Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 mei 2019
Eind april zijn er meerdere artikelen verschenen over het onderzoek dat zorgverzekeraar
Zilveren Kruis samen met het Centraal Bureau Drogisterijbedrijven (CBD) uitvoert over
de samenwerking tussen huisarts en drogist. Op verzoek van Kamerlid Kuzu stuur ik
u deze brief (Handelingen II 2018/19, nr. 81, item 19).
Project Proeftuinen zelfzorg
Het project is een proef, op kleine schaal, om de samenwerking tussen huisartsen en
drogisten en apothekers te stimuleren omtrent elf geselecteerde kleine kwalen bij
huisartsen in Tiel en Brummen. Om hiertoe te komen wordt een aantal interventies ingezet
die gebaseerd zijn op bestaande informatie en standaarden zoals thuisarts.nl, apotheek.nl
en de zelfzorgkaarten van het CBD. Een deel van de monitoring van dit onderzoek wordt
gedaan door het NIVEL. Zij kijken binnen de monitoring naar de gevolgen van de interventies
in de huisartsenpraktijk. Dit houdt in dat zij onder andere in kaart brengen wat het
effect is van de interventies op het aantal huisartsbezoeken voor deze elf geselecteerde
kwalen en of de werkwijze wordt gebruikt bij andere kleine kwalen. Daarnaast gaat
het NIVEL beschrijven welke patiënten er in de huisartspraktijk binnenkomen via een
advies van de drogist of apotheek, maar ook bij wie de huisarts het advies tot zelfzorg
geeft. Als onderdeel van het project is ook een klankbordgroep in het leven geroepen
waaraan het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), Patiëntenfederatie Nederland,
het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik en de Consumentenbond deelnemen.
De nadruk van de proef ligt op de samenwerking tussen huisarts en drogist, het gaat
niet om het terugdringen van huisartsenbezoek. Er zullen namelijk ook mensen zijn
die regelmatig bij de drogist komen en moet worden geadviseerd naar de huisarts te
gaan voor hun kwaal. Daarnaast heeft het NHG aangegeven dat huisartsen bij kleine
kwalen, op dit moment, al veel doorverwijzen naar apotheek en drogist voor zelfzorggeneesmiddelen
met de voorwaarde dat altijd goede voorlichting wordt gegeven. Om die reden gaat het
niet om een nieuwe werkwijze, maar om het meten van het effect van een aantal interventies
op deze al bestaande samenwerking.
Tot slot wil ik benadrukken dat het gaat om een proef, waarvan de resultaten nog niet
beschikbaar zijn. Daarnaast is het van belang dat mensen voor hun vragen omtrent kleine
kwalen zowel naar de huisarts als naar de apotheek of drogist kunnen en dit staat
mijn inziens dan ook niet ter discussie.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins