aow

12,1

– 52,1

– 55,1

– 58,3

– 61,7

   

Rijksbijdrage vermogenstekort ouderdomsfonds

34,3

61,7

153,6

145,7

139,7

   

Diversen

4,4

2,5

3,3

4,3

4,8

     

148,2

298,3

382,2

362,2

343,1

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

462,4

456,9

700,6

611,6

485,4

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

32.229,0

32.636,3

33.426,9

34.025,9

34.328,4

Totaal Internationale samenwerking

0,5

0,5

0,5

0,5

0,5

Stand Voorjaarsnota 2016

32.229,5

32.636,8

33.427,4

34.026,4

34.328,8

XV SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

1.724,0

1.730,7

1.720,2

1.745,0

1.740,6

Mee- en tegenvallers

         
 

Sociale zekerheid

         
   

Akw

21,7

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Kinderopvangtoeslag

62,6

2,7

2,6

– 3,3

2,1

   

Kindgebonden budget

– 1,6

20,6

23,9

22,6

22,2

   

Ontvangsten sociale werkvoorziening en participatiebudget

20,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Diversen

22,1

0,0

0,0

0,0

0,0

     

124,8

23,3

26,5

19,3

24,3

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

– 0,8

– 0,7

0,2

0,1

– 0,3

 

Sociale zekerheid

         
   

Intensivering kinderopvangtoeslag

0,0

3,1

11,5

18,8

24,0

     

– 0,8

2,4

11,7

18,9

23,7

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

1,5

0,0

0,0

0,0

0,0

     

1,5

0,0

0,0

0,0

0,0

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

125,5

25,7

38,2

38,2

47,9

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

1.849,5

1.756,3

1.758,4

1.783,1

1.788,6

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

1.849,5

1.756,3

1.758,4

1.783,1

1.788,6

AIO

Deze bijstelling wordt voornamelijk veroorzaakt doordat het aantal niet-westerse allochtonen dat de AOW-leeftijd bereikt lager uitvalt dan waar bij het opstellen van de begroting rekening mee werd gehouden.

Bijstand

De raming van uitgaven aan de bijstand wordt per saldo opwaarts opgesteld. Deze totale bijstelling wordt met name veroorzaakt door lagere uitgaven als gevolg van een lagere werkloosheid en hogere uitgaven als gevolg van de verwerking van realisatiecijfers (volume en prijs) over 2015 en verhoogde asielinstroom.

Kinderopvangtoeslag (uitgaven en inkomsten)

Deze bijstellingen worden vooral verklaard door kaseffecten en slechts in zeer beperkte mate door volumeontwikkeling. Vanwege hoger dan verwachte nabetalingen en ontvangsten kinderopvangtoeslag over oude toeslagjaren zijn de uitgaven en inkomsten naar boven bijgesteld.

Leningen inburgering

De raming voor de leningen voor inburgering wordt naar boven bijgesteld als gevolg van de hogere asielinstroom en een hoger gemiddeld leenbedrag.

Overbruggingsregeling

De uitgavenraming voor de Overbruggingsregeling AOW voor het jaar 2016 wordt neerwaarts bijgesteld. Momenteel loopt een onderzoek naar het gebruik van de Overbruggingsregeling.

Toeslagenwet

De raming is aangepast aan de volume- en prijsontwikkeling in de Januarinota van het UWV. Daarnaast is het WW-volume neerwaarts bijgesteld op basis van Cep. Bij een lagere instroom in de WW wordt er minder beroep gedaan op de TW.

Voorinburgering

De raming voor voorinburgering is naar boven bijgesteld als gevolg van de hogere asielinstroom.

Wajong

De raming van de Wajong-uitkeringslasten en de raming van de Wajong-tegemoetkoming zijn op basis van uitvoeringsinformatie uit de Januarinota UWV bijgesteld. Daarnaast heeft er een nabetaling plaatsgevonden als gevolg van de afrekening 2015.

Kasschuiven RBG-eng

Er wordt een aantal kasschuiven gedaan. De grootste betreft een kasschuif ten behoeve van de sectorplannen. Een deel van het budget voor de sectorplannen wordt – vanwege een gewijzigde liquiditeitsbehoefte – van 2016 en 2017 verschoven naar 2018 en 2019.

Intensivering Kinderopvangtoeslag (beleidsmatig en technisch)

In het belastingplan is 200 mln. aan aanvullende middelen beschikbaar gekomen voor de kinderopvangtoeslag. De intensivering van 200 mln. is een saldo van de hogere uitgaven en ontvangsten. Als gevolg van kaseffecten en een ingroeipad (ouders passen niet direct hun gedrag aan) is het bedrag jaarlijks niet precies gelijk aan 200 mln.

Kaseffect WW

Als gevolg van de inkomstenverrekening krijgen WW-gerechtigden pas na afloop van de maand hun WW-uitkering uitbetaald. Door de verschuiving van lasten naar latere jaren treden er incidentele besparingen op. Deze besparing is eerder over meerdere jaren plat geslagen. Daarnaast vindt er een overboeking plaats naar hoofdstuk 40.

Kasschuiven SZA

Als gevolg van een wijziging in de fasering van uitgaven binnen het kader SZA worden diverse kasschuiven gedaan.

Maatschappelijke begeleiding

In het Bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom is afgesproken dat het budget voor maatschappelijke begeleiding per vergunninghouder wordt verhoogd van 1.000 naar 2.370 euro. Daarnaast is sprake van een volumegroei.

Neutrale herschikking uitvoeringskosten UWV

De uitvoeringskosten UWV worden budgettair neutraal herschikt. Tegenover de lagere begrotingsgefinancierde uitvoeringskosten UWV staat een gelijke stijging van de premiegefinancierde uitvoeringskosten UWV.

Participatiebudget

In het uitwerkingsakkoord Verhoogde Asielinstroom is afgesproken dat het Rijk voor gemeenten voor het participatiebudget additionele middelen beschikbaar stelt, zodat gemeenten maximaal kunnen inzetten op de integratie en participatie van vergunninghouders.

Re-integratie Wajong

Op basis van de realisatie 2015 is de raming van de uitgaven re-integratie Wajong naar beneden bijgesteld.

Voorfinanciering bijstand

In het uitwerkingsakkoord met gemeenten dit voorjaar is afgesproken dat gemeenten intertemporeel tegemoet worden gekomen in de kosten aan bijstandsuitkeringen.

Diversen (beleidsmatig)

Deze post diversen bestaat uit meerdere mutaties. De grootste hiervan betreft uitbreiding van het programma voorinburgering door het COA.

Doorstart naar werk (RBG-eng en SZA)

Vanuit het budget voor sectorplannen wordt geld ingezet voor de ondersteuning van transitie naar nieuw werk.

Intensivering AKW

Naar aanleiding van het belastingplan wordt er in 2016 100 mln. geïntensiveerd op de AKW. De intensivering van de extra tegemoetkoming voor alleenstaande of alleenverdienende ouders van een thuiswonend gehandicapt kind heeft – omdat achteraf wordt betaald – voor het eerst in 2017 een kaseffect.

Voorschoolse voorziening peuters

De overboeking van SZW naar het gemeentefonds betreft een voorschoolse voorziening voor peuters die nu nog niet naar een voorschoolse voorziening gaan.

BIKK AOW

Op basis van het Centraal Economisch Plan van het CPB is de raming voor de bijdrage in de kosten van de heffingskortingen (BIKK) aan het ouderdomsfonds neerwaarts bijgesteld.

Rijksbijdrage vermogenstekort ouderdomsfonds

Op basis van het Centraal Economisch Plan van het CPB is de raming voor de rijksbijdrage aan het vermogenstekort van het ouderdomsfonds opwaarts bijgesteld.

Ontvangsten sociale werkvoorziening en participatiebudget

Deze ontvangsten betreffen de terugontvangsten van de sociale werkvoorziening (WSW) en het Participatiebudget in verband met onderrealisatie bij de WSW en terugvordering bij het Participatiebudget.

AKW (ontvangsten)

Begrotingsgefinancierde regelingen worden gedurende het jaar aan uitvoeringsinstanties bevoorschot en achteraf exact afgerekend. De afrekening AKW 2015 leidt in 2016 tot een terugbetaling.

Kindgebonden budget (ontvangsten)

Recente uitvoeringsinformatie leidt tot hogere te verwachten terugvorderingen. Dit leidt tot een structurele meevaller in de ontvangsten vanaf 2017.

Sociale Zekerheid

SOCIALE ZEKERHEID: UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016

78.482,2

79.177,5

79.691,1

80.448,6

81.130,7

Mee- en tegenvallers

         
 

Sociale zekerheid

         
   

Aio

– 7,2

– 26,8

– 31,2

– 31,5

– 30,1

   

Anw

– 17,4

– 21,4

– 28,7

– 34,2

– 40,5

   

Aow

144,1

211,1

305,8

303,9

302,4

   

Bijstand

37,7

84,3

206,9

189,8

143,9

   

Iva

– 30,4

– 23,3

– 13,4

– 15,0

– 16,4

   

Kinderopvangtoeslag

23,2

– 38,9

– 10,3

– 1,7

10,3

   

Leningen inburgering

49,6

90,2

110,0

95,4

60,7

   

Nominale ontwikkeling

– 43,9

369,5

470,3

466,3

464,8

   

Wajong

34,9

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Wazo

– 47,5

– 38,8

– 30,7

– 21,1

– 15,0

   

Wga

– 52,2

– 55,3

– 58,8

– 62,4

– 66,3

   

Ww

– 690,4

– 956,9

– 1.049,0

– 1.004,0

– 952,4

   

Diversen

15,2

3,3

2,8

– 4,4

1,4

     

– 584,3

– 403,0

– 126,3

– 118,9

– 137,2

Beleidsmatige mutaties

         
 

Sociale zekerheid

         
   

Intensivering kinderopvangtoeslag

14,8

– 21,1

1,9

22,6

29,6

   

Kaseffect ww

– 106,4

– 55,4

– 25,4

– 23,4

– 23,4

   

Kasschuiven sza

– 10,9

– 29,3

20,2

4,3

11,5

   

Maatschappelijke begeleiding

51,3

57,7

42,5

10,4

9,6

   

Participatiebudget

68,0

68,0

0,0

0,0

0,0

   

Re-integratie wajong

– 35,0

– 15,0

0,0

0,0

0,0

   

Reservering uitvoeringskosten

23,3

– 57,0

– 37,6

– 18,6

– 29,7

   

Voorfinanciering bijstand

85,0

90,0

– 10,6

– 21,9

– 21,9

   

Ziektewet

– 10,8

– 45,9

– 77,5

– 96,7

– 117,0

   

Diversen

41,2

41,0

17,6

11,3

10,0

     

120,5

33,0

– 68,9

– 112,0

– 131,3

Technische mutaties

         
 

Sociale zekerheid

         
   

Brutering

33,0

– 305,0

– 308,5

– 267,5

– 270,3

   

Doorstart naar werk

31,3

55,5

33,3

0,0

0,0

   

Intensivering akw

100,0

103,7

103,7

103,7

103,7

   

Intensivering kinderopvangtoeslag

0,0

200,0

200,0

200,0

200,0

   

Voorschoolse voorziening peuters

– 10,0

– 20,0

– 30,0

– 40,0

– 50,0

   

Diversen

– 12,3

– 9,6

0,1

3,6

7,5

     

142,0

24,6

– 1,4

– 0,2

– 9,1

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

– 322,1

– 345,4

– 196,6

– 231,1

– 277,6

Stand Voorjaarsnota 2016

78.160,1

78.832,2

79.494,5

80.217,4

80.853,1

SOCIALE ZEKERHEID: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016

1.003,8

1.009,3

1.004,8

1.006,8

1.014,3

Mee- en tegenvallers

         
 

Sociale zekerheid

         
   

Kinderopvangtoeslag

62,6

2,7

2,6

– 3,3

2,1

   

Ww

– 40,1

– 40,1

– 40,1

– 40,1

– 40,1

   

Diversen

61,2

19,7

22,6

20,8

19,9

     

83,7

– 17,7

– 14,9

– 22,6

– 18,1

Beleidsmatige mutaties

         
 

Sociale zekerheid

         
   

Diversen

0,0

3,1

11,5

18,8

24,0

     

0,0

3,1

11,5

18,8

24,0

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

83,7

– 14,6

– 3,4

– 3,8

5,9

Stand Voorjaarsnota 2016

1.087,5

994,7

1.001,4

1.003,0

1.020,2

AIO

Deze bijstelling wordt voornamelijk veroorzaakt doordat het aantal niet-westerse allochtonen dat de AOW-leeftijd bereikt lager uitvalt dan waar bij het opstellen van de begroting rekening mee werd gehouden.

ANW

Naar aanleiding van de volumeprognose van de SVB wordt de raming ANW naar beneden bijgesteld.

AOW

De raming van de AOW-uitgaven is opwaarts bijgesteld als gevolg van de nieuwe CBS-bevolkingsprognose. Het aantal mensen met een AOW-uitkering stijgt als gevolg van de gestegen levensverwachting. Daarnaast valt de gemiddelde hoogte van onvolledige AOW-uitkeringen hoger uit.

Bijstand

De raming van uitgaven aan de bijstand wordt per saldo opwaarts opgesteld. Deze totale bijstelling wordt met name veroorzaakt door lagere uitgaven als gevolg van een lagere werkloosheid en hogere uitgaven als gevolg van de verwerking van realisatiecijfers (volume en prijs) over 2015 en verhoogde asielinstroom.

IVA

De instroom in de IVA is naar beneden bijgesteld op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV, waardoor een meevaller resulteert op de IVA. Daarnaast is er voor 2017 en 2018 sprake van een meevaller op de gemiddelde jaaruitkering in de IVA.

Kinderopvangtoeslag (uitgaven en inkomsten)

Deze bijstellingen worden vooral verklaard door kaseffecten en slechts in zeer beperkte mate door volumeontwikkeling. Vanwege hoger dan verwachte nabetalingen en ontvangsten kinderopvangtoeslag over oude toeslagjaren zijn de uitgaven en inkomsten naar boven bijgesteld.

Leningen inburgering

De raming voor de leningen voor inburgering wordt naar boven bijgesteld als gevolg van de hogere asielinstroom en een hoger gemiddeld leenbedrag.

Nominale Ontwikkeling

Deze mutatie betreft een aanpassing in de geraamde nominale ontwikkeling binnen het SZA-kader als gevolg van CPB-ramingen van loon- en prijsontwikkeling en als gevolg van mutaties in uitgavenramingen binnen de Sociale Zekerheid.

Wajong

De raming van de Wajong-uitkeringslasten en de raming van de Wajong tegemoetkoming zijn op basis van uitvoeringsinformatie uit de Januarinota UWV bijgesteld. Daarnaast heeft er een nabetaling plaatsgevonden als gevolg van de afrekening 2015.

Wazo

De raming van de WAZO-uitgaven wordt naar beneden bijgesteld. Het totaal aantal geboortes ligt lager dan eerder geraamd.

WGA

Op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV zijn de herleidingsfactor en gemiddelde jaaruitkering in de WGA naar beneden bijgesteld. Hierdoor resulteert meerjarig een meevaller in de WGA.

WW

De raming van de WW-uitgaven wordt neerwaarts bijgesteld. Deze bijstelling wordt voornamelijk veroorzaakt omdat de werkloosheid lager is bij de MEV werd verwacht. Daarnaast zijn de realisatiecijfers uit de Januarinota van het UWV verwerkt.

Intensivering Kinderopvangtoeslag (beleidsmatig en technisch)

In het belastingplan is 200 mln. aan aanvullende middelen beschikbaar gekomen voor de kinderopvangtoeslag. De intensivering van 200 mln. is een saldo van de hogere uitgaven en ontvangsten. Als gevolg van kaseffecten en een ingroeipad (ouders passen niet direct hun gedrag aan) is het bedrag jaarlijks niet precies gelijk aan 200 mln.

Kaseffect WW

Als gevolg van de inkomstenverrekening krijgen WW-gerechtigden pas na afloop van de maand hun WW-uitkering uitbetaald. Door de verschuiving van lasten naar latere jaren treden er incidentele besparingen op. Een deel van deze besparing is eerder over meerdere jaren plat geslagen.

Kasschuiven SZA

Als gevolg van een wijziging in de fasering van uitgaven binnen het kader SZA worden diverse kasschuiven gedaan.

Maatschappelijke begeleiding

In het uitwerkingsakkoord met gemeenten is afgesproken dat het budget voor maatschappelijke begeleiding per vergunninghouder wordt verhoogd van 1000 naar 2.370 euro. Daarnaast is er sprake van een hoger volume.

Participatiebudget

In het uitwerkingsakkoord Verhoogde Asielinstroom is afgesproken dat het Rijk gemeenten additionele middelen voor het participatiebudget beschikbaar stelt, zodat gemeenten maximaal kunnen inzetten op de integratie en participatie van vergunninghouders.

Re-integratie Wajong

Op basis van de realisatie 2015 is de raming van de uitgaven re-integratie Wajong naar beneden bijgesteld.

Uitvoeringskosten ZBO’s

Inzet van reserveringen op de begroting ten behoeve van uitvoeringskosten ZBO’s.

Voorfinanciering bijstand

In het uitwerkingsakkoord met gemeenten dit voorjaar is afgesproken dat gemeenten intertemporeel tegemoet worden gekomen in de kosten die worden gemaakt aan bijstandsuitkeringen.

Ziektewet

Het aantal zieke werklozen is in de raming afhankelijk gemaakt van de ontwikkeling van het aantal WW-gerechtigden. Dit leidt tot een neerwaartse bijstelling van het ZW-volume.

Diversen (beleidsmatig)

De post diversen bestaat uit meerdere mutaties. De grootste hiervan betreft uitbreiding van het programma voorinburgering door het COA.

Brutering

Diverse uitkeringen zijn netto gekoppeld aan het netto minimumloon, maar kennen een ander bruto-netto traject dan het minimumloon. Wijzigingen in het bruto-netto traject van het minimumloon leiden tot aanpassing van het netto minimumloon. De uitkeringen die netto zijn gekoppeld aan het netto minimumloon, worden evenredig aangepast maar door het andere bruto-netto traject kan de bruto uitkering een afwijkende ontwikkeling vertonen dan die van het bruto mimimumloon. Het effect hiervan op de uitkeringslasten wordt het bruteringseffect genoemd. Het uitgavenkader SZA is voor dit effect gecorrigeerd.

Doorstart naar werk

Vanuit het budget voor sectorplannen wordt geld ingezet voor de ondersteuning van transitie naar nieuw werk.

Intensivering AKW

Naar aanleiding van het belastingplan wordt er in 2016 100 mln. geïntensiveerd op de AKW. Deze intensivering van de extra tegemoetkoming van 3,7 mln. voor alleenstaande of alleenverdienende ouders van een thuiswonend gehandicapt kind heeft – omdat achteraf wordt betaald – voor het eerst in 2017 een kaseffect.

Voorschoolse voorziening peuters

Dit betreft een overboeking van SZW naar het gemeentefonds voor het bereiken van peuters die nu nog niet naar een voorschoolse voorziening gaan.

