33 400 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) en van de begrotingsstaten van Wonen en Rijksdienst (XVIII) voor het jaar 2013

Nr. 56 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 januari 2013

Hierbij bied ik u een onderzoeksrapport aan met de titel «Nationale wetten versus lokale besluiten, Een spanningsveld voor burgemeesters».1 Dit onderzoek is in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties eind 2012 uitgevoerd door onderzoekers van de Erasmus Universiteit.

Het betrof een beknopt onderzoek dat zich concentreerde op de vraag: Met welke spanningsvelden heeft de Nederlandse burgemeester anno 2012 te maken, als gevolg van zowel ontwikkelingen op lokaal bestuursniveau als in nationaal beleid en hoe beïnvloeden deze spanningsvelden de uitoefening van de burgemeestersfunctie?

Het onderzoek levert geen bevindingen op die direct nopen tot beleidsbeslissingen. Tegelijkertijd zie ik wel de relevantie om op onderdelen nader empirisch onderzoek uit te voeren. Het burgemeestersambt is de afgelopen decennia aan ontwikkeling onderhevig geweest en zal ook de komende tijd met diverse veranderingen te maken krijgen. Het is in dat licht van belang over actueel, empirisch onderzoeksmateriaal te beschikken als basis voor toekomstige beleidsontwikkeling.

Daarom ben ik voornemens in 2013 een breed empirisch onderzoek te laten uitvoeren naar de ontwikkeling van het burgemeestersambt in de afgelopen decennia en de beleving van het ambt door burgemeesters zelf. Daarbij worden belanghebbende partijen betrokken, zoals in ieder geval het Nederlands Genootschap van Burgemeesters en het ministerie van Veiligheid en Justitie. Uw Kamer zal ik te zijner tijd hierover nader informeren.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven