Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 33943 nr. 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 33943 nr. 3 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 mei 2014
Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij vier fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).
Fiche 1: Mededeling en aanbeveling minimumbeginselen exploratie en productie schaliegas (Kamerstuk 22 112, nr. 1858)
Fiche 2: Verordening rondreisvisum (Kamerstuk 33 943, nr. 2)
Fiche 3: Herschikking en wijziging verordening Visumcode
Fiche 4: Mededeling herziening exportcontrolebeleid dual-usegoederen (Kamerstuk 22 112, nr. 1859)
De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans
Titel voorstel
Voorstel van de Europese Commissie voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de visumcode van de Unie (Visumcode) (herschikking)
Datum ontvangst Commissiedocument
01-04-2014
Nr. Commissiedocument
COM(2014) 164
Nr. Impact Assessment Commissie en Opinie Impact Assessment Board
SWD(2014) 68
SEC(2014) 207
http://ec.europa.eu/smart-regulation/impact/ia_carried_out/cia_2014_en.htm.
Behandelingstraject Raad
Raad Justitie en Binnenlandse Zaken
Eerstverantwoordelijk Ministerie
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Rechtsbasis, besluitvormingsprocedure Raad, rol Europees Parlement, gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen
a) Rechtsbasis
Artikel 77, tweede lid, onder a, VWEU
b) Besluitvormingsprocedure Raad en rol Europees Parlement
Gewone wetgevingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid van stemmen in de Raad, medebeslissing Raad en Europees Parlement
c) Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen
De Commissie stelt voor gedelegeerde handelingen vast te stellen ten aanzien van het wijzigen van de lijst die betrekking heeft op de gemeenschappelijke luchthaventransitvisumplicht en van de lijst geldige verblijfsvergunningen die het de houder mogelijk maken zonder luchthaventransitvisum op een Schengen luchthaven over te stappen (artikelen 3, tweede lid en negende lid). Daarnaast wordt voorgesteld om de Commissie op basis van de artikelen 13, elfde lid, 24, tweede lid, 26, tweede lid, 34, derde lid, en 50 uitvoeringsbevoegdheid te geven voor het vaststellen van specifieke procedures en voorschriften. De commissie wordt voor de vaststelling van uitvoeringshandelingen bijgestaan door het visumcomité. De onderzoeksprocedure is hierbij van toepassing.
– Korte inhoud voorstel
Het doel van het voorstel is om de procedures voor bonafide reizigers die voor een kort verblijf naar de EU willen komen te bekorten en te vereenvoudigen. Dit moet de economie en werkgelegenheid in het Schengengebied stimuleren en leiden tot minder kosten en minder bureaucratie. Hiertoe wordt onder meer voorgesteld verkorte beslistermijnen te introduceren, verplichte vertegenwoordiging in te voeren1 en sneller over te gaan tot het verstrekken van meervoudige visa aan regelmatige reizigers. Tegelijkertijd blijft de veiligheid aan de buitengrenzen van het Schengengebied gehandhaafd.
– Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel
Bevoegdheidsvaststelling: het voorstel is gebaseerd op artikel 77, tweede lid, onder a, van de VWEU. Volgens Nederland is dat de juiste rechtsbasis.
Subsidiariteitsoordeel: positief, omdat visumbeleid in de Schengenzone per definitie gemeenschappelijk is
Proportionaliteitsoordeel: positief met kanttekeningen: er dient wat NL betreft in het voorstel meer aandacht te komen voor handhaving om illegale migratie tegen te gaan en onder meer de door de Commissie. voorgestelde beperking van de mogelijkheid nationale luchthaventransitvisa in te voeren, de invoering van zgn. «verplichte vertegenwoordiging» en de voorgestelde verkorting van de beslistermijnen gaan wat Nederland betreft te ver.
– Implicaties/risico’s/kansen
Het voorstel draagt bij aan een verdere harmonisatie van het visumbeleid van de lidstaten en aan economische groei in Europa. Echter, voorkomen moet worden dat door het faciliteren van reizigers naar het Schengengebied, illegale migratie toeneemt. Daarnaast zijn er mogelijke uitvoeringsproblemen, met name door het verkorten van de beslistermijnen en de verplichte vertegenwoordiging. Het voorstel biedt kansen voor het bedrijfsleven, waaronder toerisme, doordat het aantrekkelijker wordt om het Schengengebied/Nederland te bezoeken.
– Nederlandse positie
Nederland steunt de verdere harmonisatie van het visumbeleid en facilitering van het verstrekken van visa aan bonafide reizigers. Inzet zal zijn om de Nederlandse belangen die met visumverlening zijn gediend te borgen door de visumprocedure zo eenvoudig mogelijk te maken, zonder dat dit ten koste gaat van de handhaving en risico’s op het gebied van illegale migratie, openbare orde en veiligheid of de internationale betrekkingen. Nederland wil de mogelijkheid nationale luchthaventransitvisumplicht te hanteren voor bepaalde nationaliteiten onbeperkt handhaven. Daarnaast vindt Nederland de verkorte beslistermijnen niet realistisch en de verplichte vertegenwoordiging te ver gaan.
– Inhoud voorstel
Met dit voorstel wordt de in 2009 in werking getreden Visumcode2 vervangen. Het hoofddoel van de Visumcode is het ontwikkelen van een Schengen-gemeenschappelijk visumbeleid dat legaal reizen vereenvoudigt en onregelmatige immigratie tegengaat. Met het huidige voorstel wordt beoogd om het visumbeleid meer in te zetten om de economie en werkgelegenheid te stimuleren, terwijl de veiligheid gewaarborgd blijft. Hiervoor worden procedures voor bonafide reizigers die voor kort verblijf naar het Schengengebied willen komen verder bekort en vereenvoudigd.
Ten opzichte van de Visumcode uit 2009 zijn de belangrijkste wijzigingen:
– Behandeling visumaanvraag: Indien de bevoegde lidstaat niet aanwezig noch vertegenwoordigd is in het land waar de aanvrager verblijft, kan deze de visumaanvraag bij iedere andere lidstaat indienen (verplichte vertegenwoordiging). Het wordt makkelijker om een externe dienstverlener in te schakelen om visumaanvragen in behandeling te nemen.
– De aanvraagtermijn gaat van maximaal drie maanden naar maximaal zes maanden vóór de voorgenomen reisdatum. Dit om vooral zeevarenden tegemoet te komen.
– De beslistermijn voor een visumaanvraag gaat van 15 naar 10 kalenderdagen. Verlenging kan met maximaal 20 kalenderdagen (is nu 60). Bij naaste verwanten en familieleden van EU burgers wordt de beslistermijn 5 kalenderdagen, te verlengen met maximaal 10 kalenderdagen.
– Naaste verwanten3 van EU burgers worden zoveel mogelijk gelijkgesteld aan personen die een beroep kunnen doen op Richtlijn 2004/384. Zij krijgen een gratis visum, een verkorte beslistermijn (vijf kalenderdagen), geen wachttijd voor het maken van een afspraak, zij hoeven alleen documenten te overleggen waaruit de familieband blijkt en dat zij met of naar het EU- familielid willen reizen.
– Verschijning in persoon bij het aanvragen van het visum is niet meer vereist als de aanvrager zijn vingerafdrukken minder dan 59 maanden daarvoor heeft afgestaan.
Het wordt mogelijk een visumaanvraag elektronisch in te dienen.
– De categorie die gratis visa krijgt wordt uitgebreid met kinderen tussen de 6 en 18, houders van diplomatieke en dienstpaspoorten (nu optioneel), en de hiervoor genoemde naaste verwanten van EU-burgers.
– De verplichte medische verzekering wordt afgeschaft. Visumplichtigen worden op dit punt gelijkgesteld met niet-visumplichtige derdelanders.
– Minder documenten voor de regelmatige reiziger 5: deze hoeft geen documenten meer te overleggen die aantonen dat hij wil terugkeren, voldoende middelen van bestaan heeft of een veiligheidsrisico vormt, behalve als de consulaire vertegenwoordiging hier redelijkerwijs twijfels over heeft.
– Een regelmatige reiziger die de twee voorgaande visa rechtmatig heeft gebruikt, krijgt een meervoudig visum, dat wil zeggen een visum dat geldig is voor meerdere reizen, met een geldigheid van drie jaar. Bij de volgende aanvraag wordt dit vijf jaar. De duur van het visum kan langer zijn dan de duur van de geldigheid van het paspoort.
– Een nationaal luchthaventransitvisum kan bij een substantiële toename van onregelmatige migranten uit een bepaald land door lidstaten worden ingevoerd voor de duur van maximaal een jaar. Dit kan slechts eenmaal worden verlengd met maximaal een jaar. Op basis van de huidige visumcode bestaat er geen maximum termijn voor invoering van een nationaal luchthaventransitvisum.
– Visa aan de grens ter promotie van toerisme: introductie van de mogelijkheid gedurende maximaal vijf maanden per jaar visa aan de grens af te geven met een maximale geldigheid van 15 dagen.
Voor de niet-regelmatige reizigers blijven de voorwaarden gelden die in de huidige visumcode staan, onder meer toets op voldoende financiële middelen, de economische/sociale banden met het land van herkomst en andere aspecten die zien op het tegengaan van misbruik en illegale immigratie.
– Impact assessment Commissie
De versoepeling van de procedures zou, volgens de Commissie, de administratieve last voor consulaten kunnen verlichten en tegelijkertijd de lasten voor de reizigers verlagen. Het Schengengebied zou aantrekkelijker worden voor aan de visumplicht onderworpen onderdanen van derde landen, de extra uitgaven zouden een positieve impact hebben op de economie van de EU. Het concept «verplichte vertegenwoordiging» zou zorgen voor consulaire diensten in elk derde land met ten minste één consulaat voor de behandeling van visumaanvragen. Deze maatregel heeft betrekking op ongeveer 900 plaatsen waar Schengenlidstaten weinig vertegenwoordigd zijn. Aanvragers kunnen dan in hun eigen land bij iedere andere lidstaat terecht. Dit maakt het makkelijker om visa aan te vragen. Het zou naar globale schatting van de Commissie een positieve impact kunnen hebben voor ongeveer 100.000 aanvragers.
De Commissie heeft in haar impact assessment gekeken naar de verwachte financiële en economische impact. In het onderhavige voorstel zou de impact op de veiligheid naar verwachting gering zijn. Voor de Europese economie zou invoering van de nieuwe visumcode en van het rondreisvisum, meer dan 2 miljard per jaar opleveren, en het zou circa 60.000 extra banen opleveren. Voor de visumaanvragers zouden de directe kostenbesparingen circa 200 miljoen euro per jaar bedragen, de indirecte kostenbesparingen circa 500 miljoen. De Commissie schat dat de inkomsten uit visaleges in de Schengenstaten ongeveer 5 miljoen euro per jaar lager zullen zijn door de voorgestelde visumfacilitatie. Bij landen met een groot postennetwerk (Frankrijk, Duitsland, Spanje, Italië en Nederland) zou het aantal visumaanvragen kunnen toenemen in verband met de verplichte visumvertegenwoordiging. Dit zou volgens de Commissie gaan om circa 100.000 reizigers.
Nederland acht de genoemde cijfers onvoldoende objectief onderbouwd en twijfelt aan de haalbaarheid van de geschatte opbrengsten. In de impact assessment geeft de Commissie overigens zelf aan dat de opgenomen bedragen schattingen zijn en het zeer moeilijk is om de economische en financiële effecten precies te beoordelen.
a) Bevoegdheid
De EU is bevoegd maatregelen vast te stellen op het terrein van visa en andere verblijfstitels van korte duur (artikel 77, tweede lid, onder a, VWEU). Dit maakt onderdeel uit van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, een gedeelde bevoegdheid van de EU en de lidstaten (artikel 4 VWEU).
b) Subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel
Subsidiariteit: positief
Nederland staat positief ten opzichte van subsidiariteit omdat visa een beleidsterrein betreft waarbij handelen door de EU als geheel effectiever en efficiënter is dan handelen door de lidstaten afzonderlijk. De Schengenzone zonder binnengrenscontroles kan niet functioneren zonder een gemeenschappelijk visumbeleid.
Proportionaliteit: positief met kanttekeningen.
Aanpassingen van het visumbeleid dienen plaats te vinden middels een verordening aangezien de procedures en criteria in de hele Schengenzone gelijk moeten zijn. Nederland ondersteunt het harmoniseren van afspraken op gebied van visa en het streven om met het visumbeleid economische groei te bevorderen. De voorgestelde maatregelen zijn erop gericht dit doel te verwezenlijken en gaan naar de inschatting van Nederland niet verder dan nodig is. Wel plaatst Nederland de kanttekening dat in het voorstel meer aandacht moet worden besteed aan handhaving om illegale migratie tegen te gaan. Nederland wil de mogelijkheid nationale luchthaventransitvisumplicht te hanteren voor bepaalde nationaliteiten onbeperkt handhaven. Daarnaast vindt Nederland de verplichte vertegenwoordiging te ver gaan onder meer in verband met mogelijk extra « Dublin» claims6 en acht Nederland de verkorte beslistermijnen niet realistisch.
c) Nederlands oordeel over de voorstellen op het gebied van gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen
Op basis van het voorstel krijgt de Commissie bevoegdheden op het gebied van gedelegeerde handelingen. Het gaat om het vaststellen van:
– wijzigingen gemeenschappelijke lijst luchthaventransitvisa
– wijzigingen in de lijst geldige verblijfsvergunningen die het de houder mogelijk maken zonder luchthaventransitvisa op een Schengen luchthaven over te stappen.
Op basis van de huidige Visumcode worden aanpassing van de bijlagen vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing. Thans wordt voorgesteld om m.b.t. de wijziging van de twee bovengenoemde lijsten, deze procedure te vervangen door «delegatie» als bedoeld in artikel 290 EU-Werkingsverdrag.
Met betrekking tot het vaststellen en wijzigen van de gemeenschappelijke lijst luchthaventransitvisa vindt Nederland het belangrijk dat lidstaten geconsulteerd worden. Nederland zal zich er bij de onderhandelingen voor inzetten dat dit wordt geborgd. Nederland kan instemmen met het instrument van gedelegeerde handelingen voor het wijzigen van de hierboven genoemde lijst geldige verblijfsvergunningen, aangezien die in voorkomende gevallen snel moet kunnen worden aangepast en die lijst geen essentieel onderdeel vormt van de verordening.
Uitvoeringshandelingen:
– Vaststellen lokale lijst ondersteunende documenten
– Vaststellen bijzonderheden bij invullen van de visumsticker
– Vaststellen bijzonderheden voor plakken van de visumsticker
– Aannemen van instructies voor het uitgeven van visa aan zeelieden
– Aannemen van instructies betreffende de praktische uitvoering van de bepalingen van de Visumcode.
Het gaat om uitvoering van de regelgeving, de voorgestelde uitvoeringshandelingen zijn naar het oordeel van Nederland het hiervoor geëigende instrument.
a) Consequenties EU-begroting
Geen
b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/ of decentrale overheden
Na inwerkingtreding van dit voorstel zullen er meer aanvragers in aanmerking komen voor een gratis visum (o.a. kinderen tussen de 6 en 18 jaar en naaste verwanten van EU-burgers). Het vaker verstrekken van meervoudige visa van langere duur zal het aantal visumaanvragen doen verminderen. Aan de andere kant beoogt het voorstel het reizen naar het Schengengebied, en derhalve het aantal visumaanvragen, te stimuleren. Daarnaast wordt ingeschat dat invoering van de verplichte vertegenwoordiging voor de landen met een groot postennet, zoals Nederland, zou leiden tot vermeerdering van het aantal visumaanvragen en mogelijk de noodzaak tot het inzetten van extra personele capaciteit. Met name de verplichte vertegenwoordiging maakt het moeilijk om een inschatting te maken van het aantal te verwachten visumaanvragen. Indien er budgettaire gevolgen zijn, dan worden deze ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke departement, conform de regels van de budgetdiscipline.
c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger
Het vereenvoudigen van de visumprocedure en het vaker verstrekken van meervoudige visa van langere duur zal naar verwachting leiden tot meer bezoeken aan het Schengengebied. Dit komt het bedrijfsleven, waaronder de toeristensector, ten goede.
Voor de visumaanvragers, met name de regelmatige reizigers, betekent het minder kosten, omdat zij sneller een meervoudig visum voor meerdere jaren zullen krijgen.
d) Gevolgen voor regeldruk/administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden, bedrijfsleven en burger
Het vereenvoudigen van de procedures zal voor de consulaten leiden tot gemiddeld minder administratieve lasten per visumaanvraag. Het verlenen van meer meervoudige visa betekent een verlaging van het aantal visumaanvragen. Aan de andere kant zullen er naar verwachting meer mensen naar het Schengengebied reizen, hetgeen weer een stijging van het aantal visumaanvragen met zich meebrengt. In totaal zullen de administratieve lasten voor de consulaten – naar verwachting – gelijk blijven. De verplichte vertegenwoordiging is een punt van zorg, aangezien de verwachting is dat dit zou leiden tot extra visumaanvragen en eventuele vervolgprocedures. Ook de versnelde procedures zullen een extra belasting vormen voor de consulaten en Regionale Service Organisaties (RSO’s).
Voor (visumplichtige) burgers zal het voorstel tot gevolgen hebben dat ze minder vaak een visum moeten aanvragen, dus minder administratieve lasten hebben.
a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid (inclusief toepassing van de lex silencio positivo)
Geen.
b) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid
Voorgesteld wordt om de verordening de dag volgend op dag van bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie in werking te laten treden, en vanaf 6 maanden nadien toe te passen. Deze termijn is voor Nederland toereikend.
c) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling
Wenselijk. In evaluatie is voorzien in artikel 54: de Commissie zal drie jaar na de datum dat de verordening wordt toegepast, een evaluatie opmaken over de toepassing van deze verordening. Nederland steunt dit.
a) Uitvoerbaarheid
De uitvoering van de verordening ligt voor een groot deel bij de Nederlandse consulaten en Regionale Service Organisaties. De verkorte beslistermijnen zijn een punt van zorg, evenals de verplichte vertegenwoordiging in geval een lidstaat niet aanwezig noch vertegenwoordigd is in het land van de aanvrager. Dit is mogelijk niet op te vangen met de huidige personele bezetting op de posten, RSO’s en bij de IND.
b) Handhaafbaarheid
Op naleving van de verordening wordt toegezien door de Europese Commissie. Nederland zal erop toezien dat de voorgestelde wijzigingen niet ten koste zullen gaan van de handhaving en erop letten dat de risico’s op het gebied van illegale migratie beheerst zijn.
Het voorstel heeft gelijk effect op ontwikkelingslanden en niet-ontwikkelingslanden.
Nederland steunt het doel van het voorstel: verdere harmonisatie van het visumbeleid en vergemakkelijking van het reizen naar het Schengengebied voor bonafide reizigers, om zo de economie en werkgelegenheid te bevorderen. Nederland vindt echter dat dit niet de risico’s op het gebied van illegale migratie, openbare orde en veiligheid en de internationale betrekkingen mag vergroten en er voldoende oog moet zijn voor het aspect van handhaving.
Nederland zet zich in om enkele voorstellen die het risico op illegale migratie zouden kunnen vergroten, aan te passen, met name:
– Momenteel geldt er geen maximale termijn bij het hanteren van een nationale luchthaventransitvisumplicht voor bepaalde risicovolle nationaliteiten. De Commissie wil dit beperken tot maximaal twee jaar. Nederland wil deze maximale termijn niet. Schiphol is een belangrijke hub voor Europa, met veel transit passagiers. Daarom is het luchthaventransitvisum vereiste voor nationaliteiten met een hoog risico op illegale migratie, voor Nederland en Europa, een belangrijk instrument tegen illegale migratie. Nederland is van mening dat het niet bijdraagt aan het tegengaan van het risico van illegale immigratie wanneer een maximum zou worden gesteld aan de duur van het hanteren van de nationale luchthaventransitvisumplicht.
– Overleggen van minder documenten door bepaalde groepen waaronder naaste verwanten van Unieburgers, ook in geval deze Unieburgers geen gebruik hebben gemaakt van het vrije verkeer en derhalve niet onder de reikwijdte van RL 2004/38 vallen. Nederland zal zich inzetten om de mogelijkheid te behouden om, in geval de consulaire vertegenwoordiging hier redelijkerwijs twijfels over heeft, documenten te vragen waaruit de sociaal en economische binding met het land van herkomst blijkt en documenten waaruit blijkt dat betrokkene voldoende middelen van bestaan heeft.
– Het automatisch verstrekken van meerjarenvisa aan regelmatige reizigers. Nederland is van mening dat hiervan moet kunnen worden afgeweken. Een geval waarin dit automatisme onwenselijk is, is bijvoorbeeld als de regelmatige reiziger bij de vorige aanvragen alleen op basis van een garantstelling aan de financiële voorwaarden kon voldoen. Ook is het onwenselijk in gevallen waarbij Nederland belang heeft bij een gecontroleerde in- en uitreis van bepaalde categorieën visumaanvragers, bijv. getuigen/verdachten in strafzaken/tribunalen en andere gevallen waarbij eerder territoriaal beperkte visa zijn afgegeven.
– De invoering van een visum aan de grens met een maximale geldigheid van 15 dagen, krachtens een tijdelijke regeling. Bij het afgeven van een visum aan de grens kan maar een zeer beperkt onderzoek plaatsvinden, derhalve vindt Nederland dat het afgeven van visa aan de grens alleen, zoals nu het geval is, in bijzondere situaties plaats moet kunnen vinden.
Nederland plaatst kritische kanttekeningen bij de verkorte beslistermijnen. De extra druk die verkorte beslistermijnen met zich mee zouden brengen bij bijvoorbeeld consultatieplicht en piekbelasting, lijkt niet op te vangen met de huidige personele bezetting op de posten, RSO’s en bij de IND. Uitbreiding van de bezetting is om budgettaire redenen niet aan de orde. Nederland zal zich ervoor inzetten om de voorgestelde termijnen te verruimen.
Nederland zal zich ervoor inzetten dat de verplichte vertegenwoordiging uit het voorstel wordt geschrapt, aangezien het moeilijk te beoordelen is tot hoeveel extra visumaanvragen en vervolgprocedures (bezwaar en beroep) dit zou kunnen leiden. Ook hierbij is het de vraag of de huidige personele bezetting op de posten, RSO’s en bij de IND toereikend is. Daarnaast zou dit voorstel mogelijk – in de huidige vorm – kunnen leiden tot een toename van het aantal asielverzoeken op basis van zgn. Dublinclaims. Dat betekent dat het land dat het visum afgeeft ook verantwoordelijk zal zijn voor een eventuele asielaanvraag en niet het land dat vertegenwoordigd wordt. Gezien de omvang en brede geografische dekking van het Nederlandse postennetwerk is dit een reëel risico voor Nederland. Nederland zal zich inzetten om de verplichte medische reisverzekering voor visumplichtige reizigers te handhaven. Het schrappen van deze verplichting zou kunnen leiden tot meer oninbare zorgkosten bij Nederlandse zorgaanbieders. Dat zou de huidige problematiek met betrekking tot oninbare zorgkosten, onder meer veroorzaakt door niet verzekerde visumvrije derdelanders, vergroten.
Nederland is positief over het verlengen van de aanvraagtermijn van maximaal drie naar maximaal zes maanden voor de voorgenomen reisdatum. Het gemakkelijker maken om externe dienstverleners in te schakelen wordt ook positief gewaardeerd evenals het creëren van de mogelijkheid visumaanvragen elektronisch in te dienen. Daarnaast staat Nederland in principe positief tegenover het afschaffen van de verschijningsplicht bij het verstrekken van meervoudige visa aan regelmatige reizigers, maar is van mening dat er in voorkomende gevallen een discretionaire bevoegdheid voor het consulaat zou moeten blijven. Nederland zal op dit onderwerp aandacht vragen voor de samenhang met het Slimme Grenzenpakket.
Dit houdt in dat indien de voor de verwerking van de visumaanvraag bevoegde lidstaat niet aanwezig en ook niet vertegenwoordigd is in een bepaald derde land, een andere in dat land aanwezige lidstaat verplicht wordt om visumaanvragen namens eerstgenoemde lidstaat af te handelen.
Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode), PB L 243 van 15.9.2009
Onder «naaste verwanten» wordt verstaan: echtgenoot, kinderen, ouders, mensen die de ouderlijke macht hebben, grootouders en kleinkinderen.
Op basis van Richtlijn 2004/38 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden worden personen gefaciliteerd om een EU-burger die gebruik maakt van zijn recht op vrij verkeer binnen Europa te vergezellen of zich bij hem te voegen.
Regelmatige reizigers: reizigers die in het Visuminformatiesysteem staan geregistreerd en die in de 12 maanden voorafgaand aan de visumaanvraag, minimaal tweemaal een Schengenvisum hebben gekregen.
Dit houdt in dat het land dat het visum afgeeft verantwoordelijk zal zijn voor een eventuele asielaanvraag.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33943-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.