33 400 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2013

Nr. 5 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 oktober 2012

Hierbij zend ik uw Kamer, ter informatie, een bundel rapporten van recent afgerond onderzoek.

Bij deze aanbieding ontvangt u de volgende rapportages *).

  • 1 Naleving van de Wet op de ondernemingsraden, stand van zaken 2011

  • 2 Tussen Wajong en werk. Het vinden van de juiste werkplek

  • 3 Informatie-uitwisseling van de SUWI-keten met andere partijen; programmarapportage informatieprocessen

  • 4 Samen de focus op werk; een landelijk beeld van de samenwerking tussen professionals werk en inkomen en de gezondheidszorg.

  • 5 Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten; inkomenseffecten van de overgang van BU 2008 naar Wtcg 2009 voor chronisch zieken en gehandicapten

  • 6 Monitor Arbeidsmarkt, september 2012

  • 7 Wsw-statistiek 2011, jaarrapport

  • 8 Themarapportage ioniserende straling 2011

  • 9 Arbeidsomstandigheden in de bouw, sectorrapportage 2011

  • 10 Sectorrapportage Aardolie, Chemie, Farmacie, Kunststof en Rubber 2012

  • 11 Verzuimbedrijven

  • 12 Wachtlijsten en wachttijden in de kinderopvang

  • 13 Pedagogische kwaliteit van buitenschoolse opvang in Nederland

In de bijlage bij deze brief treft u, voor elk onderzoek afzonderlijk, een nadere bespreking van het betreffende onderzoek.

Relatie met moties en toezeggingen:

Met het onderzoek «wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten; inkomenseffecten van de overgang van BU 2008 naar Wtcg 2009 voor chronisch zieken en gehandicapten» (nummer 5), wordt uitvoering gegeven aan de motie Meurs (Eerste Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 31 706, I). Hierin werd verzocht om op meer individueel niveau inzicht te verwerven in de inkomensgevolgen van de overgang van de buitengewone uitgavenregeling naar de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten en de aanvullende maatregelen die hierbij zijn genomen.

Tijdens het mondeling vragenuur op 27 maart jl. (Handelingen II, 2011/12, nr.68, item 5 blz. 9–10) heb ik in antwoord op een vraag van de heer Ulenbelt (SP), naar aanleiding van een uitzending van Zembla over misstanden bij verzuimbedrijven, toegezegd de Inspectie SZW een korte verkenning naar verzuimbedrijven te laten doen. Bijgaand treft u deze verkenning (onderzoek nummer 11).

In de brief «Kwaliteitsagenda kinderopvang: op weg naar verbetering van de pedagogische kwaliteit van de kinderopvang» (Tweede Kamer II, 2011–2012, 31 322, nr. 173), is toegezegd de Kamer te informeren over de resultaten van de peiling van de pedagogische kwaliteit van de buitenschoolse opvang. Door zending van het rapport (onderzoek nummer 13) wordt hieraan voldaan.

Monitor Arbeidsmarkt en recente arbeidsmarktontwikkelingen:

In deze brief sta ik stil bij de Monitor Arbeidsmarkt en de recente ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Hiermee voldoe ik tevens aan het verzoek dat mw. Karabulut (SP) heeft gedaan tijdens de regeling van werkzaamheden van 20 september jl. om een reactie te geven op de werkloosheidscijfers.

De Nederlandse economie is in het tweede kwartaal van 2012 met 0,2 procent gegroeid ten opzichte van een kwartaal eerder. Ook in het eerste kwartaal van dit jaar groeide de Nederlandse economie met eenzelfde percentage. Hoewel de economie dus weer een voorzichtige groei laat zien, kan nog niet gesproken worden van economisch herstel.

De lange periode van beperkte economische groei begint zijn weerslag te krijgen op de Nederlandse arbeidsmarkt. Na een periode van gestage daling van de werkloosheid tot de zomer van 2011, is deze trend omgeslagen. In juni 2011 bedroeg het aantal werklozen 5 procent van de beroepsbevolking. Inmiddels – augustus 2012 – is dit opgelopen naar 6,5 procent, wat neerkomt op 514 duizend personen. In de periode sinds juni 2011 is dus sprake van een gemiddelde stijging van de werkloosheid met bijna 9 duizend personen per maand. De jeugdwerkloosheid is in diezelfde periode gestegen van 9,3 procent tot 12,9 procent.

Een nuancering bij het gestegen werkloosheidspercentage van de afgelopen tijd is dat het Nederlandse werkloosheidsniveau in internationaal perspectief nog steeds erg laag is. Het werkloosheidsniveau in Nederland is zelfs ruim twee keer zo laag als gemiddeld in de eurozone. Alleen in Oostenrijk en Luxemburg ligt de werkloosheid lager dan in Nederland. Ook wat betreft de jeugdwerkloosheid scoort Nederland beduidend beter dan andere eurolanden.

De stijging van de werkloosheid komt niet onverwacht. Het Centraal Planbureau (CPB) heeft al eerder een stijging van de werkloosheid voorspeld. In de recent verschenen Macro-economische verkenning (MEV) 2013 voorspelt het CPB dat de werkloosheid in 2012 uitkomt op gemiddeld 6¼ procent. Dit is een stijging van het aantal werklozen ten opzichte van 2011 met 72 duizend personen. Volgens de verwachting van het CPB stijgt de werkloosheid in 2013 verder naar 7 procent. Dit komt overeen met 555 duizend personen. In de periode na 2014 zal de werkloosheid volgens de CPB-ramingen gaan dalen.

De oploop van de werkloosheid in de tweede helft van 2012 en 2013 is zowel het gevolg van een stijging van het arbeidsaanbod als een daling van de werkgelegenheid. Hoewel de groei van het arbeidsaanbod wat afvlakt, blijft het arbeidsaanbod – net als in de tweede helft van 2011 en de eerste helft van 2012 – groeien. Ten opzichte van 2012 groeit in 2013 de beroepsbevolking met 30 duizend personen. De recessie van 2011 en de lage productiegroei in de eerste twee kwartalen van 2012 hebben een vertraagd effect op de werkgelegenheid, waardoor deze in de tweede helft van 2012 en 2013 afneemt.

De vooruitzichten voor de Nederlandse economie en de arbeidsmarkt zijn sterk afhankelijk van de ontwikkelingen op financiële markten en de doorwerking daarvan op de reële economie. Daarom is er de afgelopen periode hard aan gewerkt om de gunstige uitgangspositie van Nederland van voor de kredietcrisis te herstellen door de overheidsfinanciën op orde te brengen, hervormingen door te voeren op financiële markten en ons in Europees verband sterk te maken voor meer groei en stabiliteit.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, P. de Krom

*) Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven