33 400 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2013

Nr. 23 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 december 2012

Naar aanleiding van de vragen tijdens de procedurevergadering van de vaste commissie van Infrastructuur en Milieu van 5 december 2012, bericht ik u, mede namens de Staatssecretaris, als volgt.

Het spijt ons dat wij de gevraagde helderheid in de knip niet hebben gegeven. Voor alle projecten 2014 en verder geldt dat zij, voor wat betreft de definitieve besluitvorming, «on hold» staan totdat wij ons heroverwegingsproces hebben doorlopen zoals in de brief van 4 december beschreven.

Voor het overleg op 12 december zou uw Kamer het Mirt projectenboek kunnen behandelen, aangezien dit een onderdeel is van de begroting voor IenM betreffende het jaar 2013. Dit betreft dan de projecten die in de realisatiefase zitten in het jaar 2013 (rode blokken MIRT projectenboek). Het staat uw Kamer natuurlijk ook vrij om de verkenningen en planuitwerkingen te bediscussiëren maar dat met in achtneming van het voorbehoud van de heroverweging.

Tevens heeft uw commissie gevraagd om aan te geven in hoeverre ik de brieven betreffende de Nieuwe Westelijke Oeververbinding in de periode januari 2012 tot en met april 2012 (dossier 32 598) aan uw Kamer wil handhaven. Ik wil graag al deze brieven handhaven ten behoeve van een verdere behandeling.

In het verlengde daarvan bericht ik u alle brieven die aan uw Kamer zijn gestuurd over het onderdeel «Goederenroutering Oost Nederland» van het Programma Hoogfrequente Spoorvervoer (PHS) door de Staatssecretaris van het ministerie van Infrastructuur en Milieu te willen handhaven.

De minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven