34 150 EU-trendrapport 2015

Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 mei 2015

Namens het kabinet bied ik u hierbij de Nationale Verklaring 2015 over het financieel beheer van de Europese fondsen in gedeeld beheer aan. Deze Nationale Verklaring is eveneens aan de Europese Commissie aangeboden ten behoeve van haar verantwoording over de Europese begroting aan het Europese parlement.

Het betreft de verantwoording van de volgende fondsen:

  • De Landbouwfondsen: Europees Landbouw Garantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) over het begrotingsjaar 16 oktober 2013 tot en met 15 oktober 2014.

  • De Structuurfondsen: Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en Europees Sociaal Fonds (ESF) over de periode januari 2013 tot en met december 2013.

  • Het Europees Visserij Fonds (EVF) over de periode 1 juli 2013 tot en met 30 juni 2014.

  • De Migratiefondsen inzake de Jaarprogramma’s 2011 voor het Europees buitengrenzenfonds (EBF), het Europees vluchtelingenfonds (EVF), Europees integratiefonds (EIB) en Europees terugkeerfonds (ETF).

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Betreft: Nationale Verklaring 2015

Op grond van het besluit van de ministerraad d.d. 6 maart, verklaar ik hierbij namens het Nederlandse kabinet, vanuit mijn positie en verantwoordelijkheid als Minister van Financiën inzake het financieel beheer van middelen voor de hierna genoemde fondsen in gedeeld beheer en op basis van de mij ter beschikking staande informatie dat:

Verklaring inzake het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB): het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO):

  • 1. het functioneren van de door Nederland opgezette systemen en daarin vervatte maatregelen voor het beheer en de controle van de gelden inzake het ELGF en het ELFPO over het begrotingsjaar 16 oktober 2013 tot en met 15 oktober 2014 naar mijn beste weten een redelijke mate van zekerheid bieden voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende transacties alsmede voor de subsidiabiliteit van de desbetreffende subsidieaanvragen;

  • 2. de uitgaven en ontvangsten tot een totaalbedrag van € 930.864.473 ten laste respectievelijk ten gunste van het ELGF en het ELFPO die zijn opgenomen in bijbehorende consolidatiestaat van door het Nederlandse betaalorgaan over het begrotingsjaar 16 oktober 2013 tot en met 15 oktober 2014 opgestelde en bij de Europese Commissie ingediende rekeningen, naar mijn beste weten, wettig, regelmatig, juist en volledig zijn tot op het niveau van eindbegunstigden;

  • 3. openstaande vorderingen per 15 oktober 2014 tot een totaalbedrag van € 96.513.883 inzake het ELGF en het ELFPO, die zijn opgenomen in bijbehorende consolidatiestaat van door het Nederlandse betaalorgaan bij de Europese Commissie ingediende rekeningen, naar mijn beste weten, wettig, regelmatig, juist en volledig zijn.

Verklaring inzake het Europees Sociaal Fonds (ESF):

  • 1. het functioneren van de door Nederland opgezette systemen en daarin vervatte maatregelen voor het beheer en de controle van de gelden inzake het programma ESF Doelstelling 2 2007–2013, over de periode 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013, naar mijn beste weten een redelijke mate van zekerheid bieden voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende transacties alsmede voor de subsidiabiliteit van de desbetreffende subsidieaanvragen;

  • 2. de uitgaven en ontvangsten tot een totaalbedrag van € 391.013.046 (aandeel ESF € 160.385.982) ten laste respectievelijk ten gunste van het ESF die zijn opgenomen in bijbehorende consolidatiestaat van door de Nederlandse Certificeringautoriteit over de periode 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 opgestelde en bij de Europese Commissie ingediende betalingsaanvragen, in de context van bovengenoemde informatie naar mijn beste weten, juist, volledig en wettig en regelmatig zijn tot op het niveau van eindbegunstigden, met uitzondering van een foutpercentage van maximaal 4,64%. Door verwerking in de betaalaanvragen van 2014 vóór indiening van het jaarlijks controleverslag van de werkelijk geconstateerde fouten, de onzekerheden en een additionele correctie is het foutpercentage teruggebracht tot 1,99%;

  • 3. openstaande vorderingen tot een totaalbedrag van € 168.000 inzake het ESF, die zijn opgenomen in bijbehorende consolidatiestaat per 31 december 2013 naar mijn beste weten, wettig, regelmatig, juist en volledig zijn.

Verklaring inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO):

  • 1. het functioneren van de door Nederland opgezette systemen en daarin vervatte maatregelen voor het beheer en de controle van de gelden inzake het EFRO over de periode 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013, naar mijn beste weten een redelijke mate van zekerheid bieden voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende transacties alsmede voor de subsidiabiliteit van de desbetreffende subsidieaanvragen;

  • 2. de uitgaven en ontvangsten tot een totaalbedrag van € 380.151.462 (aandeel EFRO € 157.282.030) ten laste respectievelijk ten gunste van het EFRO die zijn opgenomen in bijbehorende consolidatiestaat van door de Nederlandse Certificeringautoriteit over de periode 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 opgestelde en bij de Europese Commissie ingediende betalingsaanvragen, naar mijn beste weten, wettig, regelmatig, juist en volledig zijn tot op het niveau van eindbegunstigden;

  • 3. openstaande vorderingen per 31 december 2013 tot een totaalbedrag van € 6.117.989, die zijn opgenomen in bijbehorende consolidatiestaat, naar mijn beste weten, wettig, regelmatig, juist en volledig zijn.

Verklaring inzake het Europees Visserij Fonds (EVF):

  • 1. het functioneren van de door Nederland opgezette systemen en daarin vervatte maatregelen voor het beheer en de controle van de gelden inzake het EVF over de periode 1 juli 2013 tot en met 30 juni 2014 naar mijn beste weten een redelijke mate van zekerheid bieden voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende transacties alsmede voor de subsidiabiliteit van de desbetreffende subsidieaanvragen, met uitzondering van de managementverificaties, welke gedeeltelijk functioneren en waarvoor nog substantiële verbeteringen nodig zijn;

  • 2. de uitgaven en ontvangsten tot een totaalbedrag van € 28.248.218 (aandeel EVF € 13.484.921) ten laste respectievelijk ten gunste van het EVF die zijn opgenomen in bijbehorende consolidatiestaat van door de Nederlandse Certificeringautoriteit over de periode 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 opgestelde en bij de Europese Commissie ingediende betalingsaanvragen, naar mijn beste weten, wettig, regelmatig, juist en volledig zijn tot op het niveau van eindbegunstigden, met uitzondering van een totaalbedrag van € 3.289.595 (10,40%) aan onregelmatige uitgaven en onder voorbehoud van een bedrag van € 5.705.263 waarover nog onzekerheid bestaat;

  • 3. openstaande vorderingen per 31 december 2013 tot een totaalbedrag van € 130.518 (aandeel EVF € 50.136) die zijn opgenomen in bijbehorende consolidatiestaat, naar mijn beste weten, niet wettig, regelmatig, juist en volledig zijn, omdat de opgenomen vorderingen voor de genoemde bedragen onjuist zijn en omdat er onzekerheid is over de volledigheid van de vorderingen.

Verklaring inzake de Migratiefondsen: het Europees Vluchtelingenfonds (EVF), het Europees Terugkeerfonds (ETF), het Europese Buitengrenzenfonds (EBF) en het Europees Integratiefonds (EIF):

  • 1. het functioneren van de door Nederland opgezette systemen en daarin vervatte maatregelen voor het beheer en de controle van de gelden inzake het Jaarprogramma EVF 2011, ETF 2011, EBF 2011, en het EIF 2011 naar mijn beste weten een redelijke mate van zekerheid bieden voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende transacties, alsmede voor de subsidiabiliteit van de desbetreffende subsidieaanvragen;

  • 2. de totale subsidiabele kosten tot een bedrag van:

    € 6.328.279 (aandeel EVF € 4.113.019) ten laste van het Jaarprogramma EVF 2011,

    € 6.893.406 (aandeel ETF € 3.907.070) ten laste van het Jaarprogramma ETF 2011,

    € 4.921.729 (aandeel EBF € 3.757.629) ten laste van het Jaarprogramma EBF 2011,

    € 3.348.111 (aandeel EIF € 1.895.355) ten laste van het Jaarprogramma EIF 2011

    opgestelde en door de Verantwoordelijke Autoriteit bij de Europese Commissie ingediende rekeningen (ontvangsten en uitgaven), in de context van bovengenoemde informatie naar mijn beste weten wettig, regelmatig, juist, en volledig zijn tot op het niveau van eindbegunstigden;

  • 3. er geen vorderingen van de Verantwoordelijke Autoriteit op de begunstigden zijn die gevolgen kunnen hebben voor de financiële positie van de lidstaat Nederland ten opzichte van de Europese Commissie.

De mij bekende lopende onderzoeken of correctievoorstellen in verband met de goedkeuring van de ingediende rekeningen door de Europese Commissie, zijn verantwoord in de bijgevoegde toelichting. De bevestigingen en eventuele punten van voorbehoud in deze verklaring zijn beperkt tot zaken van materieel belang en vloeien direct voort uit audits en laten onverlet inherente interpretatie van Europese regelgeving.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Toelichting algemeen

In de onderstaande tabel is een overzicht van de systeemoordelen en de foutpercentages per fonds in de Nationale Verklaring weergegeven.

Fonds

Systeemoordeel

Fout-percentage

Totale subsidiabele kosten

Periode

ELGF en ELFPO

Functioneert

<2%1

€ 930.864.473

16 oktober 2013 t/m 15 oktober 2014

ESF

Functioneert

4,64%

€ 391.013.046

1 januari 2013 t/m

31 december 2013

EFRO

Functioneert

<2%

€ 380.151.462

1 januari 2013 t/m

31 december 2013

EVF

Functioneert gedeeltelijk

10,40%

€ 28.248.218

1 juli 2013 t/m

30 juni 2014

Migratiefondsen

Functioneert

<2%

€ 21.491.525

2011

X Noot
1

Het foutpercentage voor ELFPO is boven de 2%, maar valt samen met ELGF binnen de tolerantie. Nadere uitleg volgt in de toelichting GLB.

Weging en verantwoordingstolerantie

Voor de weging van te rapporteren aandachtspunten in de verklaring gelden de volgende criteria:

  • vormt het aandachtspunt een substantieel financieel en/of politiek risico?

  • gaat het om een belangrijke kwaliteitsverbetering in de uitvoering van de Europese subsidieregelingen?

  • speelt het aandachtspunt voldoende breed in respectievelijk de uitvoering van het GLB, de Europese Structuurfondsen het EVF, en de Migratiefondsen binnen Nederland?

Voor uiteindelijke verantwoording van belangrijke aandachtspunten of tekortkomingen in de Nationale Verklaring gelden de volgende criteria:

  • uit onderzoek naar kwalitatieve aspecten blijkt dat een belangrijke tekortkoming bestaat in nationale controlesystemen en

  • de hieruit voortkomende onrechtmatigheid wordt voor de betrokken deelpopulatie van de jaardeclaratie geschat op meer dan 2% (verantwoordingstolerantie) en

  • het effect kon niet worden tenietgedaan door corrigerende maatregelen.

Voor balansposten geldt een verantwoordingstolerantie van 2% van het verantwoorde eindsaldo, voor zover nog niet gecorrigeerd op balansdatum.

Indien er op fondsniveau sprake is van overschrijding van de verantwoordingstolerantie wordt dit vermeld.

Goedkeuring Europese Commissie

De Europese Commissie bepaalt uiteindelijk de EU-conformiteit van de nationale implementatie en uitvoering van EU-regelgeving. Daardoor bestaat er altijd onzekerheid over aard en omvang van financiële correcties die de Europese Commissie kan opleggen.

Meldingen antifraude Directoraat-generaal OLAF Europese Commissie

Het antifraude Directoraat-generaal van de Europese Commissie, Office Européen de la Lutte Antifraude (OLAF), kan onderzoeken starten naar onregelmatigheden, waaronder vermoedens van fraude met EU-subsidies. In deze Nationale Verklaring worden per fonds (eventuele) bijzonderheden genoemd.

Vorderingen

In deze Nationale Verklaring is een eenduidige definitie van vorderingen voor alle fondsen toegepast. Vorderingen worden in de Nationale Verklaring opgenomen indien er sprake is van «vorderingen van de Management/Verantwoordelijke Autoriteit op de begunstigden voor zover deze gevolgen kunnen hebben voor de financiële positie van de lidstaat Nederland ten opzichte van de Europese Commissie».

Toelichting Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB): Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO)

Verklaring betaalorgaan

Het betaalorgaan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland heeft overeenkomstig artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 van de Europese Commissie van 6 augustus 2014 bij de over de periode 16 oktober 2013 tot en met 15 oktober 2014 bij de Europese Commissie ingediende rekeningen verklaard dat deze een waarheidsgetrouw, volledig en nauwkeurig beeld geven en dat de beheers- en controlesystemen een redelijke zekerheid bieden dat de onderliggende transacties wettig en regelmatig zijn.

Bij administratieve controles door het betaalorgaan en bij controles ter plaatse bij eindbegunstigden door de technische diensten zijn bij het ELFPO ten opzichte van vorig jaar meer fouten (door de begunstigden ten onrechte gedeclareerde bedragen) geconstateerd bij ELFPO Geïntegreerd Beheers- en Controle Systeem-regelingen en minder fouten bij ELFPO niet Geïntegreerd Beheers- en Controle Systeem-regelingen1. Het foutpercentage is voor Geïntegreerd Beheers- en Controle Systeem regelingen 6,30% (vorig jaar: 5,19%) van het aangevraagde bedrag en voor niet Geïntegreerd Beheers- en Controle Systeem-regelingen 4,30% (vorig jaar: 10,78%).

Het foutenpercentage Geïntegreerd Beheers- en Controle Systeem-regelingen wordt veroorzaakt doordat begunstigden zich niet aan beheersvoorschriften (bijvoorbeeld onkruidbestrijding) hebben gehouden. Bij niet Geïntegreerd Beheers- en Controle Systeem-regelingen betreffen de fouten vooral niet (tijdig) gerealiseerde investeringen. Voor de uitgaven en ontvangsten voor het GLB als geheel (ELFPO en het ELGF samen) blijven de fouten evenwel onder de toegestane verantwoordingstolerantie van 2%.

Om tot een duurzame EU-conforme uitvoering van de Gemeenschappelijke Marktordening «groenten en fruit» te komen is het betaalorgaan bezig de interne procedures en de werkafspraken met de dienst belast met de controles ter plaatse aan te passen. Hiervoor is, mede op verzoek van de Europese Commissie een actieplan opgesteld, dat in november 2014 naar de Europese Commissie is gestuurd. In dit plan zijn de volgende onderwerpen opgenomen:

  • controles op de erkenningseisen van de EU erkende producentenorganisaties;

  • procedures bij het niet voldoen van producentenorganisaties aan de EU erkenningseisen (aanmanen, schorsen, intrekken, terugvorderen subsidie);

  • rol van het betaalorgaan (goedkeuring, monitoring, behandeling van steunaanvragen en controles);

  • aantal controles ter plaatse.

