33 750 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2014

Nr. 94 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 maart 2014

Met deze brief informeer ik u vooruitlopend op de Slotwet en het jaarverslag over de beleidsmatige verplichtingen mutaties na de Najaarsnota (2e suppletoire begroting). Dit is in lijn met de Rijksbegrotingsvoorschriften.

In deze brief worden alleen de verplichtingenmutaties toegelicht die géén verband houden met de uitgavenmutaties bij Slotwet.

Het gaat bij deze verplichtingmutaties om twee soorten mutaties namelijk:

  • Beleidsmatige garantieverplichtingen en roodstandfaciliteit in het kader van schatkistbankieren; en

  • aanpassingen van de verplichtingenraming om aan te sluiten bij de gerealiseerde verplichtingenstand.

Onderstaande tabel geeft de omvang van deze mutaties weer:

Bedragen x € 1.000,–
   

Aparte verplichtingenmutaties slotwet

wv beleidsmatig

wv overige aanpassingen

01

Primair onderwijs

77.669

4.090

73.579

03

Voortgezet onderwijs

320.290

64.604

255.686

04

Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

-9.804

9.750

– 19.554

06

Hoger beroepsonderwijs

14.402

– 1.993

16.395

07

Wetenschappelijk onderwijs

7.257

 

7.257

08

Internationaal beleid

129

 

129

09

Arbeidsmarkt en personeelsbeleid

– 19.184

 

– 19.184

14

Cultuur

– 24.974

 

– 24.974

15

Media

13.914

 

13.914

16

Onderzoek en wetenschapsbeleid

– 24.665

 

– 24.665

25

Emancipatie

– 4.656

 

– 4.656

 

Totaal

350.378

76.451

273.927

NB: niet alle artikelen van de OCW-begroting zijn opgenomen in de deze tabel omdat bij de opgenomen artikelen sprake is van verplichtingen die geen verband houden met de uitgavenmutaties bij Slotwet. De niet opgenomen artikelen (11,12,13,91 en 95) zijn volledig «kas-is-verplichting».

Toelichting

Beleidsmatige verplichtingenmutaties na de Najaarsnota (2e suppletoire begroting)

De beleidsmatige aangegane verplichtingen na Najaarsnota bedragen in totaal € 76,4 miljoen. Het betreft de in het vierde kwartaal 2013 aangegane garantieverplichtingen en de roodstandfaciliteit. Hierbij staat OCW garant voor leningen en de rekening-courant van onderwijsinstellingen bij de schatkist. De garantieverplichtingen worden per kwartaal verwerkt in de begrotingswetten (1e suppletoire begroting, begroting 2014, 2e suppletoire begroting). In de Slotwet 2013 zijn de mutaties van het vierde kwartaal zichtbaar. Deze mutaties konden nog niet in de Najaarsnota 2013 worden opgenomen.

In de tabel hieronder vindt u de verdeling over de sectoren.

Bedragen x € 1.000,–

Garantieleningen en roodstandfaciliteit 4e kw 2013

po

4.090

vo

64.604

mbo

9.750

ho

4.500

ho (correctie kw 2 & 3)

– 6.493

Totaal

76.451

NB: Voor ho is in het 4 kw een correctiemutatie (€ – 6,5 miljoen) voor het tweede en het derde kwartaal 2013 doorgevoerd.

Overige verplichtingenmutaties

De overig verplichtingenmutaties (totaal € 273,9 miljoen) betreffen aanpassingen van de verplichtingenraming om aan te sluiten bij de gerealiseerde verplichtingenstand. Voor de verplichtingen geldt dat deze in de begrotingsadministratie worden bijgehouden met een vaste relatie tot de uitgaven. In de praktijk kan dat tot verschillen leiden tussen de geprognotiseerde begrotingsstand van de verplichtingen en de daadwerkelijke realisatiestand uit de financiële administratie. Bij Slotwet wordt te allen tijde aangesloten bij de daadwerkelijk gerealiseerde verplichtingenstand.

De verschillen ontstaan bijvoorbeeld als in de begroting wordt uitgegaan van een «kas-is-verplichting» relatie voor subsidies of opdrachten. Terwijl in de praktijk ook subsidies of opdrachten worden aangegaan met andere kas-verplichting relatie (1-op-1 vertraagd of meerjarig).

Bij het artikel voor voortgezet onderwijs wordt het verschil verklaard doordat in de begroting is uitgegaan van «kas is verplichting», dit betekent dat de uitgaven voor het jaar 2014 in 2014 worden verplicht. Maar in de praktijk blijkt er een één-op-één-vertraagd relatie te bestaan (de uitgaven voor het jaar 2014 zijn in 2013 verplicht). Dit is voor het jaar 2013 in de Slotwet gecorrigeerd en dat verklaart de verplichtingmutatie van VO zoals genoemd in deze brief. In de voorjaarsnota 2014 wordt deze omissie meerjarig gecorrigeerd.

U krijgt deze brief conform de afspraken met het Ministerie van Financiën met de Algemene Rekenkamer op 3 maart. De definitieve afsluiting van het jaar vindt plaats op 15 maart a.s. Indien voor 15 maart nog correcties in de administratie doorgevoerd moeten worden, zullen we u hier in de Slotwet over informeren.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven