34 352 Uitvoering en evaluatie Participatiewet

Nr. 113 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juli 2018

Met deze brief informeer ik u over de resultaten van de banenafspraak tot en met eind 2017, de zogenaamde drie-meting. De banenafspraak uit het Sociaal Akkoord van 2013 heeft tot doel om meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen bij reguliere werkgevers. De afspraak houdt in dat werkgevers in de sectoren markt en overheid eind 2025 125.000 extra banen voor de doelgroep banenafspraak gerealiseerd moeten hebben ten opzichte van de nulmeting eind 2012. De uitwerking van de afspraak is wettelijk verankerd in de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten (Wet banenafspraak) van 2015.

De opgave voor markt en overheid tot en met 2017 was om 33.000 extra banen te realiseren ten opzichte van de nulmeting; 23.000 in de sector markt en 10.000 in de sector overheid. De doelstelling van 33.000 banen is met 36.904 extra banen ruim gehaald. Ik ben verheugd dat marktwerkgevers, net als vorig jaar, er in geslaagd zijn om een groot aantal banen te realiseren. Met 30.432 banen hebben ze de doelstelling voor de sector markt met 7.432 banen overtroffen.

Overheidswerkgevers hebben de doelstelling ook dit jaar niet gehaald. Met de brief van 30 juni 20171 is de Kamer over de resultaten tot en met 2016 (de twee-meting) geïnformeerd. Hieruit bleek dat overheidswerkgevers onvoldoende banen hadden gerealiseerd over 2016. Het toenmalig kabinet heeft daarom besloten de quotumregeling voor de sector overheid te activeren vanaf 1 januari 2018 en met één jaar uitstel de heffing in 2020 op te leggen over 2019. Ook is besloten om de mogelijkheid te creëren om de quotumregeling te deactiveren als de aantallen voor de banenafspraak weer worden gehaald. Het wetsvoorstel hiervoor ligt in uw Kamer2. Waar de doelstelling over 2017 voor de overheid op 10.000 banen lag, hebben de overheidswerkgevers 6.471 extra banen ten opzichte van de nulmeting gerealiseerd. Dit resultaat van de sector overheid geeft geen aanleiding om de quotumregeling te deactiveren.

Het systeem van de banenafspraak en de quotumheffing

In het Sociaal Akkoord hebben het vorige kabinet en sociale partners afgesproken dat er eind 2025 voor mensen met een arbeidsbeperking 100.000 banen in de markt worden gecreëerd en eind 2023 25.000 banen bij de overheid. Het gaat om banen bij reguliere werkgevers. Een baan is gedefinieerd in verloonde uren. Zoals mijn ambtsvoorganger de Tweede Kamer in haar brief van 19 december 20143 heeft gemeld, wordt het aantal van 25,5 uur per week gehanteerd als de omvang van één baan voor de doelgroep. Dit staat gelijk aan 110,92 uur per maand en 1.331 uur per jaar. Een baan van 25,5 uur per week is de gemiddelde omvang van een baan van iemand uit de doelgroep per week die werkte tijdens de nulmeting, berekend op basis van de polisadministratie over het gehele kalenderjaar 2012. Door het gemiddelde aantal uren over een volledig kalenderjaar te berekenen, wordt er rekening mee gehouden dat mensen uit de doelgroep mogelijk niet het volledige kalenderjaar werkzaam (kunnen) zijn. Het is logisch om hiermee rekening te houden, omdat werkgevers bij een eventuele quotumheffing worden beoordeeld over het volledige kalenderjaar. Deze 25,5 uur per week is het vertrekpunt voor de vaststelling van het aantal banen per jaar. Deze vaste definitie biedt zekerheid aan werkgevers bij het realiseren van de banenafspraak.

Werkgevers kunnen niet alleen via formele dienstverbanden, maar ook via inleenverbanden banen realiseren. Inleenverbanden zijn zowel uitzendrelaties als Wsw-detacheringen. De banen via inleenverbanden tellen mee bij de sector waar de werknemer daadwerkelijk werkt. De ingeleende mensen uit de doelgroep worden bij iedere meting opnieuw toegedeeld aan de sectoren op basis van de verdeelsleutel inleenverbanden. Deze wordt vastgesteld op basis van objectief, representatief onderzoek. Dit onderzoek is uitgevoerd door SEO Economisch Onderzoek. In de begeleidingscommissie zijn alle betrokken partijen, waaronder werkgeversorganisaties, uitzendbedrijven en Cedris vertegenwoordigd.

Als werkgevers in de sector markt of overheid te weinig banen realiseren, kan de quotumregeling worden geactiveerd worden. Alleen werkgevers met 25 werknemers of meer vallen onder de quotumregeling. Met het quotumpercentage4 wordt berekend hoeveel mensen uit de doelgroep (uitgedrukt in banen) een werkgever in dienst moet hebben. Daarbij wordt niet alleen naar het aantal extra te realiseren banen gekeken, maar ook naar het aantal banen ten tijde van de nulmeting. Werkgevers die niet voldoen aan het quotumpercentage krijgen een heffing van 5.000 euro per niet ingevulde baan opgelegd.

De resultaten van de drie-meting5

In het Sociaal Akkoord is verder afgesproken dat het kabinet jaarlijks monitort of werkgevers de afgesproken aantallen banen hebben gerealiseerd. Voor de drie-meting is het aantal banen eind 2017 afgezet tegen het aantal banen van de nulmeting eind 2012.

Uit de drie-meting blijkt dat er eind 2017 36.904 banen bij reguliere werkgevers voor mensen uit de doelgroep zijn gerealiseerd ten opzichte van de nulmeting. In totaal, dus inclusief de 75.179 banen ten tijde van de nulmeting, zijn er eind 2017 112.083 banen voor mensen uit de doelgroep banenafspraak.

De cijfers naar sector (markt of overheid) geven aan dat er in totaal 30.432 extra banen bij reguliere werkgevers in de sector markt en 6.471 in de sector overheid zijn gecreëerd. Het onderscheid per sector is weergeven in tabel 1.

Tabel 1: Resultaten drie-meting eind 2017 ten opzichte van de nulmeting
 

Toename aantal banen markt

Toename aantal banen overheid

Totale toename aantal banen

Formele dienstverbanden

25.307

496

25.802

Inleenverbanden (uitzendrelaties en Wsw-detacheringen)

5.126

5.976

11.102

Totaal

30.432

6.471

36.904

Doelstelling Sociaal Akkoord

(23.000)

(10.000)

(33.000)

De groei van de 25.802 banen bij reguliere werkgevers in formele dienstverbanden bestaat met name uit een groei van 25.307 banen in de sector markt. In de sector overheid is het aantal formele dienstverbanden gestegen met 496. Deze geringe stijging van 496 banen ten opzichte van de nul-meting (zie tabel 1) wordt met name veroorzaakt door een afname van de banen van de groep Wiw/ID-ers met 2.321. De afname is logisch, omdat Wiw/ID al per 1 januari 2004 is opgeheven, waardoor er geen Wiw/ID-banen meer bijkomen. Deze banen zijn wel allemaal opgenomen in de nulmeting. Aangezien het een aflopende regeling is zonder mogelijkheid van nieuwe instroom, betekent dit dat er automatisch terugloop is in het aantal banen van deze groep. Dit wordt vooral veroorzaakt door het natuurlijk verloop binnen de groep (overlijden, pensionering enzovoorts).

Tijdens de nulmeting waren er 36.206 banen via inleenverbanden. 76,0 procent van deze inleenverbanden was gerelateerd aan de markt als inlenende sector en 24,0 procent aan de overheid. Uit de drie-meting is naar voren gekomen dat er 47.307 banen in inleenverbanden waren. Uit het onderzoek van SEO naar alle mensen uit de doelgroep die werken via een inleenverband blijkt dat van de inleenverbanden tijdens de drie-meting 69,0 procent is gerelateerd aan de markt als inlenende sector en 31,0 procent aan de sector overheid. Deze verdeelsleutel is toegepast op het totaal aantal verloonde uren van de inleenverbanden uit de drie-meting. Dit resultaat, afgezet tegen de nulmeting, heeft als uitkomst dat het aantal banen in inleenverbanden in de markt ten opzichte van de nulmeting is toegenomen met 5.126 en bij de overheid met 5.976.

Van de 11.102 banen die tot stand zijn gekomen via inleenverbanden gaat het bij 5.172 banen om extra Wsw-detacheringen. Deze verschuiving van de sw-bedrijven naar banen op detacheringsbasis bij een reguliere werkgever draagt bij aan de doelstelling van het kabinet dat zoveel mogelijk mensen in een reguliere baan kunnen gaan werken. De toename wordt ook gedeeltelijk veroorzaakt door het feit dat de mensen die ten tijde van de drie-meting via een Wsw-detachering werkten per persoon gemiddeld meer uren werkten dan de mensen die ten tijde van de nulmeting via een Wsw-detachering werkten.

Ontwikkelingen van de banenafspraak tussen 2015 en 2017

De resultaten voor de sector markt zijn samengevat in tabel 2. De markt heeft het afgelopen jaar 12.121 banen via formele dienstverbanden gerealiseerd. Het aantal banen via inleenverbanden is met 646 afgenomen. Dit betekent dat marktwerkgevers in een jaar tijd 11.475 banen hebben gerealiseerd.

