Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 januari 2014
Mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bied ik u hierbij
aan het rapport «Evaluatie van een drietal versnellingsinstrumenten uit de Awb». Dit
evaluatierapport is opgesteld door een onderzoeksteam van de Universiteit Utrecht
en Twynstra Gudde Adviseurs en Managers1.
Doelstelling van het onderzoek was om een drietal versnellingsinstrumenten uit de
Algemene wet bestuursrecht (Awb) te evalueren: de dwangsom bij niet tijdig beslissen,
beroep bij niet tijdig beslissen en de positieve fictieve beschikking bij niet tijdig
beslissen (lex silencio positivo). Deze evaluatie vloeit mede voort uit daartoe strekkende
toezeggingen bij de parlementaire behandeling van de wetgeving die ten grondslag lag
aan de genoemde instrumenten.
De onderzoekers concluderen dat het bestaan van de versnellingsinstrumenten bijdraagt
aan de bewustwording binnen de overheid van het belang van tijdige besluitvorming.
De dwangsom en de lex silencio positivo hebben een (vrij sterke) preventieve werking.
Bij het beroep bij niet tijdig beslissen is de preventieve werking gering, maar dit
instrument is wel effectief in concrete gevallen.
Hoewel de versnellingsinstrumenten in de praktijk niet heel vaak daadwerkelijk blijken
te worden toegepast, menen wij dat de conclusie gerechtvaardigd is dat zij, ook vanwege
de preventieve werking, een nuttige functie vervullen om de tijdigheid van besluitvorming
binnen de overheid te bevorderen.
Met de onderzoekers zijn wij van oordeel dat de verdere verbetering van tijdigheid
van de besluitvorming vooral moet worden gezocht in organisatorische verbeteringen
en een informele aanpak van dreigende termijnoverschrijding door tijdig met de betrokken
burger of het betrokken bedrijf in contact te treden. Wij wijzen erop dat deze informele
aanpak ook centraal staat in het project «Prettig contact met de overheid», dat beoogt
bestuursorganen te stimuleren om door middel van persoonlijk contact onnodige juridisering
tegen te gaan.
Wij onderschrijven de conclusie van de onderzoekers dat de ongewenste neveneffecten
versnellingsinstrumenten niet van dien aard zijn dat zij afschaffing van de instrumenten
rechtvaardigen maar dat deze wel de aandacht verdienen. Bij de lex silencio positivo
betekent dit dat steeds goed de algemene belangen of belangen van derden in het oog
moeten worden gehouden en moet worden bezien of burgers en bedrijven uit de voeten
kunnen met een eventuele fictieve vergunning. Dit zal van geval tot geval moeten worden
bezien.
Wat betreft de dwangsom bij niet tijdig beslissen komt uit het rapport naar voren
dat misbruik van dat instrument op grote schaal voorkomt in het kader van de Wet openbaarheid
van bestuur. Zoals bekend baart dit ook het kabinet zorgen. Hierop zal nader worden
ingegaan in de aan de Tweede Kamer toe te zenden brief over deze problematiek, waarmee
uitvoering wordt gegeven aan de op 3 december 2013 door de Tweede Kamer aangenomen
motie-Fokke/Taverne (Kamerstuk 33 750 VII, nr. 22), ingediend bij de behandeling van de begroting van het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties.
De Minister van Veiligheid en Justitie,
I.W. Opstelten