33 758 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Nr. 32 VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN F.C.P. B. TE2 ST.J. (FRANKRIJK) INZAKE HET NIET TIJDIG AFGEVEN VAN EEN VAR-VERKLARING DOOR DE BELASTINGDIENST

Vastgesteld 26 juni 2014

Klacht

Gemachtigde beklaagt zich namens zijn cliënt, een bedrijf in training en coaching, dat deze een half jaar heeft moeten wachten op de afgifte van een Verklaring arbeidsrelatie (VAR) door de Belastingdienst, ondanks meerdere schriftelijke verzoeken daartoe. Ook vraagt hij om een vergoeding van de gemaakte kosten van beroepsmatige bijstand in deze klacht.

Naar aanleiding van deze klacht heeft de Staatssecretaris van Financiën inlichtingen verstrekt aan de commissie.

Feiten

Namens zijn cliënt stuurt gemachtigde vanaf april 2013 enkele schriftelijke verzoeken aan de Belastingdienst om een VAR-verklaring. Omdat cliënt in het buitenland woont, mist hij de mogelijkheid om een DigiD-code aan te vragen. De Belastingdienst ontkent deze schriftelijke verzoeken te hebben ontvangen; pas eind oktober 2013 ontvangt cliënt de begeerde verklaring. De lange behandelingsduur, waardoor er mogelijk tussentijds opdrachtgevers zijn afgehaakt omdat geen VAR-verklaring kon worden overgelegd, en het gemis van de mogelijkheid van een digitale aanvraag acht gemachtigde de Belastingdienst verwijtbaar. Daarom dient hij namens zijn cliënt een klacht in, die door de Belastingdienst wordt afgewezen.

Overwegingen

De Staatssecretaris antwoordt dat iemand die buiten Nederland woont via de site van de Belastingdienst een formulier voor de aanvraag van een VAR-verklaring kan downloaden, dat vervolgens getekend per post kan worden verzonden naar één postadres in Heerlen. De Staatssecretaris antwoordt dat hij de gevoelens van onvrede bij gemachtigde en zijn cliënt kan voorstellen als correspondentie in het ongerede is geraakt, maar zegt geen aanwijzigingen te hebben dat dit in dit geval is gebeurd. In een naschrift laat gemachtigde weten dat zijns inziens helaas opnieuw blijkt dat de ernst van vele gebrekkige processen bij de Belastingdienst schromelijk worden onderschat. Dat laat onverlet dat cliënt heeft aangegeven geen noemenswaardige (omzet)schade te hebben geleden als gevolg van de extreem lange behandeltermijn van de aanvraag. Gemachtige en cliënt beschouwen de klacht als afgedaan, zij het niet naar tevredenheid.

Oordeel van de commissie3

Het standpunt van de Staatssecretaris kan worden gevolgd.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De voorzitter van de commissie, Neppérus

De griffier van de commissie, Roovers


X Noot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

X Noot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

X Noot
3

De commissie bestaat uit de leden: Neppérus (voorzitter) (VVD), Jacobi (PvdA), Van Raak (SP), Van Toorenburg (CDA), Schouw (D66), Helder (PVV), Klein (50PLUS), Dik-Faber (CU), Van der Linde (PVV) en de plaatsvervangend leden Van Oosten (VVD),Kuzu (PvdA), Berndsen-Jansen (D66), Baay-Timmerman (50PLUS) en Litjens (VVD).

Naar boven