34 225 Toekomst van de Nederlandse onderzeedienst

Nr. 60 MOTIE VAN HET LID VAN OOSTENBRUGGEN

Voorgesteld tijdens het Notaoverleg van 3 juni 2024

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet de aanbesteding van de nieuwe onderzeeboten aan Naval wil gunnen;

constaterende dat een belangrijk criterium in deze aanbesteding de samenwerking tussen Naval, Defensie en de Nederlandse maritieme industrie betreft;

constaterende dat de Auditdienst Rijk (ADR) kritisch is op het voorliggende Industrial Cooperation Agreement (ICA), omdat er onvoldoende informatie is over de inrichting van de programmaorganisatie en programmabeheersing;

overwegende dat het van groot belang is om de nakoming van de toezeggingen van Naval en de afspraken hieromtrent, in het ICA te borgen;

verzoekt de regering om de programmaorganisatie en de programmabeheersing in te richten langs de aanbevelingen van de ADR en de ADR een rol te geven in de monitoring van het ICA;

verzoekt de regering om de ADR tweejaarlijks de Kamer te laten rapporteren over de naleving van het ICA door Naval en Defensie gedurende de bouw van de onderzeeboten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Oostenbruggen

Erkens

Boswijk

Van der Werf

Eerdmans

Ceder

Dassen

Tuinman

Naar boven