Het totaal aantal extra banen dat marktwerkgevers gerealiseerd hebben sinds het begin van de banenafspraak komt hiermee uit op 30.432. Dit is een positief resultaat voor de marktsector, vooral de sterke stijging van het aantal formele dienstverbanden is opvallend.

Tabel 2: Resultaten banenafspraak sector markt ten opzichte van de nulmeting
 

Nulmeting

Één-meting

Twee-meting

Drie-meting

Formele dienstverbanden

33.840

+ 9.764

+ 13.186

+ 25.307

Inleenverbanden (uitzendrelaties en Wsw-detacheringen)

27.516

+ 5.840

+ 5.772

+ 5.126

Totaal

61.356

+ 15.604

+ 18.957

+ 30.432

Doelstelling Sociaal Akkoord

(+ 6.000)

(+ 14.000)

(+ 23.000)

De resultaten voor de sector overheid zijn samengevat in tabel 3. Positief is dat de resultaten van de overheidswerkgevers ten opzichte van de resultaten over 2016 een duidelijk stijgende lijn laten zien. Het is goed om te zien dat de overheid, na de afname van het aantal banen tussen 2015 en 2016, nu een toename in het aantal banen laat zien. Er zijn het afgelopen jaar 1.027 banen via formele dienstverbanden gerealiseerd. Het aantal banen via inleenverbanden is met 1.848 toegenomen. Ten opzichte van 2016 hebben overheidswerkgevers dus 2.875 banen gerealiseerd.

Het totaal aantal extra banen dat overheidswerkgevers gerealiseerd hebben sinds het begin van de banenafspraak komt hiermee op 6.471. Overheidswerkgevers zitten nu nagenoeg op het niveau dat ze over 2016 hadden moeten realiseren. Het is een signaal dat overheidswerkgevers met de banenafspraak aan de slag zijn gegaan. Overheidswerkgevers moeten ook in de komende jaren alles op alles blijven zetten om meer banen te realiseren.

Tabel 3: Resultaten banenafspraak sector overheid ten opzichte van de nulmeting
 

Nulmeting

Één-meting

Twee-meting

Drie-meting

Formele dienstverbanden

5.134

– 984

– 531

+ 496

Inleenverbanden (uitzendrelaties en Wsw-detacheringen)

8.689

+ 6.437

+ 4.128

+ 5.976

Totaal

13.823

+ 5.453

+ 3.597

+ 6.471

Doelstelling Sociaal Akkoord

(+ 3.000)

(+ 6.500)

(+ 10.000)

Aantal extra personen met een baan

Uit de drie-meting blijkt niet alleen hoeveel banen bij een reguliere werkgever er zijn voor mensen uit de doelgroep. Onderdeel van de monitoring is ook het aantal mensen uit de doelgroep dat aan het werk is gegaan. Het aantal mensen uit de doelgroep dat rechtstreeks of gedetacheerd werkt, is gestegen met 32.568 personen, van 66.328 (nulmeting) naar 98.896 werkende mensen uit de doelgroep eind 2017.

Het aantal werkende mensen is lager dan het aantal banen, omdat op het moment van de drie-meting het gemiddeld aantal verloonde uren per werknemer hoger lag dan 25,5 uur per week (de omvang van één baan voor de banenafspraak). Aangezien de banenafspraak gaat over het realiseren van het aantal banen bij reguliere werkgevers, tellen we de aantallen banen, en niet de aantallen mensen.

Tot slot

Ik ben verheugd dat de banenafspraak over 2017 als geheel gehaald is. Werkgevers hebben meer mensen met een arbeidsbeperking een kans geboden op de reguliere arbeidsmarkt. Veel meer mensen met een arbeidsbeperking kunnen zo laten zien wat zij in hun mars hebben. Dit brengt de inclusieve arbeidsmarkt een stap dichterbij.

Dit laat onverlet dat nog steeds de helft van de mensen uit de doelgroep banenafspraak niet aan het werk is. Uit de onderzoeken die ik uw Kamer heb gestuurd, blijkt dat er nog veel potentie is om banen te realiseren en dat we in den brede moeten inzetten op het verhogen van de kans op duurzame banen voor mensen uit de doelgroep banenafspraak. Samen met alle betrokkenen moeten we alles op alles blijven zetten om meer mensen met een arbeidsbeperking die plek op de arbeidsmarkt te bieden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark


X Noot
1

Kamerstuk 34 352, nr. 60

X Noot
2

Kamerstuk 34 956

X Noot
3

Kamerstuk 33 981, nr. 46

X Noot
4

De berekening van het quotumpercentage is zodanig dat als alle werkgevers voldoen aan het quotumpercentage, de banenafspraak wordt gehaald.

X Noot
5

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven