Klacht
Gemachtigde beklaagt zich namens zijn cliënt, een bedrijf in training en coaching,
dat deze een half jaar heeft moeten wachten op de afgifte van een Verklaring arbeidsrelatie
(VAR) door de Belastingdienst, ondanks meerdere schriftelijke verzoeken daartoe. Ook
vraagt hij om een vergoeding van de gemaakte kosten van beroepsmatige bijstand in
deze klacht.
Naar aanleiding van deze klacht heeft de Staatssecretaris van Financiën inlichtingen
verstrekt aan de commissie.
Feiten
Namens zijn cliënt stuurt gemachtigde vanaf april 2013 enkele schriftelijke verzoeken
aan de Belastingdienst om een VAR-verklaring. Omdat cliënt in het buitenland woont,
mist hij de mogelijkheid om een DigiD-code aan te vragen. De Belastingdienst ontkent
deze schriftelijke verzoeken te hebben ontvangen; pas eind oktober 2013 ontvangt cliënt
de begeerde verklaring. De lange behandelingsduur, waardoor er mogelijk tussentijds
opdrachtgevers zijn afgehaakt omdat geen VAR-verklaring kon worden overgelegd, en
het gemis van de mogelijkheid van een digitale aanvraag acht gemachtigde de Belastingdienst
verwijtbaar. Daarom dient hij namens zijn cliënt een klacht in, die door de Belastingdienst
wordt afgewezen.
Overwegingen
De Staatssecretaris antwoordt dat iemand die buiten Nederland woont via de site van
de Belastingdienst een formulier voor de aanvraag van een VAR-verklaring kan downloaden,
dat vervolgens getekend per post kan worden verzonden naar één postadres in Heerlen.
De Staatssecretaris antwoordt dat hij de gevoelens van onvrede bij gemachtigde en
zijn cliënt kan voorstellen als correspondentie in het ongerede is geraakt, maar zegt
geen aanwijzigingen te hebben dat dit in dit geval is gebeurd. In een naschrift laat
gemachtigde weten dat zijns inziens helaas opnieuw blijkt dat de ernst van vele gebrekkige
processen bij de Belastingdienst schromelijk worden onderschat. Dat laat onverlet
dat cliënt heeft aangegeven geen noemenswaardige (omzet)schade te hebben geleden als
gevolg van de extreem lange behandeltermijn van de aanvraag. Gemachtige en cliënt
beschouwen de klacht als afgedaan, zij het niet naar tevredenheid.
Oordeel van de commissie3
Het standpunt van de Staatssecretaris kan worden gevolgd.
Voorstel aan de Kamer
Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.
De voorzitter van de commissie, Neppérus
De griffier van de commissie, Roovers