33 826 Mensenrechten in Nederland

Nr. 26 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 januari 2019

Het Koninkrijk der Nederlanden verscheen op 20 en 21 november 2018, in het kader van de zevende periodieke rapportage onder het Verdrag tegen foltering en andere onmenselijke en onterende behandeling of bestraffing (Kamerstuk 33 826, nr. 21), voor het VN-Comité tegen Foltering.

Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, een afschrift van de conclusies en aanbevelingen van het VN-Comité tegen Foltering1.

Ingevolge paragraaf 58 dient het Koninkrijk uiterlijk 7 december 2019 te reageren op de aanbevelingen in paragrafen 12a, 12b, 14a, 14b en 23. Voor de overige aanbevelingen is conform paragraaf 61 de uiterlijke reactietermijn 7 december 2022.

Het kabinet zal de conclusies en aanbevelingen die zien op Nederland eerst nader bestuderen. Uw Kamer zal te zijner tijd worden geïnformeerd over de reactie aan het comité.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven