Het burgerinitiatief
Het burgerinitiatief «Een dier is geen ding» is door de initiatiefnemers op 25 november
2014 overhandigd aan de voorzitter van de commissie voor de Verzoekschriften en de
Burgerinitiatieven.
De ondertekenaars van het burgerinitiatief stellen de leden van de Tweede Kamer voor
dierenmishandeling zwaarder te bestraffen c.q. de bestaande strafmaat ook daadwerkelijk
op te leggen. De ondertekenaars vinden het des te meer belangrijk dat dierenmishandeling
hard wordt aangepakt omdat uit wetenschappelijk onderzoek zou zijn gebleken dat er
een relatie is tussen dierenmishandeling en huiselijk geweld. Voor de verdere motivering
van dit standpunt wordt verwezen naar de tekst van het burgerinitiatief.
Ontvankelijkheid
De commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven heeft onderzocht of
het burgerinitatief «Een dier is geen ding» voldoet aan de voorwaarden die de Kamer
heeft gesteld om door haar behandeld te worden, welke behandeling uit zal monden in
een uitspraak van de Kamer over het verzoek.
De commissie heeft aan de hand van de gebruikelijke steekproef geconstateerd dat het
burgerinitiatief is voorzien van de minimaal vereiste 40.000 geldige steunbetuigingen.
Deze zijn langs digitale en schriftelijke weg verzameld.
Op verzoek van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven heeft
de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie onderzocht of het voorstel van de indieners
in de twee jaren voorafgaande aan de indiening van het burgerinitiatief in concluderende
zin aan de orde is geweest in de Kamer. Bij brief van 12 februari 2015 antwoordt de
commissie als volgt:
«De commissie heeft besloten u te laten weten dat de vaste commissie voor Veiligheid
en Justitie op 21 maart 2013 schriftelijk overleg heeft gevoerd over huiselijk geweld
en dierenwelzijn. Na de beantwoording van het schriftelijk overleg door de Minister
van Veiligheid en Justitie en de Staatssecretaris van Economische Zaken heeft de vaste
commissie voor Veiligheid en Justitie op 27 november 2013 besloten de onderliggende
stukken over te dragen naar de vaste commissie voor Economische Zaken. De vaste commissie
voor Economische Zaken heeft op 16 oktober 2014 hierover een algemeen overleg gevoerd
waaruit een VAO is voortgevloeid over onder meer opsporing, vervolging en straffen.
Het op 18 december 2014 geplande VAO is uitgesteld in afwachting van nog te ontvangen
brieven naar aanleiding van toezeggingen gedaan tijdens het algemeen overleg. Het
onderwerp ligt daarmee nog ter bespreking voor in de Kamer. De commissie heeft tenslotte
geen advies gegeven over de ontvankelijkheid van het burgerinitiatief.».
De commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven stelt vast dat het
onderwerp van het burgerinitiatief de afgelopen 2 jaar vaker in de Kamer aan de orde
is geweest, zij het niet in concluderende zin. Het debat over het sanctioneren van
dierenmishandeling heeft immers (nog) niet geleid tot een duidelijk standpunt van
een Kamermeererheid in de vorm van een motie of anderszins. De commissie is daarom
van oordeel dat het burgerinitiatief «Een dier is geen ding» ook ten aanzien van het
2-jaarscriterium ontvankelijk moet worden verklaard.
Behandelingsvoorstel
De commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven stelt de Kamer voor
het burgerinitiatief «Een dier is geen ding» ontvankelijk te verklaren en het te gelegener
tijd te agenderen voor een plenair debat. Het is aan de betrokken commissie(s) om
te bepalen welk moment hiervoor opportuun wordt geacht.
De voorzitter van de commissie, Neppérus
De griffier van de commissie, Roovers