33 417 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Nr. 40 VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN DE STICHTING K.W TE G.2 BETREFFENDE TERUGGAAF VAN BETAALDE OVERDRACHTSBELASTING

Vastgesteld 20 juni 2013

Klacht

Stichting K.W., hierna te noemen verzoeker, beklaagt zich erover dat een beroep op toepassing van de hardheidsclausule inzake teruggaaf van overdrachtsbelasting over de verkrijging van een woningbedrijf is afgewezen.

Naar aanleiding van deze klacht heeft de staatssecretaris van Financiën inlichtingen verstrekt aan de commissie.

Feiten

Verzoeker koopt in december 2008 het woningbedrijf van de gemeente Giessenlanden met een boekwaarde circa € 20 miljoen voor de prijs van € 85 miljoen en draagt € 5.256.314 aan overdachtsbelasting af. Verzoeker maakt geen gebruik van de wetttelijke middelen van bezwaar en beroep, maar vraagt in oktober 2008 wel om kwijtschelding van overdrachtsbelasting door toepassing van de hardheidsclausule ex artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. Dit verzoek alsmede nog 2 hernieuwde verzoeken tot heroverweging worden door de staatssecretaris afgewezen. Ter verdediging wordt aangevoerd dat er van vrijstelling van overdrachtsbelasting geen sprake kan zijn aangezien er op grond van feiten en omstandigheden van kan worden uitgegaan dat commerciële factoren bij de overname een rol hebben gespeeld. Ook het hardheidsclausulebeleid staat in dat geval geen tegemoetkoming toe.

Overwegingen

Verzoeker is van oordeel dat het geen commerciële transactie betrof, wel een zakelijke doch zonder winstoogmerk. Hij meent dat er sprake is van ongelijke behandeling aangezien bij vergelijkbare transascties ook een teruggaaf zou zijn verleend. De staatssecretaris staat op het standpunt dat een verschil van € 65 miljoen tussen boekwaarde en overnameprijs erop wijst dat er commerciële factoren in het geding zijn. In de door verzoeker genoemde voorbeelden zou daarvan geen sprake zijn geweest. Ter adstructie van zijn motivering verwijst de staatssecretaris naar een uitspraak van het Hof Amsterdam in een vergelijkbare zaak uit 2012, waarin de Hoge Raad recentelijk arrest heeft gewezen door een beroep op cassatie ongegrond te verklaren. Hiermee werd de uitspraak van het Hof bekrachtigd.

Oordeel van de commissie3

Het standpunt van de staatssecretaris kan worden gevolgd.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De voorzitter van de commissie, Neppérus

De griffier van de commissie, Roovers


X Noot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

X Noot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

X Noot
3

De commissie bestaat uit de leden: Neppérus (voorzitter) (VVD), Van Raak (SP), Van Toorenburg (CDA), Schouw (D66), Mulder (VVD), Dik-Faber (CU), Jacobi (PvdA), Helder (PVV) en de plaatsvervangend leden Van Oosten (VVD), Van Veldhoven (D66) en Litjens (VVD) en Kuzu (PvdA).

Naar boven