33 997 Vliegramp MH17

Nr. 97 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 26 juni 2017

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Veiligheid en Justitie over de brief van 10 mei 2017 inzake de laatste stand van zaken op het MH17 dossier (Kamerstuk 33 997, nr. 94).

De Minister van Veiligheid en Justitie heeft deze vragen, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, beantwoord bij brief van 23 juni 2017. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De fungerend voorzitter van de commissie, Omtzigt

De griffier van de commissie, Van Toor

Vraag 1

In het 2e E-zine MH17 geeft het OM aan dat het al in oktober 2014 een eerste verzoek aan de Russische Federatie om primaire radargegevens van de omgeving Donetsk/Luhansk over de periode 14 tot en met 18 juli 2014 heeft gedaan en dat men bijvoorbeeld nog steeds geen antwoord heeft op vragen over radargegevens uit Buturinskaya. En de wel ontvangen radargegevens zijn niet leesbaar. Hoe gaat u ervoor zorgen dat het OM wel over alle radarbeelden kan beschikken? Bent u bereid om dit in de VN Veiligheidsraad aan de orde te stellen?

Het kabinet dringt in alle bilaterale contacten met relevante landen aan op volledige medewerking met het strafrechtelijk onderzoek van het Joint Investigation Team.

Zoals aangetoond tijdens de presentatie van de eerste onderzoeksresultaten van het Joint Investigation Team op 28 september 2016, beschikt het OM over voldoende bewijs om de afvuurlocatie en aan- en afvoerroute van de BUK-raket waarmee vlucht MH17 is neergehaald vast te stellen. Het kabinet ziet daarom geen aanleiding de beschikbaarheid van additionele radarbeelden in de VN Veiligheidsraad aan de orde te stellen.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de medewerking van de Russische Federatie bij de rechtshulpverzoeken? Houdt Rusland zich aan Veiligheidsraadsresolutie 2166 die alle landen oproept om mee te werken aan het onderzoek?

Het OM heeft in het najaar van 2014 een eerste rechtshulpverzoek gedaan aan de Russische Federatie. Er zijn meerdere aanvullende rechtshulpverzoeken verzonden, er is gecorrespondeerd en besprekingen hebben plaatsgevonden in Moskou en per video-conferentie.

De verzochte onderzoekshandelingen en materialen variëren van redelijk algemeen tot zeer specifiek. Op basis van de input van de Russische autoriteiten zijn sommige verzoeken door het Nederlandse OM nader toegelicht en geconcretiseerd. De Russische autoriteiten hebben verschillende malen uitvoeringsstukken aan het Nederlandse OM gestuurd. Het laatste aanvullend rechtshulpverzoek is op dit moment nog niet beantwoord.

Door de Russische justitiële autoriteiten is recent aangegeven dat dit rechtshulpverzoek met voorrang wordt behandeld.

Vraag 3

Is een Nederlandse bewindspersoon op enig moment aanwezig geweest op de rampplek?

In verband met de veiligheidssituatie in het oosten van Oekraïne hebben Nederlandse bewindspersonen de rampplek niet kunnen bezoeken. Wel zijn verschillende bewindspersonen in de stad Charkov geweest, om een eerbetoon te brengen aan de slachtoffers en te spreken met leden van de repatriëringsmissie. Vanuit Charkov werden de stoffelijke resten en persoonlijke bezittingen van de slachtoffers naar Nederland overgebracht.

Vraag 4

Op 4 februari 2016 zei de Minister van Veiligheid en Justitie in het plenaire debat in de Tweede Kamer: «Het Openbaar Ministerie stuurt mij met enige regelmaat ambtsberichten over de voortgang van het strafrechtelijk onderzoek. Dat is gebruikelijk in de relatie tussen de Minister van Veiligheid en Justitie en het Openbaar Ministerie. Het onderwerp van de radargegevens is ook met enige regelmaat aan de orde geweest in de gesprekken die ik met het Openbaar Ministerie heb. Telkens heeft het Openbaar Ministerie mij bevestigd dat er geen behoefte bestaat aan meer of andere gegevens en dat men voldoende gegevens heeft voor het strafrechtelijk onderzoek.»

In het E-zine van mei 2017 meldt het OM: «Het OM blijft van oordeel dat de Russische autoriteiten relevant materiaal voor de waarheidsvinding moeten overdragen.»

Kunt u aangeven wie van het OM op welke datum aan de regering gemeld heeft dat er geen behoefte bestaat aan radargegevens, nu dit toch evident het geval is?

Reeds in 2014 heeft het OM aan onder meer de justitiële autoriteiten van de Russische Federatie om radarbeelden gevraagd in het kader van de waarheidsvinding. Het onderzoeksteam heeft sindsdien substantieel ander bewijs gegenereerd waarmee de vraag op welke wijze MH17 is neergehaald, kon worden beantwoord. Op 28 september 2016 heeft het JIT dan ook gecommuniceerd dat radarbeelden niet meer nodig zijn om de toedracht aangaande het neerhalen van vlucht MH17 te achterhalen.

Een maand later heeft het OM toch nog nieuwe radardata van de Russische Federatie ontvangen. Vanzelfsprekend wordt de aangeleverde informatie onderzocht.

Het JIT heeft immers de waarheidsvinding hoog in het vaandel staan.

Daarbij komt dat het scenario dat MH17 door een ander vliegtuig zou zijn neergehaald zo nu en dan blijft opduiken. Radarbeelden zijn bij uitstek geschikt om een dergelijke hypothese te ondersteunen óf ontkrachten: een radarstation zou een dergelijk vliegtuig immers waarnemen en registreren. Het JIT heeft eerder al gecommuniceerd dat het diverse hypotheses en scenario’s heeft onderzocht. Het onderzoek aan de radarbeelden past dan ook in het uitlopen van die hypotheses en het uitsluiten van alternatieven.

Vraag 5

In het 2e E-zine MH17 schrijft het OM dat in een aanvullend rechtshulpverzoek uitdrukkelijk de radargegevens opgevraagd zijn. Wanneer is dat tweede rechtshulpverzoek gedaan?

Het desbetreffende aanvullend rechtshulpverzoek dateert van maart 2017.

Vraag 6

Kunnen getuigen die een verklaring willen afleggen aan het Joint Investigation Team (JIT) dit ook buiten Oekraïne doen? En kan het JIT garanderen dat Oekraïne in dat geval niet de identiteit van de getuige kan achterhalen? Zo ja, kunt u dan aangeven bij wie de getuigen zich kunnen melden?

Ja, het is mogelijk dat getuigen buiten Oekraïne een verklaring afleggen ten overstaan van bijvoorbeeld Australische of Nederlandse rechercheurs die werkzaam zijn in het JIT MH17-onderzoek. Het Nederlandse Wetboek van Strafvordering kent verschillende mogelijkheden om een getuigenverklaring af te leggen zonder dat de identiteitsgegevens van de getuige bekend worden. Als aan de voorwaarden wordt voldaan, kunnen deze mogelijkheden uiteraard in dit onderzoek worden ingezet.

Getuigen kunnen zich melden bij het JIT, de contactgegevens van het JIT zijn te vinden op de website www.jitmh17.com.

Vraag 7

Wat is uw reactie op het bericht van RTL Nieuws «Onderzoek MH17 nog lang niet afgerond»? Is het nog altijd de bedoeling dat het Joint Investigation Team het onderzoek uiterlijk januari 2018 afrondt?

Het JIT heeft altijd gecommuniceerd dat het géén voorspelling kan doen over de duur van het onderzoek. Dat is ook aangegeven tijdens de nabestaandenbijeenkomst van 28 september 2016. Het onderzoek naar de verantwoordelijken is een zaak van lange adem.

Een voorspelling over de duur kan dus niet worden gedaan, nu het niet mogelijk is om vooraf aan te geven welk bewijs wanneer gevonden wordt, bijvoorbeeld welke getuigen wanneer een mogelijk relevante verklaring afleggen. Hoe lang het strafrechtelijk onderzoek nog gaat duren kan dus niet worden aangegeven. Dat hangt af van hoe het onderzoek zich verder ontwikkelt en de getuigen die door het JIT worden gehoord.

Vraag 8

In hoeverre heeft het kabinet alles in gereedheid staan voor het moment dat wordt gekozen voor de wijze van vervolging? Klopt het dat aanvullende regelgeving «in de steigers» staat?

In de brief van 24 oktober 2016 is uw Kamer geïnformeerd over de vervolgingsopties (Kamerstuk 33 997, nr. 87). Daarbij is aangegeven dat het streven van de JIT-landen is om de uitwerking van deze opties zo veel mogelijk gereed te hebben voordat het strafrechtelijk onderzoek door het JIT is afgerond.

