33 296 Mogelijke beïnvloeding van sportwedstrijden (matchfixing)

Nr. 7 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 mei 2013

In antwoord op uw brief van 16 mei 2013 deel ik u mede namens mijn ambtgenoot van Volksgezondheid, Welzijn en Sport mee dat de schriftelijke vragen van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

1. Zijn er nieuwe feiten die aanleiding hebben gegeven tot het doen van een justitieel vooronderzoek?

2. Waren de eerder signalen van Voetbal International, Brandpunt en andere media niet voldoende om een onderzoek in te stellen?

3. Waar richt dit onderzoek zich op?

4. Waarom is de Kamer hierover niet geïnformeerd?

5. Waarom is kostbare tijd verloren gegaan door het justitieel onderzoek pas nu te starten, en niet reeds in juni 2012 naar aanleiding van de Bochum-tape waarvan de PvdA-fractie de informatie deelde met het OM in Amsterdam?

Om eventuele fraude in de betaald-voetbalbranche aan te pakken, is het strafrecht alleen niet het juiste middel. Daarom wordt vanuit een brede benadering, met de aangewezen instanties, gekeken naar het fenomeen.

Deze benadering van fraude in de voetbalbranche bestaat onder meer uit het onderzoeken of er signalen van matchfixing zijn in Nederland.

Het voorbereidend onderzoek dat nu loopt is gestart op basis van diverse nieuwe signalen van uiteenlopende herkomst. Dit voorbereidend onderzoek kan bij voldoende aanknopingspunten leiden tot strafrechtelijk onderzoek. Over welke signalen nu onderwerp van voorbereidend onderzoek zijn of over hun aard doe ik in het kader van het opsporingsbelang geen mededelingen.

Alle signalen die zijn gegeven, ook eerdere, worden serieus door het OM en de politie bekeken. De enkele melding «deze wedstrijd is gefixt» is onvoldoende om een onderzoek te starten. Het is niet gebruikelijk om informatie aan de Kamer te verstrekken over het starten of de inhoud van voorbereidende onderzoeken.

De suggestie die in vragen 2, 4 en 5 ligt besloten, als zou er niets zijn gebeurd, werp ik verre van me.

6. Wat is uw reactie op het boek «voetbalmaffia in de lage landen» van Tom Knipping en Iwan van Duren dat op vrijdag 17 mei a.s. verschijnt?

Het is altijd goed als de journalistiek aandacht heeft voor specifieke vormen van criminaliteit die moeilijk zichtbaar worden. U kunt erop rekenen dat er uit de opsporingspraktijk met belangstelling naar de publicatie wordt gekeken.

7. Bent u van mening dat de Nederlandse wetgeving afdoende is voor het bestrijden van matchfixing?

Het OM heeft aangegeven dat strafrechtelijke bepalingen op het gebied van omkoping, bedreiging, afpersing, witwassen, criminele organisaties – afhankelijk van de casus – voldoende zijn om in mogelijke gevallen van matchfixing te kunnen vervolgen. Het wetenschappelijk onderzoek naar aard en omvang zal tevens een uitspraak doen over de adequaatheid van beschikbare bepalingen.

8. Kunt u een overzicht geven van de instanties waarmee de afgelopen periode is gesproken als het gaat om matchfixing in Nederland en Europa?

Er wordt gesproken met een groot aantal organisaties over matchfixing in Nederland en Europa. Allereerst is een stakeholdersoverleg opgezet waarbij NOC*NSF, KNVB, Kansspelautoriteit, politie, Openbaar Ministerie en Europol deelnemen. Met deze organisaties wordt periodiek overlegd. Er is gesproken met nationale sportbonden. Ook hebben gesprekken plaatsgevonden met aanbieders van sportweddenschappen, zoals de Lotto en met kansspelautoriteiten uit verschillende Europese landen. Verder neemt Nederland deel aan internationale overleggen in EU-verband en Raad van Europa, waarbij zowel binnen als buiten de vergaderingen wordt gesproken met verschillende lidstaten maar ook met andere betrokken internationale organisaties uit de sport, kansspelsector en de opsporingsinstanties. Ook is gesproken met de Franse en Noorse politie over concrete zaken en aanpak van matchfixing.

9. Kunt u aangeven of er reeds een anoniem meldnummer matchfixing is opgezet?

In het onderzoek dat thans wordt uitgevoerd door de Vrije Universiteit, de Universiteit van Tilburg en Ernst en Young, is bij aanvang van de aanbesteding aangeboden dat de onderzoekers gebruik kunnen maken van Meld Misdaad Anoniem (M). Nu het onderzoek is gestart, is de anonieme meldlijn M per 1 april 2013 specifiek opengesteld om matchfixingszaken te melden. M biedt bellers met informatie over matchfixing de mogelijkheid om dit anoniem te melden via 0800–7000. Daarnaast is al geruime tijd een tiplijn matchfixing bij de KNVB voor personen die melding willen maken van matchfixing.

10. Kunt u aangeven of betaaldvoetbalorganisaties voldoende zijn geïnformeerd over het gevaar van matchfixing?

Ik heb van de KNVB begrepen dat de KNVB voorlichting geeft aan clubs in de Eredivisie en Jupiler League over de risico’s van matchfixing. Hiermee is in het najaar van 2010 een start gemaakt met een eerste bijeenkomst voor de clubs. Verder heeft de KNVB in december 2012 gezamenlijk met FIFA en Interpol een bijeenkomst georganiseerd om de clubs verder te informeren over matchfixing. Hierbij zijn diverse zaken aan de orde gekomen, zoals de werking van de internationale kansspelwereld, risico’s en signalen op matchfixing, regelgeving (gokverbod/ meldplicht) en wat een club zelf kan doen om matchfixing te bestrijden. Ook informeert de KNVB de clubs schriftelijk over actuele zaken en ontwikkelingen op het gebied van matchfixing.

Naar boven