Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 oktober 2012
Conform afspraak uw Kamer op de hoogte te stellen van misbruik van fondsen waarbij
Nederlandse middelen betrokken zijn, informeer ik u hierbij over recente gemelde gevallen
van misbruik door het Global Fund to fight Aids, Tuberculosis and Malaria en door
GAVI.
Global Fund
De Inspecteur Generaal van het Global Fund to fight Aids, Tuberculosis and Malaria
(GFATM) constateert in zijn onderzoeksrapport (juli 2012) dat in Bangladesh een bedrag
van US $ 1,8 miljoen niet verantwoord kan worden. Een van de uitvoerende niet-gouvernementele
organisaties, Padakhep Manabik Unnayan Kendra (PMUK) heeft valsheid in geschrifte
gepleegd en het GFATM heeft de organisatie gesommeerd het bedrag terug te storten.
Het betreft 0,8% van het totale toegekende bedrag aan Bangladesh van US$ 242 miljoen.
Het GFATM heeft een «zero tolerance» beleid als het gaat om fraude en corruptie. De
organisatie heeft een onafhankelijke Inspecteur Generaal (IG) aangesteld om het zorgvuldig
gebruik van fondsen te bewaken. Hij voert diepgaande onderzoeken uit als uit de normale
controlemechanismen, dan wel op basis van meldingen van klokkenluiders, aanwijzingen
voor problemen naar voren komen. Hij geeft prioriteit aan landen waar de corruptierisico’s
als hoog worden beschouwd en landen die grote hoeveelheden fondsen hebben ontvangen.
Vanaf zijn aanstelling heeft de IG onderzoeken geleid in meer dan 30 landen. Op grond
van zijn bevindingen constateert hij dat het verkeerd gebruik van fondsen daalt. In
de zomer 2012 informeerde hij het bestuur dat 3% van de uitgaven van onderzochte fondsen
niet rechtmatig is, bij 0,5% van de uitgaven is sprake van fraude. Eind augustus na
afsluiting van vier additionele onderzoeken meldt de Inspecteur Generaal dat het percentage
onrechtmatige uitgaven van het totaal onderzochte fondsen is gedaald naar 2,5%. Hierbij
constateert hij dat in 0,4% van de gevallen sprake is van fraude.
Ik ben verheugd met deze berichten over de daling in onrechtmatige uitgaven die mede
het gevolg is van de extra inspanningen die ingezet zijn als onderdeel van de hervormingen
van het Global Fund. De Point 7 kiesgroep, waarvan Nederland deel uitmaakt, heeft
tijdens de recente bestuursvergadering, waardering uitgesproken voor de wijze waarop
het Secretariaat invulling geeft aan het «zero tolerance» beleid van misbruik van
gelden.
Nederland blijft de hervormingen van het Global Fund inclusief de ontwikkeling van
de risicomanagement strategie nauwkeurig volgen. Tevens zal Nederland er op aandringen
dat de nog aan te stellen nieuwe Executive Director financieel management en fraudebestrijding
hoog in het vaandel van het Global Fund houdt.
GAVI
In mijn brief van 7 april (kenmerk DSO/GA-127/11) informeerde ik u over het veranderd
transparantiebeleid bij de Global Alliance for Vaccines and Immunisation (GAVI) en
over het onderzoek naar mogelijk misbruik van fondsen in Ivoorkust. Middels deze brief
informeer ik u over de uitkomst van het onderzoek, dat recent is afgerond.
Het onderzoek is met vertraging van start gegaan vanwege de politieke onrust in Ivoorkust,
die volgde op de algemene verkiezingen van december 2010. Het onderzoek is gezamenlijk
uitgevoerd door de nationale Algemene Inspecteur van Financiën en door GAVI’s Transparency
and Accountability Team. Het betreft fondsen die in het kader van het versterken van
gezondheidssystemen (zgn. cash-based programmes) aan het ministerie van gezondheid zijn overgemaakt in 2009 en 2010.
Het onderzoek heeft bevestigd dat er van het totale bedrag van US$ 1 790 000 een bedrag
van US$ 469 200 is misbruikt. Dit misbruikte bedrag bestaat uit 70% frauduleuze uitgaven,
18% ongerechtvaardigde uitgaven en 12% mist onderbouwende documentatie. Het onderzoeksrapport
staat op de website van GAVI.
De overheid van Ivoorkust heeft de resultaten van het onderzoek geaccepteerd en heeft
in een schriftelijke reactie toegezegd de misbruikte fondsen te zullen terugbetalen
en de schuldigen te vervolgen.
Evenals GFATM heeft GAVI een zeer strikt controle- en verantwoordingsbeleid en stelt
alles in het werk om de risico’s tot misbruik tot een minimum te beperken door een
rigoureuze opvolging van fondsen.
Beide organisaties hebben een strikt transparantiebeleid, opereren bewezen efficiënt,
bereiken goede concrete en meetbare resultaten en worden door Nederland als betrouwbare
partners beschouwd.
De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H. P. M. Knapen