33 835 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)

Nr. 31 BRIEF VAN HET PRESIDIUM

Aan de Leden

Den Haag, 10 maart 2016

Op 26 januari 2016 heeft de Kamer de motie van het lid Geurts c.s. (Kamerstuk 33 835, nr. 20) inzake een voorlichtingsverzoek aan de Raad van State over doorberekening van kosten door het Ministerie van Economische Zaken aan het bedrijfsleven, in het bijzonder ten aanzien van de huidige doorberekening van handhavings-, toezichts- en keuringskosten door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) aangenomen (Handelingen II 2015/16, nr. 46, item 9).

De vaste commissie voor Economische Zaken heeft bij brief van 17 februari 20161 de hierna volgende, op basis van de motie geformuleerde voorlichtingsvragen aan het presidium voorgelegd.

  • 1. Zijn de uitgangspunten van het kabinetstandpunt «Maat Houden» en de toepassing adequaat voor de doorberekening van de toezichts- en handhavingskosten aan het bedrijfsleven?

  • 2. In hoeverre is de bestaande wet- en regelgeving met betrekking tot de doorberekening van toezichts- en handhavingskosten op het beleidsterrein van Economische Zaken (in het bijzonder met betrekking tot de kosten van de inzet van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en de Autoriteit Consument en Markt) ingericht binnen het kader dat volgt uit beantwoording van vraag 1?

Het presidium stelt u voor in te stemmen met deze voorlichtingsvragen.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, K. Arib

De Griffier van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, R.G.K. Voss


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven