34 336 Wijziging van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet financiering sociale verzekeringen en enkele andere wetten in verband met verbetering van de hybride markt van de regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (Wet verbetering hybride markt WGA)

Nr. 11 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 mei 2016

Langs deze weg wil ik uw Kamer informeren over een eenmalige aanpassing in 2016 van de uiterste termijn waarop werkgevers die reeds eigenrisicodrager voor de WGA-vast zijn een garantieverklaring aan de belastingdienst moeten overleggen, om eigenrisicodrager voor de gehele WGA te worden/blijven.

Om in aanmerking te komen voor eigenrisicodragerschap voor de Werkhervattingsregeling gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) moeten werkgevers een schriftelijke garantie aan de Belastingdienst overleggen waaruit blijkt dat een bank of een verzekeraar garant staat voor eventuele door de werkgever niet nagekomen financiële verplichtingen. Omdat werkgevers tot en met 2016 alleen eigenrisicodrager kunnen worden voor de WGA voor vast personeel (WGA-vast), hebben zij ook alleen een garantieverklaring overlegd voor het WGA-vast-risico. Voor werkgevers die vanaf 1 januari 2017 eigenrisicodrager worden of blijven, geldt dat zij vanaf 1 januari 2017 eigenrisicodrager zijn voor hun gehele WGA-risico (WGA-vast en -flex). Daarom moeten alle werkgevers die vanaf 1 januari 2017 eigenrisicodrager willen worden of blijven ook een garantieverklaring voor het gehele WGA-risico overleggen die is ondertekend door één garantsteller die het gehele WGA-risico dekt. Op grond van artikel 40, eerste lid van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) moet deze garantieverklaring uiterlijk dertien weken voor de ingangsdatum worden ingediend. Dat betekent dat een aanvraag om per 1 januari 2017 eigenrisicodrager te worden uiterlijk op 1 oktober 2016 moet zijn ingediend. Zoals ik per brief van 29 april jongstleden (Kamerstuk 34 336, nr. 10) heb laten weten is deze termijn met name voor werkgevers die reeds eigenrisicodrager zijn en dat willen blijven lastig. Deze werkgevers zijn immers reeds eigenrisicodrager (WGA-vast), en hebben daarom al eerder een garantieverklaring overlegd. Ik heb van UWV en de Belastingdienst begrepen dat zij geen uitvoeringstechnische bezwaren hebben bij het verlengen van de termijn. Wel wijzen beide uitvoerders erop dat zij werkgevers tijdig over de termijnverlenging moeten informeren.

Ik wil uw Kamer mede daarom nu al informeren dat ik voornemens ben de verlenging van de termijn via de Verzamelwet SZW 20171 met terugwerkende kracht in wetgeving vast te leggen. Ik acht het redelijk om deze maatregel te nemen omdat ik hiermee werkgevers die reeds eigenrisicodrager zijn tegemoet kom. Ook hebben zowel verzekeraars als de Belastingdienst aangegeven dat deze maatregel hen meer ruimte biedt om hun administratieve processen goed op elkaar af te stemmen hetgeen ook de dienstverlening aan werkgevers ten goede komt. Ik zal de Belastingdienst verzoeken om vooruitlopend op de parlementaire behandeling en invoering van de verzamelwet reeds uitvoering te geven aan deze maatregel.

Wellicht ten overvloede vermeld ik dat voor de aanvraag van werkgevers die vanuit de publieke verzekering per 1 januari 2017 eigenrisicodrager willen worden de geldende termijn van kracht blijft. Zij moeten dertien weken voor de beoogde start van het eigenrisicodragerschap de aanvraag (inclusief de garantieverklaring) indienen bij de Belastingdienst (zie artikel 40, negende lid, jo. tweede lid, van de Wfsv). Ik acht dit onderscheid gerechtvaardigd omdat het voor werkgevers die reeds eigenrisicodrager zijn voor de WGA-vast voor de hand ligt dat zij ervoor kiezen om eigenrisicodrager te blijven (voor hun gehele WGA-risico). Zij maken geen nieuwe keuze. Werkgevers die vanuit de publieke verzekering kiezen om eigenrisicodrager te worden maken daarentegen wel een nieuwe keuze. Zij stappen over van de publieke verzekering naar eigenrisicodragerschap.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

Het wetsvoorstel Verzamelwet 2017 wordt naar verwachting tijdens het zomerreces ingediend.

Naar boven