33 529 Gaswinning

Nr. 815 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 november 2020

Vanaf 2021 komt de HRA in publiek beheer en voert TNO de publieke seismische dreiging en risicoanalyse uit. Om inzicht te krijgen in de veiligheidsrisico’s van de gaswinning uit het Groningenveld wordt jaarlijks een seismische dreigings- en risicoanalyse (Engelse vertaling: Hazard and Risk Assessment) uitgevoerd. Deze seismische dreigings- en risicoanalyse betrek ik bij mijn besluitvorming over het winningsniveau en de welke wijze waarop het gas wordt gewonnen (de «operationele strategie»). De uitkomst is daarnaast medebepalend voor de omvang en prioritering van de versterkingsoperatie. Over de bestuurlijke afspraken over de versterking informeer ik u in een separate brief.

In mijn brief op 9 november 20181 (Kamerstuk 34 957, nr. 47) heb ik aangegeven dat ik de dreigings- en risicoanalyse niet meer door NAM maar door een onafhankelijke publieke partij wil laten uitvoeren. Daarmee komt een belangrijk instrument voor de besluitvorming rondom de gaswinning en de versterking volledig in publiek beheer. Op deze manier kan een publieke instelling zonder belangen in de gaswinning in mijn opdracht de dreigings-en risicoanalyse uitvoeren. In de afgelopen jaren heeft TNO een publiek model ontwikkeld. Op 6 november 2020 heeft TNO van mij een bevestiging ontvangen dat zij een vijfjarige opdracht krijgen om de publieke seismische dreigings- en risicoanalyse Groningen (hierna: publieke SDRA Groningen) uit te voeren.

De eerste publieke SDRA Groningen zal begin 2021 door TNO worden uitgevoerd. Ik zal deze analyse gebruiken bij de besluitvorming over de operationele strategie voor het gasjaar 2021–2022. Uit de analyse volgt onder andere de verwachte seismiciteit en bodembeweging. Ook volgt daaruit het aantal, het type en de ruimtelijke verdeling van de gebouwen, die – getoetst aan de Meijdam-norm – als mogelijk onveilig moeten worden beschouwd. Deze uitkomsten zijn medebepalend voor de omvang en prioritering van de versterkingsopgave.Op basis van de NPR wordt een individuele beoordeling gemaakt of, en op welke wijze, gebouwen versterkt moeten worden.

Tevens heb ik TNO de opdracht gegeven de modellen te beheren die voor de publieke SDRA Groningen worden gebruikt. NAM heeft in het verleden de opgedane kennis zorgvuldig geïmplementeerd en gedocumenteerd. Hierdoor wordt voorkomen dat kennis verloren gaat. Op dit moment voert NAM de kwaliteitsverbeteringen waar zij dit jaar onder toezicht van SodM aan heeft gewerkt, nog door in de HRA. Deze verbeteringen moeten dit najaar nog worden voorgelegd aan een onafhankelijk panel van experts en aan SodM. Daarna zal de implementatie door TNO moeten plaatsvinden. Op basis van het advies SodM zal ik in januari besluiten of het in dit licht wenselijk is om zorgvuldigheidshalve ook een HRA door NAM te laten uitvoeren, naast de publieke SDRA Groningen van TNO.

TNO zal haar eigen modelketen inzetten, die zij in de afgelopen jaren onder de vlag van het Kennisprogramma Effecten Mijnbouw (hierna: KEM) heeft ontwikkeld. Bij deze ontwikkeling heeft TNO steeds oog gehad voor het kunnen reproduceren van de uitkomsten van het HRA-model van NAM en tevens de software zo ingericht dat deelmodellen kunnen worden vervangen. Hierdoor kunnen nieuwe wetenschappelijke inzichten eenvoudiger worden geïmplementeerd, ook door andere partijen. TNO maakt software beschikbaar voor onderzoek door universiteiten en kennisinstellingen. Deze transparantie draagt bij aan het vertrouwen in de publieke SDRA Groningen. De modelketen van TNO is de afgelopen jaren op diverse aspecten gevalideerd. De positieve resultaten hiervan bevestigen de hoge kwaliteit van de publieke SDRA Groningen.

Rollen en verantwoordelijkheden

Voor het nemen van het vaststellingsbesluit voor de operationele strategie blijf ik onveranderd verantwoordelijk. Nieuw is dat ik vanaf 2021 ook systeemverantwoordelijk ben voor de uitvoering van de publieke SDRA Groningen. Ik heb een proces ingericht om jaarlijks te komen tot een keuze voor de deelmodellen die worden gebruikt voor de risicoanalyse en tevens voor de verdere ontwikkeling van deze modellen. Het Staatstoezicht op de Mijnen (hierna: SodM) adviseert mij over de bruikbaarheid en kwaliteit van door TNO jaarlijks voorgestelde aanpassingen en modelversies. Ook een internationaal panel van wetenschappers onder het KEM adviseert mij jaarlijks over de doorontwikkeling van modellen. De afstemming en coördinatie m.b.t. de verdere ontwikkeling zal lopen via TNO en het KEM. Hiermee wordt het consequent verbeteren van de modellen voortgezet.

Gebouwendatabase

In een dreigings- en risicoanalyse wordt het risico bepaald door de belastbaarheid van gebouwen te koppelen aan de grondbeweging ten gevolge van aardbevingen waartegen de gebouwen bestand moeten zijn (de dreiging). Hiervoor zijn vanzelfsprekend gegevens over de gebouwen nodig. Deze informatie staat in de gebouwendatabase. Deze database, die nu eigendom is van NAM, komt onder mijn beheer. De database wordt overgenomen voor gebruik ten behoeve van de publieke SDRA Groningen. De gebouwendatabase zal komend jaar worden geactualiseerd op basis van gegevens die zijn verkregen uit publieke bronnen, zoals het kadaster. Ik betrek de regio om inzicht te krijgen in de mogelijkheden voor nadere actualisatie van de gebouwendatabase, waarmee de betrouwbaarheid van de SDRA verder wordt verbeterd. Zoals SodM en KNMI eerder hebben aangegeven, is de kans op een zware aardbeving in Groningen flink afgenomen. De verwachting is dan ook dat toekomstige risicoanalyses geen, of beperkt, nieuwe gebouwen zullen aanwijzen die mogelijk niet aan de veiligheidsnorm voldoen, noch de prioritering van de versterkingsoperatie veranderen. Het aanvullen van de gebouwendatabase met gegevens uit schade- en versterkingsrapporten heeft forse organisatorische en juridische complicaties, waaronder privacy. In afstemming met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heb ik daarom besloten om op dit moment de database niet aan te vullen met gegevens uit schade- en versterkingsrapporten. Daarmee kan dit jaar de seismische dreigings- en risicoanalyse in publiek beheer worden gebracht.

Concluderend

Vanaf het gasjaar 2021–2022 zal TNO de publieke SDRA Groningen uitvoeren. Dit betekent dat een onafhankelijke publieke instelling de analyse uitvoert. Het uitgangspunt bij het in publiek beheer brengen van de dreigings- en risicoanalyse is dat de modelberekeningen zo transparant mogelijk zijn. TNO zal daarom de tussenresultaten en/ of bronmaterialen van de modelketen zoveel mogelijk beschikbaar maken voor overheden, inwoners en voor onderzoek door universiteiten en kennisinstellingen. Dit geeft de mogelijkheid onderzoek te doen naar de gebruikte modellen en aannames en hierover onafhankelijk te publiceren. Mijn wens is dat dit leidt tot een wetenschappelijk gedragen verdere ontwikkeling van de publieke SDRA Groningen.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven