33 400 B Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2013

33 400 C Vaststelling van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2013

Nr. 14 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 april 2013

Op 26 maart jl. heeft uw Kamer de motie Schouw aangenomen (Kamerstuk 33 400 B/33 400 C, nr. 13), waarmee de regering wordt verzocht onderzoek te laten doen door een onafhankelijke partij, bijvoorbeeld het CPB en/of het SCP, naar de financiële risico’s en uitvoeringsrisico’s van de decentralisaties, en in dit onderzoek aandacht te besteden aan de mogelijkheden deze risico’s te ondervangen en bij de uitvoering te adresseren, onder de voorwaarde dat dit onderzoek niet tot vertraging van het decentralisatieproces leidt. De heer Schouw meldde na stemming dat hij binnen twee weken van het kabinet een brief wil ontvangen over de vraag hoe het de motie zal uitvoeren, of de VNG daarbij betrokken is en hoeveel tijd het kabinet daarvoor denkt te nemen.

Met dit schrijven meld ik u dat ik voor de uitwerking van de beantwoording van de motie enige tijd langer nodig denk te hebben dan de twee weken die de heer Schouw het kabinet gegeven heeft.

Ik verwacht u voor eind april het antwoord op de motie te kunnen toesturen.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven