Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 oktober 2015
In het plenaire debat over de vis- en vleesketen van 1 april jl. (Handelingen II 2014/15,
nr. 70, item 7) hebben wij toegezegd om een toezichtkader voor de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
(NVWA) op te stellen, met daarin de kaders voor toezicht en handhaving.
Het toezicht van de NVWA is van groot belang voor het borgen van publieke belangen
zoals volksgezondheid (voedsel- en productveiligheid), dier- en plantgezondheid en
dierenwelzijn. Het vertrouwen van burgers en bedrijven in veilig voedsel en veilige
producten is daarvan mede afhankelijk. Bedrijven zijn zelf verantwoordelijk voor het
naleven van wetten en regels. De NVWA ziet toe en handhaaft als bedrijven zich niet
aan die wetten en regels houden.
Recente voedselincidenten hebben – parallel aan een bredere herijking van rol en functie
van toezichthouders – geleid tot discussie over de manier waarop de NVWA toeziet en
handhaaft. De samenleving vraagt om voorspelbaar toezicht, met heldere kaders en waar
nodig een stevige aanpak.
Nu ligt er een toezichtkader voor de NVWA als basis voor de verdere professionalisering
van het toezicht en de handhaving door de NVWA1. Met als kern: «zacht waar het kan, hard waar het moet». De NVWA baseert haar toezicht
op gerechtvaardigd vertrouwen in bedrijven die hun verantwoordelijkheden aantoonbaar
waarmaken. De NVWA denkt daarin actief met bedrijven mee en geeft aan hoe het beter
kan. Zonder hierbij de verantwoordelijkheid van het bedrijf over te nemen. Wanneer
bedrijven het vertrouwen beschamen door regels en normen te overtreden, grijpt de
NVWA snel en adequaat in. De NVWA neemt direct maatregelen als tijdens een inspectie
misstanden of (mogelijke) risico’s voor de veiligheid worden aangetroffen. Ook bij
opzettelijke overtredingen, recidive en fraude handelt de NVWA stevig en doortastend.
Wij stellen de kaders op waarbinnen de NVWA haar toezicht vorm en inhoud geeft. De
NVWA vertaalt die uitgangspunten naar de uitvoering. Dit toezichtkader vraagt om concrete
verbeteringen van de NVWA. Hiermee versterkt de NVWA haar rol als onafhankelijke,
onpartijdige en rolvaste autoriteit. Dit draagt bij aan het vertrouwen van burgers
en bedrijven in het onafhankelijk oordeel van de NVWA.
De vertaling van het toezichtkader in een aangescherpt interventiebeleid is naar verwachting
in het voorjaar van 2016 gereed. De implementatie in de praktijk zal echter meer tijd
vragen. Daarom start de NVWA snel met een implementatietraject om de organisatie voor
te bereiden op het herziene interventiebeleid. Het aangescherpte interventiebeleid
krijgt vorm in een beleidsregel en wordt gepubliceerd op de website van de NVWA en
wordt daarmee kenbaar voor de onder toezicht gestelde bedrijven en sectoren.
De toepassing van de principes uit het toezichtkader vraagt geen extra financiële
inzet, maar eerder een andere inzet van mensen en middelen binnen de NVWA. Met het
Plan van Aanpak is geïnvesteerd in versterking van het toezicht en de capaciteit van
de NVWA. De invulling van de uitgangspunten uit het toezichtkader en de implementatie
van het aangescherpte interventiebeleid ondersteunen de verbeteracties uit het Plan
van Aanpak.
Het toezichtkader is dynamisch en wordt wanneer ontwikkelingen dit vereisen, geëvalueerd
en wanneer nodig aangepast aan veranderende maatschappelijke trends of inzichten.
Wij vragen de NVWA ons te informeren over de voortgang van de implementatie, alsmede
over eventuele knelpunten of onvoorziene ontwikkelingen die van invloed zijn op de
uitvoering binnen de daartoe gestelde termijn.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.I. Schippers
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
S.A.M. Dijksma