33 435 Seksueel misbruik in de jeugdzorg

Nr. 10 MOTIE VAN HET LID YPMA

Voorgesteld 4 april 2013

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit het rapport van de commissie-Samson blijkt dat de beschermingsconstructie van een kind in een pleeggezin op papier in orde lijkt, maar in de praktijk nogal eens tekortschiet;

constaterende dat in het veld grote onduidelijkheid bestaat over de verantwoordelijkheden van en de rolverdeling tussen pleegzorgmedewerker en (gezins-)voogd;

overwegende dat deze situatie kan maken dat belangrijke informatie niet wordt gedeeld en lastige beslissingen worden uitgesteld;

overwegende dat in het kader van «één gezin, één plan, één regisseur» slechts één hulpverlener verantwoordelijk zou moeten zijn voor een gezin en dat gezinnen vooral binnen alle vormen van jeugdbescherming één aanspreekpunt, oftewel één regisseur, zouden moeten krijgen;

van mening dat het beleggen van de diverse taken bij één functionaris in het belang van het kind is;

verzoekt de regering, om de voor- en tegenargumenten van het samenvoegen van de rollen van pleegzorgmedewerker en (gezins-)voogd op een rij te zetten;

verzoekt de regering tevens, hierover te rapporteren aan de Tweede Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

Ypma

Naar boven