Het betaalorgaan is samen met het Ministerie van Economische Zaken in overleg met de beleids- en controleafdeling van de Europese Commissie over interpretatievragen waarover verschil van inzicht bestaat.

Rapportage certificerende instantie

De Auditdienst Rijk heeft, in de functie van Certificerende Instantie, geoordeeld dat:

  • de aan de Europese Commissie over het begrotingsjaar 2014 te overleggen rekeningen ELGF en ELFPO in elk materieel opzicht een waarheidsgetrouw, volledig en nauwkeurig beeld geven van de in rekening gebrachte totale netto uitgaven, en

  • uit de werkzaamheden om te onderzoeken of het betaalorgaan aan de accreditatiecriteria voldoet, blijkt dat de interne controleprocedures van het betaalorgaan naar tevredenheid hebben gefunctioneerd.

Controleverklaring rechtmatigheid

De Auditdienst Rijk heeft aanvullend op de Europese voorschriften verklaard dat de consolidatiestaat GLB 2014 een getrouw beeld geeft van de uitgaven, de ontvangsten en openstaande vorderingen en dat de in de consolidatiestaat GLB 2014 verantwoorde uitgaven en ontvangsten voldoen aan de eisen van rechtmatigheid tot op het niveau van eindbegunstigden.

OLAF-onderzoeken

Bij ELGF en ELFPO zijn er geen lopende onderzoeken.

Toelichting Europees Sociaal Fonds (ESF)

Certificaat om tussentijdse betaling Europese Commissie d.d. 20 december 2013

De Dienst Regelingen heeft, in de functie van Certificeringautoriteit, overeenkomstig artikel 61 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 27 juli 2006 over de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 bij de Europese Commissie ingediende uitgavenstaten verklaard dat de beheersmaatregelen van de Managementautoriteit voldoende effectief zijn en een redelijke zekerheid bieden over de wettigheid en regelmatigheid van onderliggende transacties.

Rapportage Auditautoriteit

De Auditdienst Rijk heeft, in de functie van Auditautoriteit, geoordeeld dat het beheers- en controlesysteem over de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013, dat is ingesteld voor het Operationeel Programma ESF Doelstelling 2 2007–2013, beantwoordt aan de geldende voorschriften van de artikelen 58 tot en met 62 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad en afdeling 2 van Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Europese Commissie en voldoende effectief heeft gefunctioneerd om een redelijke mate van zekerheid te kunnen bieden over de juistheid van de betaalaanvragen die bij de Europese Commissie zijn ingediend, alsmede om, bij wijze van gevolgtrekking, een redelijke mate van zekerheid te kunnen bieden over de wettigheid en de regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

Controleverklaring rechtmatigheid

De Auditdienst Rijk heeft, in de functie van Auditautoriteit, aanvullend verklaard dat de bij de Europese Commissie in 2013 gedeclareerde uitgaven tot op het niveau van eindbegunstigden, alsmede het door de Europese Commissie berekende en uitbetaalde subsidiebedrag in alle materiële opzichten wettig en regelmatig zijn op basis van de geldende Europese en nationale wet- en regelgeving, onder voorbehoud van constateringen bij twee projecten waarbij het thans onzeker is of de gedeclareerde uitgaven met betrekking tot 2013 (geheel of gedeeltelijk) subsidiabel zijn.

Uitgaande van het meest negatieve scenario bedraagt de bruto foutfractie maximaal 4,64%. In dit percentage zit 3,45% aan onzekerheden samenhangend met twee projecten. De bruto foutfractie kan lager uitvallen als uit nadere werkzaamheden doorlopend in 2015 betreffende de twee projecten blijkt dat voor deze projecten de in 2013 gedeclareerde uitgaven (geheel of gedeeltelijk) subsidiabel zijn.

Door verwerking in de betaalaanvragen van 2014 vóór indiening van het jaarlijks controleverslag van de werkelijk geconstateerde fouten en de hierboven vermelde onzekerheden als correctie, evenals een additionele correctie bedraagt de netto foutfractie 1,99%. Deze netto foutfractie is basis voor het aan de Europese Commissie af te geven jaarlijkse oordeel uit hoofde van artikel 62, lid 1, onder d), punt ii), van de Verordening (EG) nr. 1083/2006 en artikel 18, lid 2, van de Verordening (EG) nr. 1828/2006. Dit oordeel is goedkeurend.

Project 1

Bij de controle op dit project zijn facturen en deelnemers vastgesteld die ook bij andere projecten van andere begunstigden (gedeeltelijk) voorkomen. De Auditautoriteit heeft nader onderzoek verricht en hierbij alle uitgaven van het project als onzeker aangemerkt en daarbij de beheersautoriteit geadviseerd om nader onderzoek te (laten) verrichten, inclusief onderzoek naar relaties met andere projecten. Dit onderzoek zal in 2015 plaatsvinden.

Het project is, als extra beheersmaatregel, voorlopig uit de uitgavenstaat gehaald c.q. gecorrigeerd. Gezien de thans bestaande onzekerheid is het volledige project door de Auditautoriteit als randomfout meegenomen. Het effect van deze bevinding op de bruto foutfractie is 2,18%.

De beheersautoriteit beziet op dit moment hoe op structurele wijze de controle op dubbelfinanciering op efficiënte wijze kan worden vormgegeven.

Project 2

Voor een opleiding binnen dit project heeft de Inspectie van het Onderwijs (ondergebracht bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) op 3 oktober 2013 een rapport uitgebracht, waarin de (kwalitatieve) prestatie als onvoldoende wordt gekwalificeerd. Gezien de nog lopende aanvullende werkzaamheden wordt de subsidiabiliteit van de uitgaven voor deze opleiding thans als onzeker gekwalificeerd. Het rapport van de Inspectie van het Onderwijs is pas verschenen na het moment waarop de beheersautoriteit de managementverificatie heeft uitgevoerd. De beheersautoriteit beschikte daarom ten tijde van de managementverificatie niet over de informatie van de Inspectie van het Onderwijs. Het effect van deze bevinding op de bruto foutfractie is 1,27%.

Rapporten van de Inspectie van het Onderwijs krijgen voortaan aandacht in de controles van de beheersautoriteit.

De Auditautoriteit concludeert dat de beheersautoriteit naar aanleiding van de bevindingen adequate maatregelen heeft genomen. Zij heeft vervolgonderzoeken geïnitieerd en maatregelen getroffen met betrekking tot de managementverificaties, die waarborgen dienen te geven ter voorkoming van genoemde bevindingen in toekomstige declaraties aan de Europese Commissie. Dit betreft onder meer het rekening houden met openbare informatie van derden en het leggen van dwarsverbanden tussen projecten.

Controleverklaring vorderingen

Het totaal aan openstaande vorderingen voor het ESF bedraagt per 31 december 2013 € 168.000. Deze vorderingen zijn opgenomen in het «Jaarlijks overzicht van geschrapte en geïnde bedragen, hangende terugvorderingen en oninbare bedragen», dat op 31 maart 2014 door de Certificeringautoriteit aan de Europese Commissie is verstrekt. De nog niet geïnde terugvorderingen zijn door de Auditautoriteit beoordeeld. Zij oordeelt dat deze getrouw zijn weergegeven indien alle relevante informatie is meegenomen over de positie per 31 december 2013 op het moment van indiening (31 maart 2014) van het genoemde jaarlijks overzicht door de Certificeringsautoriteit aan de Europese Commissie.

Daarbij merkt de Auditautoriteit op dat voor wat betreft dit bedrag er na 31 maart 2014 beslissingen op bezwaar hebben plaatsgevonden met als gevolg dat op het moment van plaatsvinden van de controle een bedrag van € 58.726 daadwerkelijk als vordering kan worden gekwalificeerd. Voorts geldt dat een correctie ad € 1.646.624 inzake een project, gebaseerd op bevindingen naar aanleiding van een in 2013 door de Auditautoriteit uitgevoerde controle, in eerste instantie was verwerkt als schrapping in de betaalaanvraag, die op 18 december 2013 aan de Europese Commissie was verstrekt. Omdat sprake is van een faillissement van de aanvrager van het project en het op het moment van plaatsvinden van de controle nog onzeker is of dit bedrag kan worden geïnd, is in 2014 besloten dit bedrag alsnog als vordering in plaats van schrapping te verwerken. Dit is in de betaalaanvraag d.d. 9 september 2014 verwerkt.

Lopende, Europese onderzoeken of correctievoorstellen:

Over de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 was er geen sprake van correctievoorstellen door de Europese Commissie. De Europese Commissie heeft geen onderzoeken lopen.

De Europese Rekenkamer heeft één onderzoek lopen naar een betaalaanvraag die 20 december 2013 is ingediend bij de Europese Commissie. Het onderzoek is in 2014 opgestart.

OLAF-onderzoeken:

In 2013 heeft OLAF twee onderzoeken lopen. Er zijn geen onderzoeken opgestart dan wel afgerond. Er zijn vier vermoedens van fraude door de Managementautoriteit gemeld.

Toelichting Europees Fonds Regionale Ontwikkeling (EFRO)

Verklaring Certificeringautoriteit

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland heeft in de functie van Certificeringautoriteit, overeenkomstig artikel 61 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 over de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 bij de Europese Commissie ingediende betaalaanvragen gecertificeerd. De Certificeringautoriteit heeft verklaard dat de betaalaanvragen uitsluitend uitgaven bevatten die conform regelgeving en vereiste procedurele afwikkeling door de Certificeringautoriteit zijn geaccepteerd.

Rapportage Auditautoriteit

De Auditdienst Rijk heeft, in de functie van Auditautoriteit, overeenkomstig artikel 62 van genoemde Verordening, over de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 geoordeeld dat de beheers- en controlesystemen van de Managementautoriteiten Noord, Zuid, Oost en West en de Certificeringautoriteit voldoende effectief hebben gefunctioneerd om een redelijke mate van zekerheid te kunnen bieden over de juistheid van de betaalaanvragen die bij de Europese Commissie zijn ingediend, alsmede om, bij wijze van gevolgtrekking, een redelijke mate van zekerheid te kunnen bieden over de wettigheid en de regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

De fouttolerantie van 2% is voor de 4 regionale programma’s tezamen niet overschreden. De Auditautoriteit heeft een totaalbedrag van € 5.367.121,91 (1,40%) aan fouten geconstateerd. Doordat de Managementautoriteiten bepaalde fouten ook zelf hebben gevonden en gecorrigeerd voor het uitbrengen van het controleverslag, is de fout teruggebracht met € 35.049,14 naar € 5.332.072,77.

