33 977 Evaluatie Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta)

Nr. 28 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 januari 2020

Het belang van een deugdelijke wettelijke controle op de financiële verantwoording van ondernemingen en organisaties is groot. Accountants vervullen een belangrijke publieke taak in de samenleving. De door hen uitgevoerde controles zijn een belangrijke pijler in het vertrouwen dat de maatschappij al dan niet in de gecontroleerde organisatie kan hebben. Een goed functionerende accountancysector is daarmee cruciaal voor het maatschappelijk verkeer.

Zoals ik in mijn brief van 21 november 2018 (Kamerstuk 33 977, nr. 21) aan uw Kamer heb geschreven, is de accountancysector in beweging en maakt de sector een verandertraject door dat moet leiden tot een duurzame gedrags- en cultuurverandering en duurzame verbetering van de kwaliteit. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) en de door de beroepsorganisatie NBA ingestelde Monitoringscommissie Accountancy (MCA) publiceerden in 2018 rapporten die mij zorgen baarden. Deze rapporten waren voor mij aanleiding om een onafhankelijke commissie in te stellen, die ik opdracht gaf om te onderzoeken hoe de kwaliteit van de wettelijke controles duurzaam kan worden verbeterd.

Hierbij stuur ik u het rapport van de Commissie toekomst accountancysector (Cta), die vandaag haar advies aan mij heeft aangeboden1. Met dit rapport heeft de commissie de door mij verstrekte adviesopdracht, waarover ik uw Kamer bij brief van 18 december 2018 heb geïnformeerd, voltooid.2

Ik ben de commissie zeer erkentelijk voor haar inspanningen en voor de kwaliteit van het opgeleverde advies. De commissie heeft haar opdracht met een brede blik uitgevoerd, waardoor de mogelijkheden tot verbetering bij alle partners in de keten goed in beeld zijn gekomen. Ook ben ik alle bij de accountancy betrokken belanghebbenden dankbaar dat zij in groten getale hun input hebben geleverd en kritisch en constructief hebben meegedacht.

De commissie ziet dat er sprake is van een positieve cultuurverandering in de sector. Volgens de commissie is echter ook sprake van een structureel probleem met de kwaliteit van wettelijke controles, uitgaand van de resultaten van de beoordelingen door de toezichthouder en de kwaliteitstoetsers: «De afgelopen jaren is de kwaliteit van de wettelijke controles onvoldoende verbeterd en een significant deel van de wettelijke controles voldoet nog (steeds) niet aan de geldende standaarden». Ze noemt dit zorgelijk. De bevindingen van de commissie zijn genuanceerd maar kritisch. Er is, in de woorden van de commissie, «nog veel werk aan de winkel». Ik deel deze analyse ten volle.

Daarmee past dit rapport in een reeks van recente rapporten over de kwaliteit van de accountancysector. Voorbeelden zijn de rapporten van de AFM «Kwetsbaarheden in de structuur van de accountancysector» (november 2018) en «Kwaliteit overige oob-accountantsorganisaties onderzocht» (november 2019) en recent van de MCA «Spiegel voor de accountancysector» (januari 2020). Concrete en voortvarende stappen zijn daarom nodig om de kwaliteit van de accountancy te verbeteren en het vertrouwen van de maatschappij in de sector te verbeteren.

De Commissie toekomst accountancysector merkt ten aanzien van maatregelen ter verbetering van de kwaliteit op dat er géén «silver bullet» is; de gewenste kwaliteitsverbetering kan alleen worden gerealiseerd met een combinatie van maatregelen. Daar ben ik het mee eens. Er zijn geen eenvoudige oplossingen. De kwaliteit van de sector is – ondanks gedane inspanningen – niet op het niveau dat de belanghebbenden bij die controle en de maatschappij als geheel mogen verwachten. Een goede wettelijke controle is de uitkomst van een complex proces waarbij alle partijen in de keten hun verantwoordelijkheid moeten nemen en de toezichthouder daarop toeziet.

Ik deel en onderschrijf de gedegen analyse in het rapport van de commissie. De aanbevelingen van de commissie hebben tot doel om in samenhang de kwaliteit op elk van de drie door de commissie genoemde niveaus te verhogen, namelijk op het niveau van het individuele controleproces, van de waarborging van de kwaliteit binnen een accountantsorganisaties en van andere factoren, zoals cultuur, die van invloed zijn op de kwaliteit van de wettelijke controle. Die integrale benadering met maatregelen op alle niveaus onderschrijf ik. Deze aanpak is nodig om het niveau van de sector definitief omhoog te brengen.

Ik zal me nu beraden op vervolgstappen. Daarbij zal ik zorgvuldig en met een positieve grondhouding de aanbevelingen van de commissie stuk voor stuk wegen. Gelet op de bevindingen van de commissie zullen mijn maatregelen betrekking hebben op alle actoren in de keten. Dit betreft allereerst de accountantsorganisatie, maar het rapport geeft ook aanleiding om goed naar het stelsel van toezicht te kijken.

Vervolg

Het rapport van de commissie, evenals de rapporten van MCA en AFM, zijn van groot belang voor het debat over de toekomst van de accountancysector. Zij leveren met hun heldere analyses en duidelijke aanbevelingen een belangrijke bijdrage aan een duurzame kwaliteitsverbetering.

Het advies van de commissie, dat mij vandaag is aangeboden, biedt goede aanknopingspunten om verdere stappen in de juiste richting te zetten. Ik vind het belangrijk om hierop zorgvuldig te reageren en vervolgstappen goed uit te werken. Daarom wil ik in een kabinetsreactie op het rapport uiteenzetten op welke manier ik opvolging wil geven aan de aanbevelingen van de commissie. Daarbij zal ik ook ingaan op de genoemde recente rapporten van de MCA en AFM. Ik streef ernaar uw Kamer uiterlijk eind maart deze kabinetsreactie te doen toekomen.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 33 977, nrs. 21 en 22.

Naar boven