Voor een internationale vervolging is een statuut voor een tribunaal grotendeels uitgewerkt. Nederland houdt daarnaast rekening met de mogelijkheid dat naar Nederland zal worden gekeken om een nationale vervolging en berechting te verwezenlijken.

Om deze optie zo goed mogelijk voor te bereiden wordt met Oekraïne gesproken over strafrechtelijke samenwerking ten behoeve van een eventuele vervolging en berechting in Nederland.

De JIT-landen hebben gezamenlijk nog geen besluit genomen, maar de verwachting is dat een besluit binnen afzienbare tijd zal worden genomen.

Vraag 9

Als wordt gekozen voor vervolging voor de Nederlandse rechtbank, is een wijziging van de Wet Internationale Misdrijven dan noodzakelijk of kan deze wet in zijn huidige vorm gebruikt worden voor de vervolging?

Als wordt gekozen voor vervolging in Nederland, dan zal de regering alle wetgeving die hiervoor aangewezen is aan de Staten-Generaal voorleggen. Hierbij wordt wijziging van bestaande wetgeving niet uitgesloten.

Vraag 10

Wat is de stand van zaken van het vooronderzoek (preliminary examination) van het Internationaal Strafhof? Ziet dit onderzoek ook op het neerhalen van vlucht MH17?

Het voorlopig onderzoek (preliminary examination) van het Internationaal Strafhof naar de situatie in Oekraïne is nog gaande. Oekraïne heeft de rechtsmacht van het Internationaal Strafhof erkend voor misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven gepleegd op het grondgebied van Oekraïne sinds 21 november 2013.

Het onderzoek richt zich met name op de vraag of misdrijven tegen de menselijkheid zijn gepleegd tijdens de Maidan protesten, maar ook op gepleegde misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven op de Krim en in het oosten van Oekraïne. In het laatste rapport van de aanklager over de stand van zaken van de voorlopige onderzoeken (zie: https://www.icc-cpi.int/iccdocs/otp/161114-otp-rep-PE_ENG.pdf) geeft de aanklager een overzicht van de feiten waarbij mogelijk misdrijven zijn gepleegd die onder de rechtsmacht van het Strafhof zouden kunnen vallen. Daarbij wordt het neerhalen van vlucht MH17 wel genoemd, maar of hier ook nader onderzoek naar plaatsvindt is niet bekend. Als zou blijken dat er onderzoek naar wordt gedaan, betekent dit – vanwege het complementariteitsbeginsel – niet automatisch dat het Internationaal Strafhof ook rechtsmacht zal uitoefenen over een mogelijke toekomstige zaak.

Vraag 11

Als het Internationaal Strafhof overgaat tot vervolging van verdachten van het neerhalen van vlucht MH17, in hoeverre zal dit dan het onderzoek van het Joint Investigation Team doorkruisen? Is er gevaar voor schending van het ne bis in idem-beginsel als zowel het Internationaal Strafhof als het Joint Investigation Team overgaat tot vervolging van verdachten?

Vervolging en berechting door het Internationaal Strafhof komt pas in beeld als een bevoegde staat niet bereid en/of in staat is om nationaal strafrechtelijk te vervolgen.

Vraag 12

Kunt u een overzicht geven van de uitstaande rechtshulpverzoeken in het kader van het MH17-onderzoek?

Over de inhoud van opsporingsactiviteiten, waaronder uitstaande rechtshulpverzoeken, worden door het OM in beginsel geen mededelingen gedaan vanwege het belang van het onderzoek.

Vraag 13

Is inmiddels al duidelijkheid of het voorstel dat door Nederland aan het overleg van de International Civil Aviation Organisation (ICAO) (Annex 17) is voorgelegd, en dat lidstaten verplicht om relevante informatie te delen met sectorpartijen ten behoeve van het adequaat uitvoeren van hun risico analyse voor het overvliegen van conflictgebieden, wordt gesteund? En zo ja, wanneer leidt dit tot besluitvorming in de ICAO Raad? En zo nee, waarom is er geen steun?

Eind mei is een voorstel vanuit Nederland voorgelegd aan het ICAO Security Panel(Annex17), om lidstaten te verplichten relevante informatie te delen met sectorpartijen ten behoeve van het adequaat uitvoeren van hun risico analyse voor het overvliegen van conflictgebieden. Het Panel heeft dit voorstel aanvaard. Thans wordt het verwerkt in een voorstel voor een amendement voor Annex 17. Dit amendement moet uiteindelijk door de ICAO Raad worden goedgekeurd. Wanneer het in de ICAO Raad komt is nog niet bekend, omdat de ICAO Raad veelal een pakket aan amendementen behandelt. Vanuit Nederland heeft snelle behandeling door de ICAO Council hoge prioriteit.

Vraag 14

Is inmiddels duidelijkheid over de besluitvorming van de voorstellen die zijn ingediend voor aanpassing van ICAO Annex 13 (ongevalsonderzoek) voor het beter beschrijven van verantwoordelijkheden bij uitbesteden van een veiligheidsonderzoek aan een ander land en voor de bewaarplicht van gegevens? Zo ja, welke voorstellen zijn aangenomen en wat betekent dit concreet en zo nee, waarom niet?

Zoals in de antwoorden op de vragen van de leden Visser en Ten Broeke van uw Kamer op 20 april (Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nr. 1658) is aangegeven, worden voorstellen ingediend voor aanpassing van ICAO Annex 13 (ongevalsonderzoek) voor het beter beschrijven van verantwoordelijkheden bij uitbesteden van een veiligheidsonderzoek aan een ander land en voor de bewaarplicht van gegevens. Deze voorstellen komen medio dit jaar in behandeling in de desbetreffende ICAO overleggen.

Vraag 15

Welke voorstellen zijn precies ingebracht in het licht ook van de motie-Ten Broeke (Kamerstuk 33 997, nr. 75), waarbij luchtvaartmaatschappijen in hun veiligheidsmanagementsysteem een risicobeoordeling voor conflictzones dienen op te nemen (ICAO Annex 19)? En aan welke implementatie hiervan wordt binnen het ICAO gewerkt? Wat betekent dit concreet en wanneer kan op zijn vroegst dit amendement door de ICAO Raad worden goedgekeurd?

Zoals in de antwoorden op de vragen van de leden Visser en Ten Broeke van uw Kamer op 20 april (Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nr. 1658) is aangegeven, zijn door Nederland medio 2016 voorstellen gepresenteerd in ICAO gericht op het in de regelgeving opnemen van expliciete aandacht voor conflictgebieden in de risicobeoordeling in het veiligheidsmanagementsysteem van luchtvaart-maatschappijen. Aan de implementatie hiervan wordt binnen ICAO thans gewerkt. Wij zijn met ICAO in gesprek om dit explicieter te verwoorden en ICAO aan te moedigen dit zo spoedig mogelijk op te nemen in de relevante ICAO documentatie. Verplichtende certificering van een dergelijk veiligheidssysteem vonden veel lidstaten echter, vanwege de additionele bureaucratische belasting, een stap te ver. Over de voortgang van de motie Ten Broeke is de TK tevens geïnformeerd in de brief aan de Tweede Kamer van 26 mei 2016 (Kamerstuk 24 804, nr. 89) en in de verzamelbrief van 19 april 2017, Kamerstuk 33 997, nr. 93). Het is nog niet bekend wanneer dit aan de ICAO Raad wordt voorgelegd.

Vraag 16

In het licht ook van de uitwerking van de motie Ten Broeke (Kamerstuk 33 997, nr. 75): wordt door ICAO aan regels gewerkt, kunt u aangeven wat deze regels inhouden en wanneer deze gereed zullen zijn? En op welke termijn zal de EU deze regels hebben door vertaald?

ICAO werkt aan het beter verankeren van risicobeoordeling voor conflictgebieden in het veiligheidsmanagement systeem (ICAO Annex 19).

Wanneer deze regels feitelijk door ICAO worden opgenomen in ICAO documenten, ligt het in de verwachting dat deze ook worden doorvertaald in EU-regelgeving. Dit biedt de kans om luchtvaartmaatschappijen te toetsen op een adequate implementatie van deze regels, met aandacht voor conflictgebieden. Bij in gebreke blijven kunnen indien nodig, luchtvaartmaatschappijen op de Europese veiligheidslijst geplaatst worden waardoor de toegang tot het Europese luchtruim ontzegd wordt. Wanneer de EU dit gaat doen is dus nog niet bekend, maar Nederland is hier uiteraard alert op.

Vraag 17

Kunnen los van alle regels en voorstellen die nu worden uitgewerkt inzake het vliegen boven conflictgebieden, luchtvaartmaatschappijen op de Europese veiligheidslijst geplaatst worden? Zo nee, waarom niet?

De Europese veiligheidslijst (lijst van de EU van luchtvaartmaatschappijen die onderwerp zijn van een operationele verbanning binnen de Europese Gemeenschap) is een lijst van luchtvaartmaatschappijen die de Europese Commissie jaarlijks opstelt, op grond van Regeling (EC) nummer 211/2005 van het Europese Parlement en de Raad van 14 december 2005. Zie: https://ec.europa.eu/transport/modes/air/safety/air-ban_nl. Het gaat daarbij om het in gebreke blijven bij het voldoen aan internationale veiligheidsregels.

Vraag 18

Wanneer is de Basis verordening van het European Aviation Safety Agency (EASA) gereed? Wat is de Nederlandse inzet?

De herziening van de Basis Verordening van het Europese Luchtvaart Veiligheid Agentschap is behandeld in de Europese Raad en het Europese Parlement. Thans vindt de fase plaats waarin beide gremia tot een gezamenlijk standpunt dienen te komen. De Nederlandse inzet is er op gericht om dit in de komende voorzittersperiode van Estland geregeld te krijgen.

Vraag 19

Ligt er inmiddels al een ICAO voorstel om invulling te geven aan het Nederlandse voorstel over de verantwoordelijkheid van de lidstaat om zijn luchtruim te sluiten als de veiligheid niet kan worden gegarandeerd, waarbij ook de afstemming tussen militaire en civiele autoriteiten dient? Zo ja, wat is de inhoud? En zo nee, wanneer wordt dit precies verwacht?

In het werkprogramma over Conflict Zones van ICAO is voorgesteld om eerst alle relevante provisies in de Annexen en andere relevante ICAO documenten te evalueren. (zie ook de reactie van ICAO op de aanbevelingen uit het OVV rapport). Daarbij wordt ook gekeken naar de afstemming tussen militaire en civiele autoriteiten. De eerste resultaten worden eind 2017 verwacht. Pas als deze actie is afgerond kan worden beoordeeld of ook aanpassing van de Conventie wenselijk is.

Vraag 20

Op achteraf ingeleverde primaire radarbeelden van Rusland was geen BUK raket te zien. Dat was evenmin het geval bij de reguliere radargegevens waarover het Landelijk Parket bijvoorbeeld in februari al aan nabestaanden berichtte. Hoe verklaart u dit?

Een radar werkt door al ronddraaiend de omgeving 360 graden te scannen. De parallel met de werking van een vuurtoren illustreert dit. Snelheid, grootte, locatie en baan van een BUK raket kunnen zodanig zijn dat dit niet door een in de rondte scannende radar wordt waargenomen of weergegeven.

Het feit dat iets niet te zien is op radargegevens wil dus niet zeggen dat iets er niet is geweest.

Vraag 21

Wat is de minimum vluchttijd van de BUK raket voordat hij de MH17 raakte?

Over dergelijke gedetailleerde opsporingsinformatie doet het OM geen mededelingen.

Vraag 22

Waarom geeft het OM aan dat de Russische radar in Ust-Donetsk mogelijk de lancering van de raket heeft gemist doordat deze zoals bij een vuurtoren mogelijk net gericht was op een andere richting? Klopt het dat deze radar elke 10 seconden een volledige ronde draait?

Zie het antwoord op vraag 20.

Vraag 23

In het 2e E-zin MH17 geeft het OM aan dat het tot op de dag van vandaag niet alle afgeluisterde gesprekken van de SBU ontvangen heeft. Kun u nader duiden waarom het kennelijk drie jaar duurt voordat die gesprekken aan het JIT ter beschikking gesteld worden?

Oekraïne heeft steeds zeer voortvarend grote hoeveelheden relevante informatie gedeeld. De Oekraïense autoriteiten blijven actief op zoek naar nieuwe informatie die relevant is voor het MH17 onderzoek. Zodra die informatie beschikbaar is – dat wil zeggen: nadat de daartoe verplichte juridische procedures zijn doorlopen – wordt die informatie steeds gedeeld met de partners in het JIT.

Vraag 24

Zijn er ook niet authentieke opnames gevonden bij de getapte telefoongesprekken die van Oekraïense zijde zijn ingebracht in het MH17 onderzoek?

Nee, er is geen reden om te twijfelen aan de authenticiteit van de opnames die door Oekraïne zijn gedeeld met de JIT partners.

Vraag 25

Heeft Nederland al aan de VS verzocht om de radar-en satellietbeelden waarover dat land beschikt, te declassificeren, zoals voormalig onderminister Victoria Nuland publiekelijk aanbood?

De Verenigde Staten hebben in augustus 2016 het Nederlandse rechtshulpverzoek afdoende beantwoord.

Vraag 26

Het kabinet geeft aan een rechtszaak door nabestaanden tegen Oekraïne op dit moment niet te steunen vanwege mogelijke hinder voor de opsporing en vervolging van de daders, maar zou het kabinet dat wel op een later moment overwegen? Of wordt een dergelijke rechtszaak geheel ontraden door het kabinet en zo ja met welke reden?

Zoals eerder aangegeven staat voor het kabinet op dit moment de opsporing en berechting van individuele daders voorop. Het kabinet sluit geen enkele juridische optie uit.

Vraag 27

Klopt het dat het onderzoeksteam problemen ondervindt bij het verkrijgen van Oekraïense telefoontaps van de periode vóór de aanslag op vlucht MH17? Zo ja, welke bezwaren maakt JIT-land Oekraïne tegen het overdragen van deze en mogelijk andere cruciale gegevens?

Nee. De justitiële autoriteiten van Oekraïne hebben juist bijzonder veel opgenomen telefoongesprekken verstrekt. In september 2016 heeft het JIT gecommuniceerd dat het op dat moment al ruim 150.000 opgenomen gesprekken betrof.

Vraag 28

Aanbeveling 11 van de OVV (aan de luchtvaartmaatschappijen) luidt:

«11. Leg openbaar verantwoording af over de gekozen vliegroutes, minimaal eenmaal per jaar.» Kunt u aangeven welke Nederlandse maatschappijen sinds 17/7/2014 deze verantwoording afgelegd hebben en waar zij dat gedaan hebben? Vindt u dat de Nederlandse maatschappijen deze aanbeveling hebben opgevolgd?

Ten aanzien van de KLM staan de routes vermeld op de KLM website, dus toegankelijk voor iedere passagier (https://www.klm.com/travel/nl_nl/plan_and_book/timetable_and_network/flight_route_map/index.htm).

TUI geeft aan de klanten en potentiële klanten te informeren via de openbaar toegankelijk TUI fly website sectie, bij veel gestelde vragen. Zie bijvoorbeeld een toelichting op die site over de vliegroutes naar Egypte.

Corendon past de restricties toe zoals die gepubliceerd worden in de daartoe strekkende luchtvaartpublicaties, zoals NOTAM’s en EASA CZIB’s, aangevuld met restricties voortkomend uit analyse van informatie uit publieke bronnen en van vertrouwelijke dreigingsinformatie vanuit inlichtingen- en veiligheidsdiensten en collega-luchtvaartmaatschappijen. De vertrouwelijke informatie wordt uiteraard niet gedeeld.

Naar onze mening is deze aanbeveling door KLM en TUI opgevolgd. Met Corendon zal hierover nader gesproken worden.

Vraag 29

Klopt het dat er voor 17 juli 2014 informatie vanuit ICAO (Parijs) naar Nederland is verstuurd met daarin de waarschuwing dat het luchtruim van Oekraïne een risico was? Zo ja, kunt u dan aangeven wat voor een informatie dat was en kunt u die informatie openbaar maken?

Zoals ook opgenomen in het OVV-rapport over de ramp met de MH17 heeft het regionale kantoor van ICAO in Parijs op 2april 2014 een bericht uitgestuurd dat betrekking heeft op het luchtruim boven de Krim en het deel van het luchtruim boven de Zwarte Zee dat volgens ICAO-afspraken in beheer is bij Oekraïne. In dit gebied leveren zowel de verkeersleiding van Oekraïne als die van Rusland luchtverkeersinformatie. Die informatie is niet op elkaar afgestemd en er vindt geen coördinatie plaats. Dit leidt tot onveilige situaties, waardoor geadviseerd is dit luchtruim te mijden. Oost Oekraïne valt buiten dit gebied. ICAO heeft geen bericht over Oost-Oekraïne verstuurd.

Vraag 30

Op welke datum is opdracht verleend om de inzet van de politie bij MH17 te evalueren? Wie heeft daartoe opdracht gegeven?

De opdracht is op 1 november 2014 gegeven door de plaatsvervangend korpschef.

Vraag 31

De Kamer heeft de Samenvatting Strategische Politie Evaluatie MH-17 versie 0.6 ontvangen. Wanneer is versie 0.1 gepubliceerd?

Er is geen eerdere versie gepubliceerd. Deze versies betreffen interne werkdocumenten.

Vraag 32

De Kamer heeft de Samenvatting Strategische Politie Evaluatie MH-17 versie 0.6 ontvangen. Wanneer wordt de definitieve versie van het rapport afgerond?

De politie rondt deze zomer de evaluatie af.

Vraag 33

De Kamer heeft de Samenvatting Strategische Politie Evaluatie MH-17 versie 0.6 ontvangen met de de belangrijkste conceptconclusies en -aanbevelingen van de interne politie evaluatie naar de afhandeling van MH-17 per thema. Kunt u de overige conceptconclusies en aanbevelingen aan de Kamer doen toekomen?

De definitieve versie van het rapport zal voor 1 oktober 2017 naar de Kamer worden gezonden.

Vraag 34

Waarom heeft de regering ervoor gekozen de tussenuitspraak van 3 juni 2016 te negeren en niet per passage in de verslagen van de Ministeriële Commissie Crisisbeheersing (MCCb) aangegeven waarom zij weigert die openbaar te maken?

Tegen de op de tussenuitspraak gevolgde einduitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 24 februari 2017 heb ik hoger beroep aangetekend. Nu deze vraag een lopende juridische procedure betreft, zie ik mij genoodzaakt terughoudendheid te betrachten bij de beantwoording daarvan. Wel kan ik in algemene zin het volgende opmerken. De rechtbank heeft in de tussenuitspraak geconcludeerd dat de MCCb-verslagen ten onrechte niet per passage zijn beoordeeld op de mogelijkheid van openbaarmaking. Ik deel deze conclusie niet. De verslagen zijn wel degelijk per passage beoordeeld en dit heeft er in geresulteerd dat openbaarmaking van de verslagen in zijn geheel achterwege is gebleven. Openbaarmaking verdraagt zich namelijk niet met de in artikel 45 van de Grondwet opgenomen taak van de ministerraad de eenheid van het kabinetsbeleid te waarborgen en de in het Reglement van Orde van de ministerraad opgenomen geheimhoudingsverplichting. Daarnaast zou openbaarmaking de goede betrekkingen van Nederland met andere landen en internationale organisaties kunnen schaden en bevatten de verslagen persoonlijke beleidsopvattingen.

Vraag 35

Heeft Oekraine aan Nederland vooraf meegedeeld dat zij een zaak bij het Internationaal Gerechtshof zou starten waarvan de MH17 deel uitmaakt?

Oekraïne heeft meerdere keren publiekelijk de intentie uitgesproken om bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag een rechtszaak te starten tegen Rusland.

Vraag 36

Hoe beoordeelt Nederland dat Oekraïne een zaak bij het Internationaal Gerechtshof gestart heeft waarbij het mogelijk bewijsmateriaal over MH17 zal moeten inbrengen?

De JIT-landen hebben onderling afgesproken dat bewijsmateriaal dat wordt ingebracht in het strafrechtelijk onderzoek niet door een JIT-land met derde partijen zal worden gedeeld dan na overleg met de andere JIT-landen.

Vraag 37

Waarom voerde de staat deze tussenuitspraak van de rechtbank niet uit, door de motiveringsgebreken te herstellen dan wel conform tussenuitspraak delen alsnog te openbaren (o.m. delen gespreksverslag Rutte /Universiteit van Twente):

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBMNE:2017:1596&showbutton=true&keyword=MH17

De rechtbank Midden-Nederland heeft in de betreffende rechtszaak nog geen einduitspraak gedaan. Net als bij vraag 34 betreft deze vraag derhalve een lopende juridische procedure, en zie ik mij opnieuw genoodzaakt terughoudendheid te betrachten bij de beantwoording daarvan. In algemene zin kan ik opmerken dat onderhavige rechtszaak betrekking heeft op openbaarmaking van het verslag van het gesprek tussen de Minister-President en onderzoekers van de Universiteit Twente in het kader van de evaluatie van de crisisbeheersingsorganisatie vlucht MH17 enerzijds en op de geobjectiveerde notulen van de ministerraad anderzijds. Voor het gespreksverslag geldt dat openbaarmaking naar mijn mening primair achterwege dient te blijven omdat de bereidheid om in de toekomst aan onderzoeken als die van de Universiteit Twente mee te werken zal afnemen als vertrouwelijkheid niet kan worden gegarandeerd. Voor de geobjectiveerde notulen geldt dat openbaarmaking zich niet verdraagt met de in artikel 45 van de Grondwet opgenomen taak van de ministerraad de eenheid van het kabinetsbeleid te waarborgen en de in het Reglement van Orde van de ministerraad opgenomen geheimhoudingsverplichting. Daarnaast zou openbaarmaking van de notulen in deze casus het belang van de goede betrekkingen van Nederland met andere landen en internationale organisaties kunnen schaden.

Vraag 38

De Tweede Kamer heeft meerdere keren gevraagd of de onderstaande zaken in de JIT overeenkomst voorkomen. Daarop is nooit een helder antwoord ontvangen.

  • 1. clausules die een deelnemend land de mogelijkheid geven om bepaalde informatie in het onderzoek niet in te brengen,

  • 2. clausules die een deelnemend land de mogelijkheid geven om de openbaarmaking van bepaalde informatie in de rechtszaak te blokkeren,

  • 3. clausules die een deelnemend land de mogelijkheid geven om het gebruik van bepaalde informatie in de rechtszaak te blokkeren.

Kunt u, zonder de JIT overeenkomst op dit moment te openbaren, per punt aangeven of dit soort afspraken in het kader van de JIT overeenkomst gemaakt is?

Het is niet mogelijk om deze vraag te beantwoorden zonder de inhoud van de JIT overeenkomst openbaar te maken. Reeds meermalen is naar voren gebracht dat de JIT overeenkomst vertrouwelijk is en dat openbaarmaking de internationale verhoudingen zou schaden.

Vraag 39

Zijn er incidenten geweest in de samenwerking in het JIT tussen Nederland en Oekraïne die het vertrouwen geschaad hebben?

Nee.

Vraag 40

Op welke datum is het aanvullende rechtshulpverzoek aan Rusland gedaan aangaande de Russische radarbeelden en heeft Rusland op enige wijze op dat verzoek gereageerd?

Zie de antwoorden op vragen 2 en 5.

Vraag 41

Kunt u nader verklaren waarom er nog steeds geen keuze is gemaakt voor een vervolgings- en berechtingsmechanisme?

De keuze voor een vervolgings- en berechtingsmechanisme wordt door de JIT-landen gezamenlijk gemaakt. Nederland zal bij het bepalen van de voorkeur ook de visie van het OM betrekken. Zodra het strafrechtelijk onderzoek het toelaat zal een besluit worden genomen.

Vraag 42

Kunt u uiteenzetten hoe de verschillende JIT-landen op dit moment denken over het te kiezen vervolgings- en berechtingsmechanisme? Zo nee, waarom niet?

Alle JIT-landen hebben een voorkeur voor het meest effectieve vervolgings- en berechtingsmechanisme. Welke mechanisme dit zal zijn is nu nog onderwerp van gesprek tussen de JIT landen.

Vraag 43

Zijn de JIT-landen unaniem van mening dat de vervolging en berechting van de daders niet plaats behoort te vinden in Oekraïne? Zo nee, welke landen vinden van wel en waarom?

Zoals gesteld in de brief van 24 oktober 2016 (Kamerstuk 33 997, nr. 87) werkt het kabinet verschillende opties uit voor vervolging en berechting van daders van het neerhalen van vlucht MH17. Daarbij zijn twee opties nader uitgewerkt: een op te richten internationaal tribunaal of nationale vervolging in en door een van de JIT landen. De JIT-landen werken samen aan de uitwerking van de verschillende opties. Het kabinet heeft te kennen gegeven dat het er rekening mee houdt dat er naar Nederland zal worden gekeken wanneer gekozen wordt voor nationale vervolging door een van de JIT landen.

Vraag 44

Is de Nederlandse regering bereid om nabestaanden van Nederlandse slachtoffers bij te staan wanneer zij Oekraïne aanklagen vanwege het niet sluiten van het luchtruim? Is de Nederlandse staat bereid zich partij te stellen bij een rechtszaak van nabestaanden tegen Oekraïne bij het Europees Hof voor de rechten van de Mens? Kunt u uw besluit motiveren?

Vraag 45

Is de Nederlandse regering bereid om nabestaanden van Nederlandse slachtoffers bij te staan wanneer zij Rusland aanklagen, hetzij nationaal hetzij internationaal? Kunt u het antwoord motiveren?

Antwoord vragen 44 en 45:

Een besluit over interventie wordt nooit genomen indien het betreffende verzoekschrift nog niet is ingediend en de precieze inhoud dus niet bekend is. Indien een verzoekschrift zal zijn ingediend, zal het kabinet hierover een besluit kunnen nemen, waarbij dan tevens zal moeten worden bezien hoe een dergelijk besluit zich verhoudt tot het strafrechtelijk onderzoek.

Naar boven