WW (inkomsten)

Overheidswerkgevers zijn eigenrisicodrager voor de WW-uitkeringen, waardoor WW-uitkeringen van (ex)-overheidspersoneel ten laste komen van het Uitvoeringsfonds voor de Overheid (Ufo). Deze inkomsten betreffen het verhaal op het Ufo. Naar aanleiding van de Januarinota van het UWV zijn deze inkomsten neerwaarts bijgesteld.

XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport

XVI VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT: UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

14.551,4

14.938,9

15.075,2

15.281,5

15.769,0

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Backpay

20,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Doorschuiven middelen subsidie transitie jeugd

73,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Taakstellende onderuitputting

– 33,0

– 36,1

– 33,0

– 33,0

– 33,0

   

Uitvoeringskosten wanbetalers

– 20,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Diversen

55,6

1,3

6,9

5,3

0,5

 

Zorg

         
   

Herstelpremie umc's

11,2

15,8

0,0

0,0

0,0

   

Overheveling resterende middelen integrale tarieven

– 18,8

– 50,0

– 25,0

– 16,0

10,0

   

Sectorale pensioenregeling voor umc's

17,0

17,0

17,0

17,0

17,0

   

Diversen

15,0

0,0

0,0

0,0

0,0

     

120,0

– 52,0

– 34,1

– 26,7

– 5,5

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Buurtsportcoaches

– 47,1

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Loonbijstelling

31,6

29,9

29,1

29,2

29,1

   

Pgb trekkingsrechten

47,6

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Diversen

34,3

48,6

44,7

49,8

42,2

 

Zorg

         
   

Schadeloosstelling erasmus mc

85,0

81,0

0,0

0,0

0,0

   

Diversen

2,1

5,2

5,4

5,2

5,2

 

Niet tot een ijklijn behorend

         
   

Bikk wlz

18,4

– 88,5

– 93,6

– 99,0

– 104,7

   

Zorgtoeslag

– 27,2

– 317,5

– 188,2

– 189,9

– 97,8

   

Diversen

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

     

144,7

– 241,3

– 202,6

– 204,7

– 126,0

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

264,5

– 293,2

– 236,8

– 231,4

– 131,5

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

14.816,0

14.645,7

14.838,3

15.050,1

15.637,5

Totaal Internationale samenwerking

5,1

5,1

5,1

5,1

5,1

Stand Voorjaarsnota 2016

14.821,1

14.650,7

14.843,4

15.055,1

15.642,5

XVI VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

174,7

91,7

96,7

91,7

91,7

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

12,2

0,0

0,0

0,0

0,0

     

12,2

0,0

0,0

0,0

0,0

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

3,4

– 2,1

– 2,2

1,3

1,2

     

3,4

– 2,1

– 2,2

1,3

1,2

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

15,5

– 2,1

– 2,2

1,3

1,2

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

190,2

89,5

94,5

92,9

92,8

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

190,2

89,5

94,5

92,9

92,8

Backpay

Eind 2015 is besloten om een financiële regeling te treffen voor de backpay. De backpay heeft in 2015 niet tot uitgaven geleid. De betalingen vinden plaats in 2016.

Doorschuiven middelen subsidie transitie jeugd

In de jeugdzorg zijn subsidies op grond van de subsidieregeling bijzondere transitiekosten Jeugd in 2015 lager uitgevallen dan geraamd. Er zijn minder instellingen in de financiële problemen gekomen dan eerder verwacht. In 2015 hebben instellingen ingeteerd op hun eigen vermogen, daarnaast is het overgangsrecht voor cliënten in 2016 niet meer toepassing. Dit leidt tot de verwachting dat vanaf 2016 meer instellingen in de problemen kunnen komen en er zodoende een groter beroep op de subsidieregeling gedaan kan worden. Daarom zijn de niet-bestede middelen in 2015 via een kasschuif doorgeschoven naar 2016.

Taakstellende onderuitputting

De taakstellende onderuitputting is vanaf 2016 verhoogd. De taakstellende onderuitputting wordt bezien in de uitvoering ofwel in de loop van het jaar concreet ingevuld met onderuitputting waarvan bij aanvang van het jaar nog niet bekend is waar deze precies optreedt.

Uitvoeringskosten wanbetalers

Met het oog op de invoering van de Wet verbetering wanbetalersmaatregelen is in 2015 de raming van zowel uitgaven als ontvangsten voor de wanbetalersregeling structureel verhoogd. De wet treedt (pas) in werking per 1 juli 2016. Voor 2016 volgt zodoende een incidentele meevaller bij de uitgaven van 20 mln.

Diversen – Beleidsmatige mutaties – Rijksbegroting in enge zin

Deze post betreft onder andere een kasschuif bij de regeling huisvestingslasten jeugdzorgplus, diverse kleine knelpunten op het apparaatsbudget en een knelpunt bij uitvoeringskosten van het CAK.

Herstelpremie UMC’s

VWS compenseert de UMC’s voor hogere pensioenlasten van het ABP.

Overheveling resterende middelen integrale tarieven

De resterende middelen integrale tarieven op het begrotingsgefinancierd BKZ worden overgeheveld naar het premiegefinancierd BKZ.

Sectorale pensioenregeling UMC’s

Dit betreft een reservering van middelen ten behoeve van het creëren van een level playing field op het gebied van pensioenen door middel van sectoralisatie van UMC’s binnen het ABP.

Diversen – Beleidsmatige mutaties – Zorg

Deze post bestaat onder andere uit kosten voor de subsidieregeling integrale tarieven en hogere zorguitgaven Caribisch Nederland in verband met de dollarkoers.

Buurtsportcoaches

De brede impuls combinatiefunctie is een onderdeel van het programma «Sport en bewegen in de buurt». In 2016 hebben 373 gemeenten een aanvraag ingediend voor de brede impuls combinatiefuncties. Het Rijk draagt hieraan bij. De middelen worden toegevoegd aan de decentralisatie-uitkering buurtsportcoaches.

Loonbijstelling

De loonbijstelling tranche 2016 wordt overgemaakt naar de departementale begrotingen. Deze tranche bestaat uit een vergoeding voor sociale werkgeverslasten en de contractloonontwikkeling. Daarbovenop ontvangen departementen bij de loonbijstelling incidentele compensatie voor een deel van de kosten voor werkgevers van de herstelopslag van het ABP voor 2016.

Pgb trekkingsrechten

Vanuit het BKZ en vanuit gemeentes worden budgetten overgeboekt voor de uitvoeringskosten van de trekkingsrechten pgb.

Diversen – Technische mutaties – Rijksbegroting in enge zin

Deze post omvat onder andere overboekingen vanuit het BKZ voor de uitvoering van «Waardigheid en trots» en ter bevordering van zorgnetwerken om antibioticaresistentie te beheersen.

Schadeloosstelling Erasmus MC

In een bindend advies is de schadevergoeding die VWS aan Erasmus MC moet betalen vanwege het niet nakomen van twee toezeggingen uit 2009 vastgesteld op 235,9 mln. (stand ultimo 2014, exclusief rente). VWS betaalt in 2015 en 2016 een bedrag van 85 mln. en het restant in 2017. De middelen zijn naar Hoofdstuk XVI overgeboekt, maar blijven behoren tot het BKZ (begrotingsgefinancierde BKZ-uitgaven).

Diversen – Technische mutaties – Zorg

Deze post bevat onder meer de loon- en prijsbijstelling voor het begrotingsgefinancierde deel van het BKZ.

BIKK Wlz

Dit is de bijstelling Bijdrage in Kosten van Kortingen (BIKK) naar aanleiding van de CEP-raming van het Centraal Planbureau.

Zorgtoeslag

Dit is de bijstelling van de uitgavenraming zorgtoeslag naar aanleiding van de CEP-raming van het Centraal Planbureau.

Diversen – Niet-belastingontvangsten – Beleidsmatige mutaties – Rijksbegroting in enge zin

Dit betreft een verhoging van de ontvangsten (en uitgaven) in verband met de tijdelijke projectdirectie ALT.

Budgettair Kader Zorg

ZORG: UITGAVEN
     
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016

72.883,9

74.290,9

77.509,4

80.801,7

84.628,8

Mee- en tegenvallers

         
 

Zorg

         
   

Nominale ontwikkeling

– 288,5

– 159,2

– 130,7

– 135,8

– 143,6

   

Wijkverpleging

37,7

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Ziekenvervoer

– 36,7

– 11,7

– 11,7

– 11,7

– 11,7

   

Zorg in natura

17,0

32,0

0,0

0,0

0,0

   

Diversen

– 22,2

2,8

2,8

2,8

2,8

     

– 292,7

– 136,1

– 139,6

– 144,7

– 152,5

Beleidsmatige mutaties

         
 

Zorg

         
   

Besluitvorming overschrijdingen msz 2012 en 2013

– 70,0

– 29,0

0,0

0,0

0,0

   

Kasschuif msz-kader

– 68,8

0,0

25,0

34,0

10,0

   

Migratie

27,1

81,0

95,4

95,4

95,4

   

Nominale bijstellingen

109,9

61,5

56,0

40,8

– 13,3

   

Schadeloosstelling erasmus mc

81,0

– 6,5

– 87,5

– 68,0

0,0

   

Verwarde personen

15,0

30,0

30,0

30,0

30,0

   

Vrijval nominaal en onverdeeld

– 471,9

– 732,7

– 755,5

– 808,9

– 879,9

   

Diversen

48,7

47,2

33,6

38,7

27,5

     

– 329,0

– 548,5

– 603,0

– 638,0

– 730,3

Technische mutaties

         
 

Zorg

         
   

Diversen

– 72,6

– 51,6

– 47,7

– 49,1

– 39,1

     

– 72,6

– 51,6

– 47,7

– 49,1

– 39,1

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

– 694,3

– 736,2

– 790,2

– 831,7

– 921,8

Stand Voorjaarsnota 2016

72.189,7

73.554,8

76.719,3

79.970,0

83.707,0

ZORG: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016

5.042,8

5.120,0

5.245,0

5.436,9

5.585,0

Mee- en tegenvallers

         
 

Zorg

         
   

Eigen bijdrage wlz

– 21,9

– 19,6

– 21,9

– 51,6

– 33,8

     

– 21,9

– 19,6

– 21,9

– 51,6

– 33,8

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

– 21,9

– 19,6

– 21,9

– 51,6

– 33,8

Stand Voorjaarsnota 2016

5.020,9

5.100,4

5.223,1

5.385,3

5.551,2

Nominale ontwikkeling

De raming van de loon- en prijsbijstelling is aangepast op basis van de meest recente macro-economische inzichten in het Centraal Economisch Plan (CEP 2016) van het CPB.

Wijkverpleging

Op basis van de voorlopige realisatiecijfers van het Zorginstituut Nederland (ZiNl) wordt de raming van de uitgaven aan wijkverpleging in 2016 met ca 38 mln. verhoogd. Er wordt een hogere patiënteninstroom verwacht als gevolg van demografische ontwikkelingen en extramuralisering.

Ziekenvervoer

De uitgaven voor overig ziekenvervoer laten op basis van de voorlopige realisatiecijfers een meevaller zien. De meevaller wordt niet geheel structureel doorgetrokken in verband met de herijking van het referentiekader in 2017.

Zorg in natura

Dit betreffen extra Wlz-uitgaven in 2016 en 2017 vanwege het niet extramuraliseren van ZZP VG3 (wonen met begeleiding en verzorging). Er is geen doorwerking in 2018 en latere jaren omdat het Wmo-kader vanaf 2018 hierop zal worden aangepast.

Diversen

Dit betreft het saldo van diverse mee- en tegenvallers waaronder meevallers bij de geriatrische revalidatiezorg (– 26 mln.) en de grensoverschrijdende zorg (– 22 mln.) en tegenvallers bij de sector overig curatief (45 mln.) en geneesmiddelen (24 mln.).

Besluitvorming overschrijdingen MSZ 2012 en 2013

Naar aanleiding van bestuurlijk overleg met partijen van het bestuurlijk Hoofdlijnenakkoord MSZ is besloten dat in verband met de geconstateerde overschrijdingen in 2012 en 2013 resp. € 70 miljoenmln. euro in mindering zal worden gebracht op het beschikbare macrokader 2016 en 29 mln. euro in 2017.

Kasschuif MSZ-kader

De niet benodigde middelen voor de overgang naar integrale tarieven blijven voor de sector MSZ beschikbaar. Via een kasschuif worden ze in het gewenste kasritme gebracht.

Migratie

De verhoogde instroom van asielzoekers leidt tot tegenvallende uitgaven op het BKZ. Er worden extra uitgaven verwacht bij de curatieve zorg (o.a. huisartsenzorg,ggz en msz) en het gemeentelijk domein (preventie).

Nominale bijstellingen

Dit betreft enkele technische aanpassingen en correcties van het loon- prijsmodel, waaronder het grondslageffect door het invoeren van de nieuwe begrotingsstanden, vermindering van het aantal indicatoren voor de vaststelling van de loon- en prijsbijstelling en het vervroegen van het moment waarop de loon- en prijsbijstelling Zvw wordt vastgesteld. Dit leidt tot een per saldo tegenvaller.

Schadeloosstelling Erasmus MC

In een bindend advies is de schadevergoeding die VWS aan Erasmus MC moet betalen vanwege het niet nakomen van twee toezeggingen uit 2009 vastgesteld op 235,9 mln. euro (stand ultimo 2014, excl. rente). VWS betaalt in 2015 en 2016 een bedrag van 85 mln. euro en het restant in 2017. Voor de betaling in 2016 wordt via een kasschuif € 81 miljoen toegevoegd aan de € 4 miljoen die voor 2016 was gereserveerd.

Verwarde personen

Dit betreffen middelen voor verbeteracties voor mensen met verward gedrag. De kosten die aan de diverse verbeteracties zijn verbonden bedragen voor VWS 15 miljoen in 2016 en 30 miljoen structureel vanaf 2017. Eén van de acties is een regeling voor onverzekerden. Een deel van de middelen is bestemd voor pilots/projecten in het land.

Vrijval nominaal en onverdeeld

Dit betreft ruimte met name als gevolg van het verschil tussen de oorspronkelijk beschikbaar gestelde middelen voor de curatieve zorg (groeiruimte) en de in de verschillende zorgakkoorden gemaakte afspraken over de toegestane groei in die sectoren.

Daarnaast vindt er een ramingsbijstelling plaats bij de groeiruimte bij de overige sectoren, omdat de uitgaven minder hard groeien dan eerder geraamd. Voorts is na verwerking van de gemaakte afspraken over de afwikkeling van de schadevergoeding aan Erasmus MC sprake van vrijval van gereserveerde middelen op de garantieregeling kapitaallasten.

Diversen

Dit betreft het saldo van diverse mutaties waaronder extra middelen ter bevordering zorgnetwerken om antibioticaresistentie te beheersen, een reservering van middelen ten behoeve van het creëren van een level playing field op het gebied van pensioenen door middel van sectoralisatie van UMC’s binnen het ABP en compensatie voor de UMC’s voor hogere pensioenlasten van het ABP.

Diversen (technisch zorg)

Dit betreft het saldo van een aantal ijklijnmutaties.

Eigen bijdrage Wlz

Het lagere dan geraamde aantal cliënten in de intramurale ouderenzorg zorgt voor een tegenvaller bij de opbrengsten Wlz van ruim 1%.

XVII Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

XVII BUITENLANDSE HANDEL & ONTWIKKELINGSSAMENWERKING: UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Totaal Internationale samenwerking

2.974,9

2.366,7

2.265,7

2.288,0

2.288,9

Stand Voorjaarsnota 2016

2.974,9

2.366,7

2.265,7

2.288,0

2.288,9

XVII BUITENLANDSE HANDEL & ONTWIKKELINGSSAMENWERKING: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

16,4

18,1

15,7

13,4

13,1

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

16,4

18,1

15,7

13,4

13,1

Totaal Internationale samenwerking

241,3

82,1

63,1

63,0

62,9

Stand Voorjaarsnota 2016

257,8

100,2

78,8

76,3

75,9

XVIII Wonen & Rijksdienst

XVIII WONEN & RIJKSDIENST: UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

3.760,4

3.630,3

4.009,7

4.208,6

4.201,6

Mee- en tegenvallers

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Huurtoeslag: raming 2016–2021

230,0

485,5

401,7

350,3

348,9

   

Huurtoeslag:realisatie 2015

132,5

0,0

0,0

0,0

0,0

     

362,5

485,5

401,7

350,3

348,9

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Fonds energiebesparing huursector rfeiii

72,8

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Huisvestingvoorziening

23,0

27,8

7,8

– 20,3

– 20,3

   

Kasschuif rfe iii

35,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Overige kosten energieakkoord

– 15,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Teruggave surplus eigen vermogen rgd – venj

– 50,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Diversen

– 13,2

– 4,1

2,9

4,3

– 3,3

     

52,6

23,7

10,7

– 16,0

– 23,6

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Energiebesparing eigenaar-bewoners

40,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Huurtoeslag: ejm 2015

– 132,5

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Surplus eigen vermogen rgd

135,1

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Teruggave surplus eigen vermogen rgd

– 54,3

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Diversen

65,4

– 0,9

1,0

2,1

2,1

     

53,7

– 0,9

1,0

2,1

2,1

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

468,8

508,3

413,4

336,4

327,4

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

4.229,2

4.138,6

4.423,1

4.545,0

4.529,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

4.229,2

4.138,6

4.423,1

4.545,0

4.529,0

XVIII WONEN & RIJKSDIENST: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

629,1

584,2

563,1

555,2

549,8

Mee- en tegenvallers

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

– 10,0

– 2,0

8,0

9,0

2,0

     

– 10,0

– 2,0

8,0

9,0

2,0

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Surplus ev rgd

135,1

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Diversen

41,5

2,2

2,2

2,2

2,2

     

176,6

2,2

2,2

2,2

2,2

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

166,6

0,2

10,2

11,2

4,2

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

795,7

584,4

573,3

566,4

554,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

795,7

584,4

573,3

566,4

554,0

Huurtoeslag (2015 realisatie en ejm, raming 2016–2021)

Door hogere aantallen aanvragers (onder meer door de instroom van vergunninghouders), een lager niet-gebruik en een aanpassing van het heffingsvrije vermogen is er bij de huurtoeslag sprake van tegenvallers. Daarnaast resteert een nog niet gedekt tekort van vorig jaar. De tekorten worden binnen de huurtoeslag opgevangen door een verhoging van de zgn. kwaliteitskorting. De inpassing van de tekorten binnen het instrument wordt dit jaar voorbereid. Hiertoe wordt een AmvB opgesteld. De definitieve vormgeving van de dekking van het tekort op de huurtoeslag wordt betrokken bij nadere budgettaire besluitvorming.

Kasschuif rfe iii en overige kosten energieakkoord

Niet bestede middelen uit het beoogde fonds energiebesparing (RFE III) worden ingezet ter dekking van uitvoeringsproblematiek bij het energielabel (15 mln.). Daarnaast wordt in lijn met de motie De Vries een plan uitgewerkt om de overige 20 mln. in te zetten voor een fonds duurzaam funderingsherstel. Op het moment dat aan de noodzakelijke randvoorwaarden wordt voldaan, kan worden overgegaan tot instelling van het fonds.

Huisvestingvoorziening

Het Rijk en de gemeenten hebben afgelopen najaar afgesproken om een huisvestingsvoorziening voor 14.000 vergunninghouders te realiseren, bovenop de bestaande woningvoorraad. Voor deze huisvestingsvoorziening is een subsidieregeling ingesteld. Deze subsidieregeling wordt gefinancierd vanuit een besparing op de huurtoeslag die ontstaat doordat vergunninghouders in deze huisvestingsvoorziening geen recht op huurtoeslag hebben.

Fonds Energiebesparing Huursector (FEH) (Rfe ii)

Eind 2014 is het Fonds Energiebesparing Huursector (FEH) opengesteld voor woningcorporaties en voor overige verhuurders. Omdat het aantal aanvragen achter bleef bij de verwachtingen, zijn de niet bestede middelen meegenomen naar 2016.

Surplus eigen vermogen rgd en teruggave en teruggave VenJ (uitgaven en ontvangsten)

Het surplus aan eigen vermogen (EV) bij de voormalige Rijksgebouwendienst (Rgd) wordt afgeroomd. Deze middelen worden teruggegeven aan departementen, waarvan 50 mln. door VenJ reeds eerder is benut in de begrotingsbrief van november 2015.

Energiebesparing eigenaar-bewoners

In het kader van het Belastingplan 2016 heeft het kabinet 100 mln. vrijgemaakt voor o.a. een subsidieregling om huiseigenaren (eigenaar-bewoners) te stimuleren energiebesparende maatregelen te nemen. Hiervan wordt in 2016 40 mln. toegevoegd aan de begroting van WenR. Aan de aanvullende post wordt in de jaren 2016 tot 2018 de resterende 60 mln. toegevoegd in afwachting van verdere uitwerking.

Diversen

Onder de post diversen valt in 2016 onder andere de eindejaarsmarge van het Nationaal Energiebespaarfonds en de egalisatievorderingen van het Rijksvastgoedbedrijf aan de Hoge Colleges van Staat.

Gemeentefonds

B GEMEENTEFONDS: UITGAVEN
       

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

27.338,7

26.923,8

26.703,1

26.567,8

26.385,8

Beleidsmatige mutaties

         
   

Rijksbegroting in enge zin

         
     

Wijziging betalingsverloop

41,6

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Zorg

         
   

Diversen

14,9

0,0

0,0

0,0

0,0

     

56,5

0,0

0,0

0,0

0,0

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Accres tranche 2015

99,1

49,6

49,6

49,6

49,6

   

Accres tranche 2016

– 117,2

– 117,2

– 117,2

– 117,2

– 117,2

   

Buurtsportcoaches

58,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Referendum associatieverdrag

30,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Voorschoolse voorziening peuters

10,0

20,0

30,0

40,0

50,0

   

Diversen

55,4

31,0

29,7

28,9

28,8

 

Sociale zekerheid

         
   

Loonbijstelling tranche 2016

46,4

43,5

41,1

39,5

37,8

   

Diversen

0,2

0,2

0,2

0,2

0,2

 

Zorg

         
   

Loon- en prijsbijstelling tranche 2016

107,5

105,8

105,5

105,6

105,4

   

Diversen

17,0

0,0

0,0

0,0

0,0

     

306,4

132,9

138,9

146,6

154,6

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

362,9

132,8

138,7

146,5

154,5

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

27.701,6

27.056,7

26.841,9

26.714,4

26.540,3

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

27.701,6

27.056,7

26.841,9

26.714,4

26.540,3

B GEMEENTEFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Wijziging betalingsverloop

In 2015 is een gedeelte van het gemeentefonds niet uitbetaald aan gemeenten. Dit is veroorzaakt doordat de verdeelmaatstaven nog niet allemaal definitief konden worden vastgesteld, waardoor niet kon worden overgegaan tot betaling aan gemeenten. Het resterende bedrag wordt in 2016 uitbetaald. Hiertoe wordt de begroting van het gemeentefonds verhoogd.

Accres tranche 2015

Het accres kent jaarlijks twee bijstellingsmomenten namelijk 1) de Voorjaarsnota en 2) de Miljoenennota. Daarnaast is er één vaststellingsmoment namelijk bij het Financieel Jaarverslag Rijk (FJR). Het definitieve accrespercentage over 2015 is, na afloop van dat jaar, op basis van de FJR-realisatiestanden uitgekomen op – 0,54% procent. Dat betekent een aanpassing van 49,6 mln. ten opzichte van de stand Miljoenennota 2016. Omdat het jaar 2015 al is afgesloten, vindt de afrekening over dat jaar plaats in 2016.

Accres tranche 2016

Dit betreft het uitkeren van de tranche 2016 op basis van de uitkomsten van de normeringssystematiek.

Buurtsportcoaches

De brede impuls combinatiefunctionaris is een onderdeel van het programma «Sport en bewegen in de buurt». In 2016 doen 371 gemeenten mee aan de brede impuls. Het Rijk draagt hieraan bij. De middelen worden toegevoegd aan de decentralisatie-uitkering buurtsportcoaches.

Referendum associatieverdrag

Er worden middelen beschikbaar gesteld aan gemeenten voor de kosten die zij maken voor het organiseren en uitvoeren van het referendum over de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne op 6 april 2016.

Voorschoolse voorziening peuters

Dit betreft een overboeking van SZW naar het gemeentefonds voor het bereiken van peuters die nu nog niet naar een voorschoolse voorziening gaan.

Loon- en prijsbijstelling tranche 2016

Dit betreft het uitkeren van de loon- en prijsbijstelling aan de integratie-uitkering sociaal domein. De integratie-uitkering sociaal domein loopt immers niet mee in de reguliere normeringssystematiek van het gemeentefonds.

Provinciefonds

C PROVINCIEFONDS: UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

2.160,3

2.150,4

1.994,6

1.988,7

1.982,3

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

– 0,1

0,0

0,0

0,0

0,0

     

– 0,1

0,0

0,0

0,0

0,0

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Beter benutten

58,4

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Rsp zuiderzeelijn

57,8

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Diversen

25,3

2,1

4,8

5,0

4,9

     

141,5

2,1

4,8

5,0

4,9

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

141,4

2,1

4,8

5,0

4,9

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

2.301,7

2.152,5

1.999,4

1.993,6

1.987,2

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

2.301,7

2.152,5

1.999,4

1.993,6

1.987,2

C PROVINCIEFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Beter benutten

Dit betreft een bijdrage van IenM aan provincies voor het programma Beter Benutten.

RSP Zuiderzeelijn

In het kader van het Ruimtelijk Economisch Programma (REP) als onderdeel van het regiospecifiek pakket (RSP) Zuiderzeelijn worden middelen via een decentralisatie-uitkering beschikbaar gesteld aan de provincies Friesland, Groningen, Drenthe en Flevoland.

Infrastructuurfonds

A INFRASTRUCTUURFONDS: UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

5.784,0

6.065,8

5.962,1

6.061,7

6.225,8

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Saldo 2015

266,6

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Diversen

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

     

266,6

0,0

0,0

0,0

0,0

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Bijdrage aan pf voor beter benutten

– 58,4

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Bijdrage aan pf voor regiospecifiek pakket zuiderzeelijn

– 57,8

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Diversen

– 32,2

– 24,1

– 2,2

4,7

10,2

     

– 148,4

– 24,1

– 2,2

4,7

10,2

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

118,2

– 24,1

– 2,2

4,7

10,2

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

5.902,1

6.041,7

5.959,9

6.066,4

6.236,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

5.902,1

6.041,7

5.959,9

6.066,4

6.236,0

A INFRASTRUCTUURFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

5.784,0

6.065,8

5.962,1

6.061,7

6.225,8

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Saldo 2015

59,0

0,0

0,0

0,0

0,0

     

59,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Bijdrage aan pf voor beter benutten

– 58,4

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Bijdrage aan pf voor regiospecifiek pakket zuiderzeelijn

– 57,8

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Diversen

– 32,2

– 24,1

– 2,2

4,7

10,2

 

Niet tot een ijklijn behorend

         
   

Saldo 2015

207,6

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Diversen

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

     

59,2

– 24,1

– 2,2

4,7

10,2

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

118,2

– 24,1

– 2,2

4,7

10,2

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

5.902,1

6.041,7

5.959,9

6.066,4

6.236,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

5.902,1

6.041,7

5.959,9

6.066,4

6.236,0

Saldo 2015

Het voordelig saldo over 2015 is in 2016 toegevoegd aan de begroting van het Infrastructuurfonds. Het saldo 2015 bedraagt 266,6 mln. hogere uitgaven en 59 mln. lagere ontvangsten, waardoor het netto saldo (uitgaven minus ontvangsten) uitkomt op 207,6 mln. Het voordelig saldo was grotendeels het gevolg van onderuitputting op het begrotingsartikel spoorwegen. Het saldo is met name toegevoegd aan dit begrotingsartikel.

Bijdrage aan PF voor Beter Benutten

Diverse provincies ontvangen een bijdrage van IenM voor projecten binnen het programma Beter Benutten. De middelen zijn afkomstig van het Infrastructuurfonds en zijn via de begroting van IenM overgeboekt naar het Provinciefonds.

Bijdrage aan PF voor Regiospecifiek pakket Zuiderzeelijn

De provincies Friesland, Groningen, Drenthe en Flevoland ontvangen van IenM resp. 34,9 mln., 17,5 mln., 2,7 mln. en 2,6 mln. voor concrete bereikbaarheidsprojecten binnen het Regiospecifiek pakket Zuiderzeelijn (RSP). De middelen zijn afkomstig van het Infrastructuurfonds en zijn via de begroting van IenM overgeboekt naar het Provinciefonds.

Diversen – Technische mutaties

Deze post bestaat voornamelijk uit een overboeking van 24,1 mln. in 2016 naar de Brede Doeluitkering op de begroting van IenM voor projecten binnen het programma Beter Benutten, en een overboeking van 16,0 mln. in 2017 naar de begroting van IenM voor het aanpakken van enkele resterende normoverschrijdingen van de luchtkwaliteit in Amsterdam en Rotterdam.

Diergezondheidsfonds

F DIERGEZONDHEIDSFONDS: UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

30,6

30,6

30,6

30,6

30,6

Technische mutaties

         
 

Niet tot een ijklijn behorend

         
   

Toevoeging eindsaldo 2015

13,4

0,0

0,0

0,0

0,0

     

13,4

0,0

0,0

0,0

0,0

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

13,4

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

44,0

30,6

30,6

30,6

30,6

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

44,0

30,6

30,6

30,6

30,6

F DIERGEZONDHEIDSFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

30,6

30,6

30,6

30,6

30,6

Technische mutaties

         
 

Niet tot een ijklijn behorend

         
   

Toevoeging eindsaldo 2015

13,4

0,0

0,0

0,0

0,0

     

13,4

0,0

0,0

0,0

0,0

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

13,4

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

44,0

30,6

30,6

30,6

30,6

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

44,0

30,6

30,6

30,6

30,6

Toevoeging eindsaldo 2015

Het eindsaldo van 2015 wordt toegevoegd aan de begroting 2016.

Accres Gemeentefonds

ACCRES GEMEENTEFONDS: UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

246,7

206,3

476,0

807,0

1187,8

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Accres tranche 2015

99,1

49,6

49,6

49,6

49,6

   

Accres tranche 2016

– 117,2

– 117,2

– 117,2

– 117,2

– 117,2

   

Accres tranche 2017

0,0

103,6

103,6

103,6

103,6

   

Accres tranche 2019

0,0

0,0

0,0

– 32,5

– 32,5

   

Accres tranche 2020

0,0

0,0

0,0

0,0

38,2

   

Diversen

– 15,0

0,5

– 28,4

– 34,2

– 27,8

     

– 33,1

36,5

7,6

– 30,7

13,9

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Accres tranche 2016

117,2

117,2

117,2

117,2

117,2

   

Diversen

– 100,9

– 49,6

– 49,6

– 49,6

– 49,6

     

16,3

67,6

67,6

67,6

67,6

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

– 16,7

104,1

75,3

37,0

81,5

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

230,0

310,4

551,3

844,0

1269,3

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

230,0

310,4

551,3

844,0

1269,3

ACCRES GEMEENTEFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Afrekening 2015 en accresontwikkeling tranche 2016–2020

Het accres kent jaarlijks twee bijstellingsmomenten namelijk 1) de Voorjaarsnota en 2) de Miljoenennota. Daarnaast is er één vaststellingsmoment namelijk bij het Financieel Jaarverslag Rijk (FJR). Het definitieve accrespercentage over 2015 is, na afloop van dat jaar, op basis van de FJR-realisatiestanden uitgekomen op – 0,54 procent. Dat betekent een neerwaartse aanpassing van 49,6 mln. ten opzichte van de stand Miljoenennota 2016. Omdat het jaar 2015 al is afgesloten, vindt de afrekening plaats in 2016.

Daarnaast zijn op basis van de integrale voorjaarsbesluitvorming de accrestranches voor 2016 en verder aangepast op basis van de ontwikkeling van de gecorrigeerde netto rijksuitgaven. De tranches voor 2015 en 2016 zijn overgeboekt naar het Gemeentefonds (technische mutaties).

Mutatie plafond BCF agv accresontwikkeling

Met ingang van 2015 wordt de ontwikkeling van het btw-compensatiefonds (BCF) gekoppeld aan de accrespercentages zoals deze voortvloeien uit de normeringssystematiek. Alle declaraties van gemeenten en provincies bij het BCF worden vergoed mits voldaan aan de declaratievoorwaarden. De budgettering wordt vormgegeven via het Gemeentefonds / Provinciefonds (GF/PF). Overschrijdingen op het vastgestelde BCF-plafond worden verhaald op het GF/PF. Onderschrijdingen van het BCF-plafond worden gestort in het GF/PF. Op basis van de accresraming op stand Voorjaarsnota is het aandeel van gemeenten in de ruimte onder het plafond voor 2016 met € 10,7 mln. neerwaarts aangepast ten opzichte van de stand van de Miljoenennota 2016.

Accres Provinciefonds

ACCRES PROVINCIEFONDS: UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

26,0

20,3

56,4

98,1

146,1

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

4,7

18,7

15,1

10,5

16,5

     

4,7

18,7

15,1

10,5

16,5

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

0,0

3,1

3,1

3,1

3,1

     

0,0

3,1

3,1

3,1

3,1

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

4,7

21,8

18,1

13,6

19,6

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

30,7

42,1

74,5

111,7

165,7

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

30,7

42,1

74,5

111,7

165,7

ACCRES PROVINCIEFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Afrekening 2015 en accresontwikkeling tranche 2016–2020

Het accres kent jaarlijks twee bijstellingsmomenten namelijk 1) de Voorjaarsnota en 2) de Miljoenennota. Daarnaast is er één vaststellingsmoment namelijk bij het Financieel Jaarverslag Rijk (FJR). Het definitieve accrespercentage over 2015 is, na afloop van dat jaar, op basis van de FJR-realisatiestanden uitgekomen op – 0,54 procent. Dat betekent een neerwaartse aanpassing van 3,8 mln. ten opzichte van de stand Miljoenennota 2016. Omdat het jaar 2015 al is afgesloten, vindt de afrekening plaats in 2016.

Daarnaast zijn op basis van de integrale voorjaarsbesluitvorming de accrestranches voor 2016 en verder aangepast op basis van de ontwikkeling van de gecorrigeerde netto rijksuitgaven. De tranches voor 2015 en 2016 zijn uitgekeerd aan het Provinciefonds (technische mutaties).

Mutatie plafond BCF agv accresontwikkeling

Met ingang van 2015 wordt de ontwikkeling van het btw-compensatiefonds (BCF)gekoppeld aan de accrespercentages zoals deze voortvloeien uit de normeringssystematiek. Alle declaraties van gemeenten en provincies bij het BCF worden vergoed mits voldaan aan de declaratievoorwaarden. De budgettering wordt vormgegeven via het Gemeentefonds / Provinciefonds (GF/PF). Overschrijdingen op het vastgestelde BCF-plafond worden verhaald op het GF/PF. Onderschrijdingen van het BCF-plafond worden gestort in het GF/PF. Op basis van de accresraming op stand Voorjaarsnota is het aandeel van provincies in de ruimte onder het plafond met 1,4 mln. neerwaarts aangepast ten opzichte van de stand van de Miljoenennota 2016.

BES-fonds

H BES-FONDS: UITGAVEN
 

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

33,4

32,7

32,7

32,8

32,8

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

33,4

32,7

32,7

32,8

32,8

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

33,4

32,7

32,7

32,8

32,8

H BES-FONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

           

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Deltafonds

J DELTAFONDS: UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

1.211,5

1.088,8

1.119,9

1.135,8

1.027,9

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Saldo 2015

55,7

0,0

0,0

0,0

0,0

     

55,7

0,0

0,0

0,0

0,0

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

– 7,3

– 5,7

0,2

0,4

0,4

     

– 7,3

– 5,7

0,2

0,4

0,4

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

48,4

– 5,7

0,2

0,4

0,4

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

1.259,9

1.083,2

1.120,1

1.136,2

1.028,3

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

1.259,9

1.083,2

1.120,1

1.136,2

1.028,3

J DELTAFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

1.211,5

1.088,8

1.119,9

1.135,8

1.027,9

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

– 3,7

0,0

0,0

0,0

0,0

     

– 3,7

0,0

0,0

0,0

0,0

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

– 7,3

– 5,7

0,2

0,4

0,4

 

Niet tot een ijklijn behorend

         
   

Saldo 2015

59,4

0,0

0,0

0,0

0,0

     

52,1

– 5,7

0,2

0,4

0,4

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

48,4

– 5,7

0,2

0,4

0,4

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

1.259,9

1.083,2

1.120,1

1.136,2

1.028,3

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

1.259,9

1.083,2

1.120,1

1.136,2

1.028,3

Saldo 2015

Het voordelig saldo over 2015 is in 2016 toegevoegd aan de begroting van het Deltafonds. Het saldo 2015 bedraagt – 55,7 mln. op de uitgaven en 3,7 op de ontvangsten, waardoor het netto saldo (uitgaven minus ontvangsten) uitkomt op – 59,4 mln. Het voordelig saldo werd met name veroorzaakt door onderuitputting binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2) en binnen het programma Kaderrichtlijn Water. Het saldo is met name toegevoegd aan deze programma’s.

Prijsbijstelling

PRIJSBIJSTELLING: UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

436,8

881,3

1337,4

1804,6

2272,3

Mee- en tegenvallers

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Nominale ontwikkeling

– 262,5

– 257,9

– 275,7

– 315,8

– 357,8

 

Sociale zekerheid

         
   

Diversen

– 3,4

– 4,9

– 6,0

– 7,0

– 7,9

 

Zorg

         
   

Diversen

– 0,1

0,0

0,0

0,1

– 0,6

     

– 266,0

– 262,8

– 281,7

– 322,7

– 366,3

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Sociale zekerheid

         
   

Diversen

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Zorg

         
   

Diversen

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

     

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Uitkeren tranche 2016

– 139,1

– 137,7

– 136,0

– 135,7

– 134,6

 

Sociale zekerheid

         
   

Diversen

– 2,0

– 2,0

– 1,9

– 1,9

– 1,9

 

Zorg

         
   

Diversen

– 0,6

– 0,7

– 0,7

– 0,7

– 0,7

 

Niet tot een ijklijn behorend

         
   

Nominale ontwikkeling

– 10,5

– 31,9

– 35,0

– 38,7

– 44,2

   

Diversen

– 18,5

– 18,9

– 19,1

– 19,0

– 19,3

     

– 170,7

– 191,2

– 192,7

– 196,0

– 200,7

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

– 436,8

– 454,1

– 474,4

– 518,9

– 567,1

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

0,0

427,2

862,9

1285,7

1705,2

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

0,0

427,2

862,9

1285,7

1705,2

PRIJSBIJSTELLING: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Nominale ontwikkeling

De prijsbijstelling is naar beneden bijgesteld als gevolg van de lagere prijsontwikkeling in de CEP-raming van het CPB. Vanwege de kleine omvang van de bijstelling valt deze op de kaders Zorg en Sociale Zekerheid onder de post «diversen».

Uitkeren tranche 2016

De prijsbijstelling tranche 2016 is uitgekeerd aan de departementen. Vanwege de kleine omvang van de uitkering valt deze op de kaders Zorg en Sociale Zekerheid onder de post «diversen» (technische mutaties).

Arbeidsvoorwaarden

ARBEIDSVOORWAARDEN: UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

1.094,7

1.726,4

2.280,9

2.837,6

3.454,2

Mee- en tegenvallers

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Nominale ontwikkeling

– 100,8

240,2

238,5

244,2

250,9

   

Diversen

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Sociale zekerheid

         
   

Nominale ontwikkeling

– 3,9

16,6

15,8

14,9

14,6

   

Diversen

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Zorg

         
   

Diversen

0,4

2,7

2,9

3,2

2,3

     

– 104,3

259,5

257,2

262,3

267,8

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Compensatie herstelopslag abp

62,1

0,0

0,0

0,0

0,0

     

62,1

0,0

0,0

0,0

0,0

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Loonbijstelling tranche 2016

– 993,2

– 907,1

– 898,1

– 895,0

– 893,9

 

Sociale zekerheid

         
   

Loonbijstelling tranche 2016

– 53,0

– 49,4

– 46,8

– 44,8

– 42,9

 

Zorg

         
   

Diversen

– 4,9

– 5,4

– 5,4

– 5,5

– 5,6

 

Niet tot een ijklijn behorend

         
   

Diversen

– 1,4

– 0,9

– 0,7

0,4

0,6

     

– 1.052,5

– 962,8

– 951,0

– 944,9

– 941,8

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

– 1.094,7

– 703,3

– 693,8

– 682,4

– 674,0

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

0,0

1.023,0

1.587,0

2.155,2

2.780,2

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

0,0

1.023,0

1.587,0

2.155,2

2.780,2

ARBEIDSVOORWAARDEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Nominale ontwikkeling

Ten opzichte van de vorige Miljoenennota wordt de loonontwikkeling voor 2016 nu lager geraamd en voor 2017 en verder hoger. Deze ontwikkeling volgt uit de macro-bijstellingen van het CPB.

Compensatie herstelopslag ABP

Het ABP heeft besloten tot een herstelopslag van 1% per 1 april 2016. De daarbij horende stijging van de werkgeverslasten wordt voor een deel van de kosten in 2016 vergoed door een eenmalige verhoging van de loonbijstelling.

Loonbijstelling tranche 2016

De loonbijstelling tranche 2016 wordt overgemaakt naar de departementale begrotingen. Deze tranche bestaat uit een vergoeding voor sociale werkgeverslasten en de contractloonontwikkeling.

Koppeling uitkeringen

KOPPELING UITKERINGEN: UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

199,0

407,5

573,5

736,5

900,2

Mee- en tegenvallers

         
 

Sociale zekerheid

         
   

Nominale ontwikkeling

– 20,1

– 2,8

8,3

8,6

8,9

     

– 20,1

– 2,8

8,3

8,6

8,9

Technische mutaties

         
 

Sociale zekerheid

         
   

Diversen

– 0,5

– 15,8

– 8,3

– 3,5

1,2

     

– 0,5

– 15,8

– 8,3

– 3,5

1,2

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

– 20,6

– 18,6

0,0

5,1

10,1

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

178,4

388,9

573,5

741,6

910,3

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

178,4

388,9

573,5

741,6

910,3

KOPPELING UITKERINGEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

1,2

5,9

10,6

15,5

20,4

Mee- en tegenvallers

         
 

Sociale zekerheid

         
   

Diversen

0,0

– 3,4

– 3,5

– 3,6

– 3,6

     

0,0

– 3,4

– 3,5

– 3,6

– 3,6

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

0,0

– 3,4

– 3,5

– 3,6

– 3,6

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

1,2

2,4

7,1

11,9

16,8

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

1,2

2,4

7,1

11,9

16,8

Nominale ontwikkeling

De mutatie betreft een aanpassing in de geraamde nominale ontwikkeling binnen het SZA-kader als gevolg van CPB-ramingen van loon- en prijsontwikkeling en als gevolg van mutaties in uitgavenramingen binnen de Sociale Zekerheid.

Aanvullende Post

ALGEMEEN: UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

1.011,1

874,0

1.284,6

1.213,6

1.293,0

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

In=uit taakstelling

– 2.508,9

– 22,9

– 3,8

0,0

0,0

   

Kasschuif belastingdienst

38,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Diversen

7,7

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Sociale zekerheid

         
   

Diversen

– 0,7

0,0

0,0

0,0

0,0

     

– 2.463,9

– 22,9

– 3,8

0,0

0,0

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Energiebesparing eigenaar-bewoners

5,0

35,0

20,0

0,0

0,0

   

Uitkeren middelen cao

– 400,0

– 400,0

– 400,0

– 400,0

– 400,0

   

Uitkeren middelen investeringsagenda belastingdienst

– 166,7

– 46,1

– 40,4

– 37,0

– 36,3

   

Uitkeren middelen vastgoed dji

– 58,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Diversen

10,3

22,5

10,2

9,3

10,2

 

Zorg

         
   

Diversen

0,0

0,6

0,6

0,6

0,7

     

– 609,4

– 388,0

– 409,6

– 427,1

– 425,4

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

– 3.073,3

– 410,9

– 413,4

– 427,2

– 425,4

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

– 2.062,3

463,0

871,2

786,5

867,7

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

– 2.062,3

463,0

871,2

786,5

867,7

ALGEMEEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016 (excl. IS)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016 (subtotaal)

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Totaal Internationale samenwerking

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand Voorjaarsnota 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

In=uit taakstelling

Departementen kunnen onbestede middelen in 2015 met behulp van de eindejaarsmarge doorschuiven naar 2016. HGIS middelen kunnen worden doorgeschoven naar de drie opvolgende jaren. Als tegenhanger van de uitgekeerde eindejaarsmarges is de in=uit taakstelling op de aanvullende post ingeboekt, onder de veronderstelling dat departementen ieder jaar een soortgelijk bedrag doorschuiven met behulp van de eindejaarsmarge. Op basis van verwachte onderuitputting voor 2016 die hoger is dan de maximale eindejaarsmarges (1% van het gecorrigeerde begrotingstotaal) is de in=uit taakstelling opgehoogd. De in=uit taakstelling zal gedurende de uitvoering van begrotingsjaar 2016 worden ingevuld met onderuitputting.

Kasschuif belastingdienst

Op de Aanvullende Post staan de middelen voor de ICT-projecten die de Belastingdienst zal uitvoeren in kader van de investeringsagenda. De middelen voor de Investeringsagenda Belastingdienst voor 2015 zijn doorgeschoven naar 2016. De investeringen in de eerste noodzakelijke randvoorwaarden voor de uitvoering van de investeringsagenda waren voorzien voor 2015 en 2016. Het merendeel van deze middelen zal in 2016 tot besteding komen. Dit houdt onder meer verband met de verplichting en wens te voldoen aan regels ten behoeve van aanbesteding.

Energiebesparing eigenaar-bewoners

In het kader van het Belastingplan 2016 heeft het kabinet 100 mln. vrijgemaakt om huiseigenaren (eigenaar-bewoners) te stimuleren energiebesparende maatregelen te nemen. Hiervan wordt in 2016 40 mln. toegevoegd aan de begroting van WenR. Aan de Aanvullende Post wordt in de jaren 2016 tot 2018 de resterende 60 mln. toegevoegd in afwachting van verdere uitwerking.

Uitkeren middelen investeringsagenda belastingdienst

Vanuit de Aanvullende Post zijn na beoordeling door het Investment Committee middelen vrijgegeven voor Switch en het aannemen van nieuw personeel in het kader van de Investeringsagenda (Kamerstuk 31 066, nr. 236).

Uitkeren middelen cao

Overheidswerkgevers en drie centrales van overheidspersoneel hebben een bovensectorale overeenkomst loonruimte publieke sector gesloten. Ter financiering van de afspraak is 400 mln. gereserveerd op de Aanvullende Post. Deze middelen worden overgemaakt naar de departementale begrotingen.

Uitkeren middelen vastgoed dji

Voor de uitvoering van het Masterplan DJI zijn er middelen (t.b.v. frictiekosten vastgoed) van de Aanvullende Post overgeheveld naar de begroting van VenJ.

Homogene Groep Internationale Samenwerking

HOMOGENE GROEP INTERNATIONALE SAMENWERKING: UITGAVEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016

4.926,0

4.713,7

4.528,1

4.537,2

4.612,6

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Asiel 2015 en 2016

– 33,7

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Asielinstroom 2016: oda (bni-bijstelling)

– 86,7

– 140,1

– 136,0

– 136,0

– 136,1

   

Asielinstroom 2016: stimuleren doorstroming

– 20,0

– 20,0

0,0

0,0

0,0

   

Biv trekkingsrecht

60,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Biv trekkingsrecht bz/bhos

– 60,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Biv trekkingsrechten def

– 51,5

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Bni cep

– 21,8

– 5,8

– 10,6

– 10,9

– 11,2

   

Bni ruimte (inzet)

23,5

10,4

2,7

0,0

– 61,5

   

Dggf

– 30,5

– 209,7

113,5

55,5

27,5

   

Eindejaarsmarge hgis

85,7

22,9

3,8

0,0

0,0

   

Financiering brigade speciale beveiligingsopdr. (bsb)

– 20,8

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Humanitaire hulp

0,1

15,0

0,0

0,0

0,0

   

Kasschuif begrotingsreserve fom/fib

– 55,3

13,7

13,0

11,6

9,5

   

Kasschuif wereldbank

235,6

– 235,6

0,0

0,0

0,0

   

Noodhulpfonds kasschuif

50,0

– 50,0

0,0

0,0

0,0

   

Noodhulpfonds overschrijding

0,0

– 42,6

0,0

0,0

0,0

   

Oda toerekening asiel 2015 en 2016

33,7

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Opvang in de regio syrie

191,0

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Opvang in de regio (turkey refugee fund)

93,9

0,0

0,0

0,0

0,0

   

Overig armoedebeleid

87,9

219,8

– 84,9

– 13,8

14,2

   

Private sector en investeringsklimaat

– 48,5

– 58,9

– 42,4

– 40,7

– 40,7

   

Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vrede

– 28,5

8,2

– 1,8

– 8,3

– 8,3

   

Diversen

10,6

21,7

14,1

7,5

7,5

     

414,7

– 451,0

– 128,6

– 135,1

– 199,1

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Begrotingsreserve fom/fib

69,1

1,9

1,8

1,7

1,6

   

Diversen

– 4,1

4,1

0,0

0,0

0,0

     

65,0

6,0

1,8

1,7

1,6

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

479,6

– 445,0

– 126,9

– 133,5

– 197,5

Stand Voorjaarsnota 2016

5.405,6

4.268,7

4.401,2

4.403,6

4.415,1

HOMOGENE GROEP INTERNATIONALE SAMENWERKING: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
     

2016

2017

2018

2019

2020

Stand Miljoenennota 2016

263,4

176,8

132,4

132,4

132,4

Beleidsmatige mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Diversen

0,5

0,5

0,5

0,5

0,5

     

0,5

0,5

0,5

0,5

0,5

Technische mutaties

         
 

Rijksbegroting in enge zin

         
   

Begrotingsreserve fom/fib

69,1

1,9

1,8

1,7

1,6

   

Diversen

– 4,1

4,1

0,0

0,0

0,0

     

65,0

6,0

1,8

1,7

1,6

               

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2016

65,5

6,5

2,3

2,2

2,1

Stand Voorjaarsnota 2016

328,9

183,3

134,7

134,6

134,5

Asiel 2015 en 2016

De asielkosten 2015 bij het Centraal Opvang Asielzoekers (COA) die conform de OESO DAC-systematiek aan ODA worden toegerekend zijn hoger uitgekomen dan geraamd. Daarentegen zijn de kosten voor asielinstroom 2016 ten opzichte van de migratiebijlage bij de Najaarsnota 2015 neerwaarts bijgesteld vanwege nieuwe maatregelen in de asielketen. Dit leidt tot een per saldo verlaging van de ODA-toerekening. Daarom vindt een verrekening plaats met VenJ.

Asielinstroom 2016: ODA (BNI-bijstelling)

In de migratiebijlage bij Najaarsnota 2015 is gemeld dat de raming voor asielinstroom 2016 t.o.v. de ontwerpbegroting is bijgesteld naar 58.000. Dit leidt tot meerkosten voor eerstejaarsopvang van asielzoekers bij het COA die conform de OESO DAC-systematiek aan ODA worden toegerekend. De ODA-toerekening wordt naar VenJ overgeheveld. Ruimte binnen het ODA-budget als gevolg van hogere economische groei (BNI-bijstelling) uit de jaren 2016–2020 wordt ingezet als dekking. Hierdoor worden lopende programma’s ontzien.

Asielinstroom 2016: stimuleren doorstroom

In de migratiebijlage bij Najaarsnota 2015 is het bestuursakkoord met medeoverheden gemeld waarbij de reservering op de BHOS-begroting wordt ingezet om doorstroom te stimuleren.

BIV trekkingrecht

Het betreft de overheveling van middelen uit het BIV naar de begrotingen van Defensie, Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking voor het financieren van uitgaven van deze departementen gerelateerd aan de internationale veiligheid.

BNI

Het ODA budget is neerwaarts bijgesteld als gevolg van de meest recente BNI-ramingen van het CPB. Het non-ODA budget is opwaarts bijgesteld vanwege de prijscomponent van het BBP. Een deel van de BNI-ruimte in het jaar 2020 wordt ingezet ter compensatie van de per saldo negatieve BNI-ruimte in de jaren 2016–2018 en voor de versterkte Nederlandse bijdrage voor opvang in de regio toegezegd bij de Syrië-conferentie (25 mln.).

DGGF

Het Dutch Good Growth Fund (DGGF) heeft als doel het bevorderen van handel en investeringen van het MKB in ontwikkelingslanden en Nederlandse bedrijven die in ontwikkelingslanden willen investeren. Over de jaren 2014–2017 is 700 mln. beschikbaar om het fonds te voeden, waarna het DGGF moet revolveren. Het kasritme van het DGGF wordt aangepast zodat dit beter aansluit bij de liquiditeitsbehoefte.

Eindejaarsmarge HGIS

Aan de HGIS is de eindejaarsmarge toegevoegd, welke is doorverdeeld naar de HGIS departementen. De HGIS eindejaarsmarge kan over maximaal drie jaar aangewend worden.

Financiering brigade speciale beveiligingsopdrachten (BSB)

Defensie voert in opdracht van Buitenlandse Zaken de beveiliging van een aantal hoog-risico posten uit.

Humanitaire hulp

Deze mutatie betreft hoofdzakelijk de verhoging van de bijdragen aan UNICEF en UNHCR zoals ook bedoeld met het amendement Ten Broeke en Servaes (TK 34 300 nr. 17).

Kasschuif Begrotingsreserves FOM/FIB (uitgaven en ontvangsten; beleidsmatige en technische mutaties)

De Faciliteit Opkomende Markten (FOM) en Finance for International Business (FIB) worden stopgezet en afgebouwd. De middelen uit de beschikbare begrotingsreserves van FOM en FIB die in 2016 en daarna vrijvallen worden ingezet voor een nieuw fonds voor handelsbevordering, het Dutch Trade Investment Fond (DTIF). De kasschuif brengt de vrijkomende middelen in lijn met het gewenste kasritme voor het DTIF.

Kasschuif Wereldbank

Ter optimalisatie van het kasritme van de Staat wordt een deel van de Nederlandse contributiebijdrage aan de Wereldbank voor 2017 vooruitbetaald in 2016.

Noodhulpfonds

Vanwege de humanitaire crises, de huidige migratiestromen en de recente geweldsuitbarstingen heeft in 2015 overschrijding (42,6 mln.) plaatsgevonden op het Noodhulpfonds die gecompenseerd wordt uit de beschikbare middelen voor 2017. Ook in 2016 wordt een groter beroep verwacht. Om die reden wordt 50 mln. van het budget in 2017 in 2016 ingezet door middel van een kasschuif.

Opvang in de regio Syrië

Zoals aangegeven in de artikel 100-brief (TK 27 925 nr. 570) is tijdens de Syrië-conferentie van 4 februari jl. in Londen door Nederland een bijdrage van 25 mln. voor opvang in de regio Syrië toegezegd. Dit wordt gedekt uit BNI-ruimte in het 2020. In aanvulling daarop heeft het Kabinet in de Kamerbrief van 2 mei jl. (TK 19 637 nr. 182) aangegeven 166 mln. extra beschikbaar te stellen voor opvang in de regio Syrië.

Opvang in de regio (Turkey Refugee Fund)

Zoals gemeld in de kamerbrief van 11 januari jl. (TK 21 501 nr. 1074) is op 25 november 2015 in Europees verband besloten om een «Turkey Refugee Facility» op te richten. De faciliteit heeft een omvang van 3 mld. cumulatief over de jaren 2016 en 2017. Het Nederlandse aandeel hierin bedraagt circa 94 mln. en wordt in het fonds gestort.

Overig armoedebeleid

De omvang van ODA is gekoppeld aan de omvang van de economie (het BNI). Deze mutatie is hoofdzakelijk het resultaat van de invulling van de zogenaamde BNI-bijstelling op het ODA-budget. De negatieve BNI ontwikkeling tijdens de recessie heeft een negatieve uitwerking voor de budgetten van de de BHOS-begroting.

Private sector en investeringsklimaat

De budgetten voor diverse programma’s worden verlaagd, waaronder het programma infrastructuurontwikkeling en versterking privaat ondernemerschap.

Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vrede

Door de onzekere politieke situatie in Zuid Soedan en Jemen zijn de gedelegeerde budgetten voor deze landen op het gebied van veiligheid en rechtsorde verlaagd.

Diversen (beleidsmatige mutaties)

Deze mutatie betreft o.a. hogere uitgaven op gebied van voedselzekerheid en verbeterd waterbeheer. Daarnaast worden de middelen voor internationaal klimaatbeleid verhoogd vanwege versterkte centrale inzet op hernieuwbare energie.

Diversen (technische mutaties)

Dit betreft het saldo van verschillende desalderingen waaronder ontvangsten van de VN voor de deelname aan de missie in Mali.

Diversen (technische mutaties)

Dit betreft het saldo van verschillende desalderingen waaronder ontvangsten van de VN voor de Nederlandse deelname aan de missie in Mali.


X Noot
1

Kamerstuk 32 013, nr. 124

Naar boven