In onderstaande tabel zijn de gecorrigeerde (netto) foutpercentages in relatie tot de gedeclareerde bedragen in totaal en per Managementautoriteit opgenomen.

Structuurfonds EFRO

Foutpercentage

Totaal

1,39%

Managementautoriteit West

2,34%1

Managementautoriteit Zuid

0,77%

Managementautoriteit Oost

0,31%

Managementautoriteit Noord

0,64%

X Noot
1

De overschrijding van de fouttolerantie voor het regionale programma West is evenals vorig jaar veroorzaakt door fouten in externe kosten, loonkosten en toepassing van aanbestedingsprocedures door begunstigden. Managementautoriteit West heeft met de betaalaanvragen 2014 deze fout deels gecorrigeerd. Na correcties in 2014 is de fout voor West 1,06%.

EFRO kent een meerjarig financieringssysteem. Budgetten komen beschikbaar in zeven jaarlijkse tranches. De Managementautoriteiten dienen daartoe tussentijdse betalingsaanvragen in van gecontroleerde door begunstigden gemaakte en betaalde subsidiabele kosten. Na afsluiting van het programma zijn de finale betalingsaanvraag en het bijbehorende controlerapport van de Auditautoriteit de basis voor de goedkeuring van de financiële verantwoording van het programma door de Europese Commissie. Daardoor stelt de Europese Commissie dat de Auditautoriteit, bij de beoordeling van de tussentijdse betalingsaanvragen (bepaalde) al gecorrigeerde fouten buiten beschouwing kan laten. De Europese Commissie baseert haar jaarlijkse goedkeuring dus op foutpercentages na correctie van die fouten. Nederland echter baseert haar jaarlijkse Nationale Verklaring op de rechtmatigheid van de jaarlijkse betalingsaanvraag.

Controleverklaring rechtmatigheid en vorderingen

De Auditdienst Rijk heeft in de functie van Auditautoriteit, aanvullend verklaard dat de consolidatiestaat EFRO 2013 een getrouw beeld geeft van de uitgaven en de openstaande vorderingen en dat de in de consolidatiestaat EFRO 2013 verantwoorde uitgaven voldoen aan de eisen van rechtmatigheid tot op het niveau van eindbegunstigden.

OLAF-onderzoeken

Bij het EFRO zijn er twee lopende onderzoeken.

Toelichting Europees Visserij Fonds (EVF)

Verklaring Certificeringautoriteit

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland heeft in de functie van Certificeringautoriteit, overeenkomstig artikel 60 van Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 over de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 bij de Europese Commissie ingediende betaalaanvragen gecertificeerd. De Certificeringautoriteit heeft verklaard dat de betaalaanvragen uitsluitend uitgaven bevatten die conform regelgeving en vereiste procedurele afwikkeling door de Certificeringautoriteit zijn geaccepteerd.

Rapportage Auditautoriteit

De Auditdienst Rijk heeft, in de functie van Auditautoriteit, overeenkomstig artikel 61 van genoemde Verordening over de periode van 1 juli 2013 tot en met 30 juni 2014 geoordeeld dat de beheers- en controlesystemen van de Managementautoriteit/Bemiddelende Instantie en de Certificeringautoriteit voldoende effectief hebben gefunctioneerd om een redelijke mate van zekerheid te kunnen bieden over de juistheid van de betaalaanvragen die bij de Europese Commissie zijn ingediend, alsmede om, bij wijze van gevolgtrekking, een redelijke mate van zekerheid te kunnen bieden over de wettigheid en de regelmatigheid van de onderliggende transacties, met uitzondering van de beheerssystemen bij de Managementautoriteit/Bemiddelende Instantie, in het bijzonder ten aanzien van adequate managementverificaties (eerstelijns controles), welke gedeeltelijk functioneren. Substantiële verbeteringen zijn nodig in de procedures die de wettigheid en regelmatigheid borgen.

De Managementautoriteit/Bemiddelende Instantie heeft op basis van de rapportage van de Auditautoriteit dan ook de volgende acties uitgevoerd of gestart:

  • Evaluatie van alle aanvragen: de Managementautoriteit/Bemiddelende Instantie heeft een uitgebreide analyse op de compleetheid van de checklists uitgevoerd, die de Managementautoriteit/Bemiddelende Instantie gebruikt voor de beoordeling van subsidiedeclaraties. Deze aangepaste checklists worden nu gebruikt;

  • Administratieve verificatie van alle aanvragen voor betaling: verzoeken om tussentijdse betalingen en eindafrekeningen van subsidiedeclaraties worden nu met dezelfde diepgang gecontroleerd;

  • Betrouwbaarheid geautomatiseerde systemen: de Managementautoriteit/Bemiddelende Instantie neemt alle opmerkingen mee in het nieuwe IT-systeem voor het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij2 en kijkt tegelijkertijd welke mogelijkheden er zijn om het EVF-systeem nog op kritieke punten te verbeteren;

  • Preventieve en correctieve maatregelen in geval van systematische fouten: de Managementautoriteit/Bemiddelende Instantie geeft door alle verbeteracties (actieplan, herbeoordelingen, implementatieplan) opvolging aan de aanbevelingen van de Auditautoriteit.

De Auditautoriteit zal de door de Managementautoriteit/Bemiddelende Instantie genomen acties in 2015 beoordelen.

Het onderzoek van de Auditautoriteit heeft een totale geprojecteerde fout opgeleverd van € 3.289.594,59 (10,40%). Belangrijke, door de Auditautoriteit geconstateerde fouten betreffen: niet-subsidiabele kosten, goedkeuring van de aanvraag buiten openstellingstermijn en niet-naleving van de instandhoudingspicht voor investeringen. De Managementautoriteit/Bemiddelende Instantie zal deze fouten met toekomstige betaalaanvragen corrigeren.

Bij het foutpercentage van 10,40% is geen rekening gehouden met een lopend onderzoek van de Managementautoriteit/Bemiddelende Instantie. Het hiermee gemoeide bedrag aan gedeclareerde uitgaven met betrekking tot 2013 bedraagt € 2.699.697,64 (aandeel EVF € 1.754.803,47). Daarnaast betwist de Managementautoriteit/Bemiddelende Instantie een bedrag van € 3.005.565,66 (aandeel EVF € 570.989,53). Het totale bedrag dat als onzeker in de deelverklaring is opgenomen bedraagt € 5.705.263,30 (aandeel EVF € 2,325.793).

Het hoge foutpercentage heeft betrekking op 2013. Daardoor komen de in 2014 ingezette verbeteracties, zoals doorlichting van alle projectdossiers door de Managementautoriteit/Bemiddelende Instantie en een intensivering van audits door de interne Auditsdienst van de Managementautoriteit/Bemiddelende Instantie, nog niet tot uiting in het foutpercentage. In de volgende Nationale Verklaring zullen naar verwachting de verbeteringen wel zichtbaar zijn. Deze acties moeten ervoor zorgen dat de fout in de financiële verantwoording over de gehele periode 2007–2013 kleiner zal zijn dan 2%.

EVF kent een meerjarig financieringssysteem. Budgetten komen beschikbaar in zeven jaarlijkse tranches. De Managementautoriteit dient daartoe tussentijdse betalingsaanvragen in van gecontroleerde door begunstigden gemaakte en betaalde subsidiabele kosten. Na afsluiting van het programma zijn de finale betalingsaanvraag en het bijbehorende controlerapport van de Auditautoriteit de basis voor de goedkeuring van de financiële verantwoording van het programma door de Europese Commissie. Daardoor stelt de Europese Commissie dat de Auditautoriteit, bij de beoordeling van de tussentijdse betalingsaanvragen (bepaalde) al gecorrigeerde fouten buiten beschouwing laten. De Europese Commissie baseert haar jaarlijkse goedkeuring op foutpercentages na correctie van die fouten. Nederland daarentegen baseert haar jaarlijkse Nationale Verklaring op de rechtmatigheid van de jaarlijkse betalingsaanvraag.

Controleverklaring rechtmatigheid en vorderingen

De Auditdienst Rijk heeft, in de functie van de Auditautoriteit, aanvullend op de Europese voorschriften ten behoeve van de deelverklaring EVF een controleverklaring met beperking afgegeven over de rechtmatigheid omdat onderzoek naar concrete acties een fout heeft opgeleverd van 10,40%. In dit foutpercentage is nog geen rekening gehouden met de hiervoor genoemde onzekerheid van € 5.705.263,30.

Voorts heeft de Auditdienst Rijk aanvullend een controleverklaring met beperking afgegeven over de vorderingen. Er is onzekerheid over de volledigheid van de vorderingen omdat nog niet duidelijk is welke auditbevindingen tot vorderingen moeten leiden. Verder heeft de Auditdienst Rijk geconcludeerd dat de opgenomen vorderingen per 31 december 2013 tot een totaalbedrag van € 130.518 (aandeel EVF € 50.136) onjuist zijn omdat deze in 2013 zijn vervallen wegens oninbaarheid (€ 122.025) en wegens de uitkomst van een bezwaarprocedure (€ 8.493).

OLAF-onderzoeken

Bij het EVF is er één lopend onderzoek.

Toelichting Migratiefondsen: Het Europees Vluchtelingenfonds (EVF), het Europees Terugkeerfonds (ETF), het Europese Buitengrenzenfonds (EBF) en het Europees Integratiefonds (EIF)

Auditautoriteit

Onder Auditautoriteit wordt verstaan de instantie genoemd in artikel 25, lid 1, aanhef en sub c van de beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het EVF voor de periode 2008–2013 en in de dienovereenkomstige beschikkingen tot instelling van het ETF en het EBF. Voor EIF wordt onder Auditautoriteit verstaan de instantie genoemd in artikel 23, lid 1, aanhef en sub c van de beschikking nr. 2007/435/EG van de Raad van 25 juni 2007 tot instelling van het EIF.

Uitvoering Migratiefondsen

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie is sinds de vorming van het huidige kabinet verantwoordelijk voor het beheer van het EVF, het ETF, en het EBF in Nederland, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is sindsdien verantwoordelijk voor het EIF. De gedeclareerde uitgaven hebben betrekking op de Jaarprogramma’s 2011 van deze fondsen. De subsidiabiliteitsperiode van deze Jaarprogramma’s loopt van 1 januari 2011 tot en met 30 juni 2013.

Vorderingen

Bij de Migratiefondsen vindt controle van de projecten door de Auditautoriteit plaats voordat een declaratie bij de Europese Commissie wordt ingediend. Eventuele kortingen die voortkomen uit de controles van de Auditautoriteit worden door de Verantwoordelijke Autoriteit direct in mindering gebracht op de bij de Europese Commissie te declareren bedragen. Omdat de declaratie bij de Europese Commissie daardoor uitsluitend gecontroleerde en vastgestelde bedragen bevat, kan er geen situatie ontstaan waarbij de vorderingen op de begunstigden invloed kunnen hebben op de financiële positie van de lidstaat Nederland ten opzichte van de Europese Commissie.

In eerdere jaren zijn de vorderingen die de Verantwoordelijke Autoriteit op begunstigden had wel opgenomen in de Nationale Verklaring. In het streven naar een eenduidige manier van rapporteren conformeert de Verantwoordelijke Autoriteit zich aan de definitie van vorderingen die per 2015 is vastgesteld. Dit is de reden dat in de deelverklaring 2015 geen overzicht van openstaande vorderingen is opgenomen.

Te late indiening jaarverslagen 2011

De datum waarop de jaarverslagen 2011 hadden moeten worden ingediend is 31 maart 2014. De datum van 31 maart 2014 is niet gehaald door een aantal redenen. De directies Migratiebeleid (EBF, ETF, en EVF) en Integratie & Samenleving (EIF) hebben er als Verantwoordelijke Autoriteit voor gekozen om begunstigden maximaal ruimte te geven voor de uitvoering van hun project. Daardoor was er beperkt tijd voor de controlerende instanties om hun werkzaamheden af te ronden. Vanaf de jaartranche 2012 is de ruimte voor subsidieontvangers met zes weken ingekort door een aanpassing in de Algemene Voorwaarden van de fondsen EBF, ETF, EVF en EIF.

Daarnaast is de gedelegeerde instantie organisatorisch ondergebracht bij het Agentschap SZW. De fysieke en organisatorische verandering hebben de nodige tijd gekost.

De jaarverslagen voor EBF, ETF, EVF, en EIF zijn tijdig ingediend bij de Europese Commissie. Dit was vóór de door de Europese Commissie gestelde decommiteringsdeadline.

Audit onderzoek Europese Commissie

De Europese Rekenkamer heeft een audit uitgevoerd bij een ETF 2011 project, en een EIF 2011 project. Hierover zijn geen bijzonderheden gerapporteerd.

Opmerkingen Auditautoriteit bij deze fondsen

Uit de rapportage van de Auditautoriteit bij de jaarverslagen 2011 blijkt een aantal bevindingen, allen zonder financiële consequenties. De belangrijkste bevindingen zijn:

  • een aantal vaststellingsbeschikkingen bevatten fouten;

  • er is een beperkte monitoring van de projecten uitgevoerd.

Reeds ingezette beheersmaatregelen op deze punten worden gecontinueerd.

Maatregelen

Naar aanleiding van de audits over de jaartranche 2008 en 2009 zijn de nodige maatregelen getroffen met kwaliteitsverbetering als doel. In juli 2014 is het verbetertraject met betrekking tot de werkwijze van de jaartranche 2011 geëvalueerd. Er is door de Verantwoordelijke Autoriteit, de Auditautoriteit, Certificerende Autoriteit en de Gedelegeerde Instantie geconcludeerd dat de maatregelen die in 2012 zijn genomen effectief zijn. Dit is vastgelegd tijdens de evaluatiebijeenkomst met genoemde partijen betreffende de jaartranche 2011. Er is daarom besloten om geen substantiële aanvullende maatregelen te nemen. Wel is de personeelscapaciteit uitgebreid om de doorlooptijd van controles te versnellen.

OLAF-onderzoeken

Bij het EBF, ETF, EVF, en EIF zijn er geen lopende onderzoeken.

Bijlagen bij de Nationale Verklaring3

De bijlagen bij de NV worden op Verantwoordingsdag op de website gepubliceerd:

http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/europese-unie/begroting-europese-unie/beheer-en-controle-europese-middelen


X Noot
1

Volgens de GBCS regeling moet er voorafgaand aan de subsidieaanvraag een controle plaatsvinden op oppervlakte en dier gerelateerde subsidieaanvragen. Volgens de niet GBCS regeling moet een 100% administratieve controle en een (a)selecte controle ter plaatse worden uitgevoerd. De subsidieaanvrager moet daarvoor alle bewijsstukken over de gemaakte en betaalde kosten overleggen.

X Noot
2

Het EVF gaat in de nieuwe programmaperiode 2014–2020 over naar het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij.

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven