Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 mei 2014
Hierbij bied ik u, mede namens de Staatssecretaris, het jaarverslag 2013 van de Inspectie
SZW aan1.
In dit jaarverslag rapporteert de Inspectie SZW over de resultaten van haar toezicht
en interventies in 2013 in de domeinen «Eerlijk werken» en «Gezond en veilig werken» en «Werk en inkomen». Verder gaat het jaarverslag in op de ontwikkeling van de eigen organisatie in het
afgelopen jaar.
De Inspectie heeft in 2013 geïnvesteerd in een risicogerichte aanpak. De resultaten
daarvan zijn succesvol.
Het aantal werkgevers, dat in het kader van het toezicht op «Eerlijk werken» een boete kreeg is als gevolg van deze aanpak gestegen tot ruim 24%. Dit is een stijging
van ruim 14% ten opzichte van 2012.
Het grootste percentage overtredingen trof de Inspectie aan in de sectoren Bouw, Schoonmaak
en Intermediairs/AMU. Ook de Studentenregeling en Kennismigrantenregeling kennen relatief
hoge overtredingpercentages.
In 2013 heeft de Inspectie 67 opsporingsonderzoeken afgerond (in 2012: 61). Daarbij
lag de nadruk op de opsporing van arbeidsuitbuiting, georganiseerde vormen van uitkeringsfraude,
illegale arbeid en georganiseerde fraude als het gaat om arbeidsomstandigheden. Daarnaast
heeft de Inspectie zich op verzoek van het ministerie van VWS ingezet op de bestrijding
van fraude met persoonsgebonden budgetten.
Ook bij het toezicht op «Gezond en veilig werken» blijkt, dat de Inspectie zich met succes richt op de bedrijven waar de risico’s zich
voordoen: het handhavingpercentage was bij de meeste sectoren met complexe risico’s
in 2013 hoger dan in 2012, bijvoorbeeld bij de grond-, weg- en waterbouwinspecties
was het handhavingpercentage 63% in 2012 en 70% in 2013.
Het aantal aangezegde bestuurlijke boetes voor overtredingen van de Arbowet en Arbeidstijdenwet
is in 2013 substantieel hoger dan in 2012. Het bedrag aan boetes was in 2013 € 11,2
miljoen; € 4 miljoen hoger dan in 2012.
Uit de onderzoeken op het domein van «Werk en inkomen» blijkt, dat er in het stelsel van werk en inkomen nog veel verbeteringen mogelijk
zijn. Zo is er nog winst te behalen als het gaat om de kennis van uitkeringsgerechtigden,
de samenhangende aanpak van het regionaal arbeidsmarktbeleid, het ruimhartig beleid
voor het opleggen van ontheffingen en de beveiliging van Suwinet.
Lagere uitvoeringsbudgetten, veranderende eisen aan de competenties en vaardigheden
van personeel, en een grotere onderlinge afhankelijkheid tussen de verschillende delen
van het sociaal domein maken het voor de uitvoeringsorganisaties ook complex. Wanneer
de Inspectie zich over onvolkomenheden in de uitvoering kritisch uitlaat, is het belangrijk
te beseffen dat de verschillende veranderopdrachten groot zijn.
De Inspectie SZW wil daar zijn waar zij het hardst nodig is. Dat betekent, dat waar
problemen kunnen worden voorkomen of opgelost door interventies van burgers, bedrijven
of uitvoeringsinstellingen, zij in principe niet hoeft op te treden. Waar systemen
naar behoren functioneren, treedt de Inspectie op als sluitstuk om excessen te bestrijden.
Inspectieresultaten uit de verschillende domeinen, zoals weergegeven in dit jaarverslag
over 2013, laten echter zien dat het op de Nederlandse arbeidsmarkt nog lang niet
overal goed gaat. De rol voor de Inspectie blijft daarbij onverminderd belangrijk.
Naast deze papieren versie brengt de Inspectie SZW ook een verkorte webversie van
haar jaarverslag uit (www.inspectieszw.nl).
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher