33 434 Interpellatie-Leijten over het oordeel dat de NMa de boetes aan thuiszorgorganisaties moet herzien

Nr. 4 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 november 2012

Tijdens het interpellatiedebat van 11 oktober jongstleden (Handelingen II 2012/13, nr. 12) heeft mijn ambtsvoorganger met uw Kamer gesproken over sanctiebesluiten van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) aan thuiszorgorganisaties en over het feit dat deze besluiten door de rechtbank zijn vernietigd. Tijdens het debat zijn drie moties aan de orde gekomen, welke tijdens het debat zijn ontraden. In reactie hierop hebben de leden Leijten en Agema gevraagd om nadere informatie en zijn de moties aangehouden. Mijn ambtsvoorganger heeft toegezegd uw Kamer feitelijke informatie te verstrekken ten behoeve van de motie van het lid Leijten waarin de regering wordt gevraagd de bemoeienis van de NMa in de zorgsector te stoppen. Ook is toegezegd informatie te verstrekken ten behoeve van de motie van het lid Agema waarin de regering wordt gevraagd boetes die door de NMa aan zorgaanbieders opgelegd worden, terug te laten vloeien in de zorg. Met deze brief worden deze toezeggingen, mede namens de minister van Economische Zaken, gestand gedaan.

Rol van de NMa

In de eerste aangehouden motie die tijdens het interpellatiedebat aan de orde kwam, verzoekt het lid Leijten de regering om de bemoeienis van de NMa in de zorgsector te stoppen. Naar aanleiding van deze motie heeft het lid Leijten mijn ambtsvoorganger gevraagd of er ooit een besluit van de NMa in de zorg is geweest dat «stand heeft gehouden, niet is aangevochten en dat evident een foute concurrentiepositie heeft blootgelegd».

In april van dit jaar zijn de besluiten van de NMa met betrekking tot de thuiszorgorganisaties in Kennemerland (Zorgbalans en Viva) en het Gooi (Vivium en Hilverzorg) door de rechtbank vernietigd. In de bijlage van deze brief vindt u een overzicht van de NMa over andere besluiten die zij heeft genomen in de zorgsector 1). Samenvattend geldt voor deze besluiten het volgende:

Kartelbesluiten

  • Met betrekking tot de sanctiebesluiten van de NMa geldt dat deze bij twee partijen standgehouden heeft. Vier partijen hebben een sanctiebesluit van de NMa niet geaccepteerd en zijn momenteel bezig met een bezwaar- of beroepsprocedure.

Toezeggingsbesluiten

  • Daarnaast heeft de NMa drie toezeggingsbesluiten genomen in de zorgsector, waarbij vijftien partijen betrokken waren. Al deze besluiten hebben standgehouden.

Concentratiezaken

  • De NMa heeft tot nu toe in één zaak geweigerd een vergunning te verlenen. Dit besluit heeft standgehouden.

  • Daarnaast zijn er meerdere concentratiezaken waarin partijen hun vergunningsaanvraag hebben ingetrokken op grond van punten van overweging.

  • Ten slotte heeft de NMa in meerdere zaken voorwaarden verbonden aan haar goedkeuring. Deze besluiten hebben standgehouden.

De bovenstaande informatie brengt mij niet tot een ander standpunt dan tijdens het debat verwoord is. Ik ontraad de motie van het lid Leijten, omdat de aan de NMa toebedeelde toezichtstaken van belang zijn voor de positie van patiënten en cliënten in het zorgstelsel. Gelet op het feit dat in de toekomst meer samenwerking tussen zorgpartners noodzakelijk is zal ik samen met de Minister een notitie voorbereiden over de rol van de NMa, mede in relatie tot de taken van de NZa.

Boetes van de NMa

In de aangehouden motie van het lid Agema, waarin zij de regering verzoekt om boetes die door de NMa aan zorgaanbieders opgelegd worden, terug te laten vloeien in de zorg, heeft zij mijn ambtsvoorganger gevraagd na te gaan hoe hieraan wat gedaan kan worden. Ik voel met het lid Agema mee, omdat hiermee geld verdwijnt uit de zorg, terwijl we met het zorggeld zo zuinig mogelijk omgaan.

In haar toelichting wees ze op de mogelijkheid om bestuurders persoonlijk te beboeten in plaats van de organisatie. In de «Beleidsregels van de Minister van Economische Zaken voor het opleggen van bestuurlijke boetes 2009» (Stc. 2009, 14079) is dit nader uitgewerkt. De NMa kan in beginsel een persoonlijke boete opleggen aan een bestuurder, zonder ook de onderneming of organisatie een sanctie op te leggen. Het hangt van de specifieke omstandigheden van een zaak af of het opportuun is dat te doen. De NMa is hierin onafhankelijk en maakt haar eigen afweging.

Een tweede mogelijkheid binnen de Mededingingswet is dat partijen een toezegging doen aan de NMa tijdens het onderzoek (zie de hierboven genoemde toezeggingsbesluiten). Ook dan worden er geen financiële middelen aan de zorg onttrokken. Het is echter aan de organisaties om hiervoor een verzoek in te dienen bij de NMa. Vervolgens is het aan de NMa om te beoordelen of zij een toezeggingsbesluit in een individueel geval opportuun acht.

Indien de NMa een sanctiebesluit neemt en een boete oplegt, vloeit de geldsom naar de algemene middelen. In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is bepaald dat wanneer bij een bestuurlijke sanctie een geldsom betaald moet worden, deze geldsom toekomt aan het bestuursorgaan dat de sanctie heeft opgelegd, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald. De NMa heeft geen eigen rechtspersoonlijkheid en behoort toe aan de rechtspersoon Staat der Nederlanden, waaraan dan ook de geldsom ten goede komt. Ook voor de nieuwe Autoriteit Consument en Markt, waarin de NMa, de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit en de Consumentenautoriteit opgaan, geldt dit. Deze informatie leidt tot het standpunt dat mijn ambtsvoorganger tijdens het debat verwoord heeft. Gegeven de wettelijk vastgelegde uitgangspunten moet ik de motie van het lid Agema ontraden.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. J. van Rijn

1) Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven