Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 maart 2021
Met onze brief van 10 juli 2019 hebben wij u geïnformeerd over de voortgang van het
validatieonderzoek dat Staatstoezicht op de Mijnen (hierna: SodM) uitvoert op de kwaliteit
van het seismisch meetnetwerk rond het Groningen gasveld (Kamerstuk 33 529, nr. 707). SodM heeft dit onderzoek onlangs afgerond, bijgevoegd sturen wij u de betreffende
eindrapportage van SodM1.
De aanleiding voor het onderzoek was de constatering begin 2019 van afwijkende metingen,
die veroorzaakt bleken te zijn door afwijkende fabrieksinstellingen van een aantal
versnellingsmeters uit het nieuwste deel van het seismische meetnetwerk in Groningen.
Het onderzoek van SodM heeft zich niet beperkt tot deze meters: het gehele seismische
meetnetwerk in Groningen is onderzocht. Naar aanleiding van de adviezen van SodM uit
de tussentijdse rapportage zijn verbeteringen uitgevoerd. In zijn eindrapport stelt
SodM nu dat slechts enkele oudere datasets niet zonder meer gebruikt kunnen worden.
Daarvoor geeft SodM aandachtspunten. Het KNMI informeert de gebruikers hierover. SodM
concludeert in zijn eindrapport dat het overgrote deel van de seismische metingen
die gedaan zijn en die op dit moment gedaan worden correct zijn.
In een interne evaluatie heeft het KNMI ten aanzien van kwaliteitsborging en communicatie
verbeterpunten opgesteld (Kamerstuk 33 529, nr. 708). Deze zijn inmiddels in gang gezet. SodM onderschrijft het belang hiervan. In de
tussentijdse rapportage van het validatieonderzoek heeft SodM daarnaast aanbevolen
de rollen en verantwoordelijkheden in de seismische monitoringsketen te verduidelijken.
Wij hebben deze aanbeveling overgenomen. Het bijgevoegde memo geeft een overzicht
van de rolverdeling in de keten2.
Daarnaast is het effect van de afwijkende metingen op de schadeafhandeling en de versterkingsopgave
door een ambtelijke werkgroep onderzocht. Het eindverslag van deze werkgroep heb ik
op 3 juni 2019 naar uw Kamer gestuurd (Kamerstuk 33 529, nr. 641). Op dat moment was al de conclusie getrokken dat de afwijkende metingen geen effect
hebben gehad op de versterkingsoperatie. De conclusie dat de afwijkende metingen ook
geen effect hebben gehad op de schadeafhandeling is gevalideerd door PriceWaterhouseCoopers
(PWC). Het rapport van PWC is besproken op een nieuwe bijeenkomst van de werkgroep
vorig jaar. Zowel het rapport als verslag van de bijeenkomst van de werkgroep is bijgevoegd3.
De seismische metingen in Groningen moeten correct zijn en inwoners, bestuurders,
de toezichthouder, wetenschappers en andere belanghebbenden moeten hierop kunnen vertrouwen.
Met de eindrapportage is de validatie van het seismisch meetnetwerk in Groningen afgerond.
Verbeteringen zijn gang gezet, werkprocessen zijn geëvalueerd, rollen en verantwoordelijkheden
verduidelijkt en de kwaliteitsborging is aangescherpt. Wij stellen vast dat het meetnetwerk
voldoet aan de eisen die aan een adequaat netwerk gesteld mogen worden en dat de eerder
geconstateerde afwijkende metingen zijn hersteld en geen invloed hebben gehad op de
schadeafhandeling en de versterkingsopgave.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, B. van ‘t Wout
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer