Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 maart 2018
Te veel mensen met een arbeidsbeperking staan nu nog aan de kant. En jaarlijks wil
een nieuwe groep mensen met een arbeidsbeperking graag aan de slag. Het kabinet heeft
de ambitie dat mensen met arbeidsbeperkingen zoveel mogelijk aan het werk komen. Werk
biedt bestaanszekerheid voor mensen, ook voor mensen met een arbeidsbeperking. Werk
is de beste remedie tegen armoede, schulden en sociale uitsluiting. Werk levert sociale
contacten op en ook kansen op persoonlijke ontwikkeling. En werk hangt positief samen
met gezondheid en geluk.
De vorige kabinetsperiode is in samenspraak met alle betrokken partijen (sociale partners,
gemeenten, cliëntenorganisaties) beleid ingezet om meer mensen met een arbeidsbeperking
aan werk te helpen. We zijn het er allemaal over eens dat we een inclusieve arbeidsmarkt
willen waarin mensen met en zonder arbeidsbeperking mee kunnen doen, naargelang van
hun mogelijkheden. Het kabinet wil dit beleid voortzetten en waar nodig een nieuwe
impuls geven.
In het Regeerakkoord is daartoe aangekondigd dat het instrument loonkostensubsidie
in de Participatiewet wordt vervangen door loondispensatie, zoals we dit nu al kennen
in de Wajong. Voor werkgevers betekent dit meer eenduidigheid en eenvoud, waardoor
zij eerder bereid zullen zijn mensen met een beperking in dienst te nemen. Het geld
dat hierdoor vrijvalt, wordt ingezet om meer mensen met een beperking te ondersteunen
richting werk. Met de maatregelen wordt dus beoogd om een extra impuls te geven aan
de arbeidsdeelname van mensen met een arbeidsbeperking en belemmeringen voor arbeidsdeelname
weg te nemen. Daarbij is geen sprake van een bezuiniging, maar van andere aanwending
van financiële middelen.
Op 14 december jl. heb ik uw Kamer een contourenbrief gestuurd over het voornemen
om loondispensatie in te voeren in de Participatiewet (Kamerstuk 34 352, nr. 77). Hierin heb ik de afspraken uit het Regeerakkoord verduidelijkt om verkeerde beelden
over de uitwerking van deze maatregel weg te nemen. Zo heb ik onder andere aangegeven
dat (meer) werken moet lonen en dat ik bij loondispensatie koers op een aanvulling
tot minimumloonniveau. Bij de begrotingsbehandeling van SZW heb ik de Kamer vervolgens
toegezegd in overleg te gaan met betrokken partijen en de Kamer in het eerste kwartaal
van 2018 met een hoofdlijnennotitie te informeren over de verdere uitwerking van de
plannen. Tijdens de begrotingsbehandeling heeft uw Kamer gevraagd om in deze brief
ook mijn eerste denkrichting over de invulling van beschut werk mee te nemen. Bijgevoegde
hoofdlijnennotitie voorziet hierin1.
Graag bespreek ik deze notitie met uw Kamer. Ik bied uw Kamer ook graag de mogelijkheid
van een technische briefing over het voorstel. Het kabinet is voornemens om de hoofdlijnen
vervolgens nader uit te werken in een wetsvoorstel dat, zoals gebruikelijk, voor een
uitvoeringstoets wordt voorgelegd aan de betrokken instanties. Het wetsvoorstel zal
naar verwachting na de zomer bij uw Kamer worden ingediend. Op deze wijze kan een
goed debat worden gevoerd. Ik hecht hierbij zeer aan een ordelijk proces, waarbij
alle betrokken partijen tijdig hun inbreng kunnen leveren.
Ik zal u gelijktijdig met de indiening van het wetsvoorstel loondispensatie informeren
over de uitwerking die mij voor ogen staat met betrekking tot de extra middelen voor
ondersteuning aan mensen richting (beschut) werk.
Uiteindelijk staat voor mij het belang centraal dat de kansen op werk voor mensen
met een arbeidsbeperking worden vergroot.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark