34 352 Uitvoering en evaluatie Participatiewet

Nr. 306 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ARMOEDEBELEID, PARTICIPATIE EN PENSIOENEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 december 2023

De laatste jaren staat de bestaanszekerheid van steeds meer mensen in Nederland onder druk. Deze kwetsbaarheid geldt in het bijzonder voor mensen die afhankelijk zijn van een bijstandsuitkering op basis van de Participatiewet. De overheid slaagt er niet altijd in om het benodigde vangnet of passende ondersteuning tot participatie te bieden. Het programma Participatiewet in Balans is bedoeld om daarin verandering te brengen. Iedereen moet kunnen beschikken over een toereikend en zeker bestaansminimum. Mensen moeten daarnaast gestimuleerd en ondersteund worden om naar vermogen deel te nemen op de arbeidsmarkt en aan de samenleving. In juni van dit jaar heb ik uw Kamer een visiebrief gestuurd waarin ik bovenstaande waarden nader heb toegelicht.1 Zoals toegezegd bied ik u met deze brief het volledige programmaplan aan.

Programmaplan Participatiewet in Balans

De Participatiewet wordt komende jaren herzien binnen het programma Participatiewet in Balans. Hierbij staan vertrouwen, menselijke maat en vereenvoudiging centraal. Het betreft niet alleen het aanpassen van de wet, maar ook het versterken van de vakkundigheid in de uitvoering. Het programma kent de volgende doelen ten aanzien van de herziene Participatiewet:

  • De wet biedt een passend perspectief op werk en participatie;

  • De wet (rechten en plichten) is begrijpelijk en goed na te leven;

  • Mensen voelen zich ondersteund als het gaat om participatie en inkomen;

  • De wet biedt een doelmatig vangnet: zeker en voorspelbaar;

  • De wet biedt een toereikend inkomen;

  • De wet sluit goed aan bij de brede vormgeving van het sociaal domein en het inkomensstelsel.

Hierbij hecht ik eraan te vermelden dat een aantal uitgangspunten van de huidige wet onverminderd van kracht blijven. De basis voor de Participatiewet is solidariteit met elkaar en het is belangrijk dat het maatschappelijk draagvlak blijft bestaan. Dat vergt een goede balans tussen rechten en plichten.

Drie sporen in één programma

Het programma ontwikkelt gelijktijdig langs drie sporen activiteiten die bijdragen aan bovenstaande doelen. Voor het slagen hiervan is de nauwe betrokkenheid van gemeenten, professionals in de uitvoering, de sociale partners en ervaringsdeskundigen hierbij essentieel. Hieronder licht ik de stand van zaken op de drie sporen kort toe.

Het wetsvoorstel (spoor 1)

Het eerste spoor werkt aan een samenhangend pakket van ruim twintig wetswijzigingen om gemeenten beter in staat te stellen ondersteuning te bieden op het terrein van inkomen, re-integratie en participatie. Ook worden hardheden aangepakt. Op dit moment worden de resultaten uit de internetconsultatie en uitvoeringstoetsen verwerkt. De eerstvolgende stap is het aanbieden van het wetsvoorstel aan de Raad van State. Ik voel grote urgentie om de noodzakelijke stappen te blijven zetten voor zover dat mogelijk en passend is bij de demissionaire status van het kabinet.

De fundamentele herziening van de wet (spoor 2)

Het tweede spoor richt zich op de beleidsvoorbereiding voor een meer grondige herziening van de Participatiewet. Vanuit onderzoek, kennis over gedrag en ervaringen wordt een nieuwe basis gelegd voor de Participatiewet. Hierbij worden dilemma’s, oplossingsrichtingen en keuzes nader in kaart gebracht: wat zijn de doelen van de nieuwe wet, in hoeverre behoeven de huidige doelen aanpassing, welke instrumenten kunnen het best worden ingezet om deze doelen te bereiken, hoe passen deze bij de verscheidene doelgroepen zoals ouderen, jongeren en mensen met een arbeidsbeperking, en hoe verhoudt de wet zich tot het bredere stelsel van de sociale zekerheid en het sociaal domein?

Versterken vakkundigheid (spoor 3)

In spoor 3 werk ik samen met onder meer VNG, Divosa, Beroepsvereniging SAM, het European Anti-Poverty Network (EAPN) en Sociaal Werk Nederland aan de cultuuromslag die nodig is om bij de uitvoering van de Participatiewet meer uit te gaan van vertrouwen en de menselijke maat. Deze verandering kost tijd. Ik vind het daarom belangrijk om te stimuleren dat binnen en tussen gemeenten lerende netwerken ontstaan. Dit doe ik onder andere door goede voorbeelden in het land met elkaar te delen, om te blijven leren van elkaar.

Ten slotte: het belang van bestaanszekerheid

Met de coronacrisis, de energiecrisis en hoge inflatie is de kwetsbare positie van veel mensen nog meer aan de oppervlakte gekomen. Dit vraagt om een lange termijn inzet van de overheid en maatschappij voor en met elkaar. Ik zal mij in de tijd die mij rest als demissionair Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen blijven inzetten voor goede ondersteuning van deze mensen. En werken aan opties die meer bestaanszekerheid, perspectief en participatie bieden.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten


X Noot
1

Kamerstukken II 2021/22, 34 352, nr. 253 en Kamerstukken II 2022/23, 34 352, nr. 283.

Naar boven