Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 maart 2024
In verband met de benoeming van een substituut-ombudsman kan de vaste commissie voor
Binnenlandse Zaken het volgende meedelen.
De benoemingsprocedure van een substituut-ombudsman wordt in artikel 9 van de Wet
Nationale ombudsman geregeld. De Tweede Kamer benoemt op verzoek van de Nationale
ombudsman één of meer personen als substituut-ombudsman. De benoeming van een substituut-ombudsman
geschiedt voor de duur van de ambtstermijn van de Nationale ombudsman op wiens verzoek
diegene is benoemd, vermeerderd met een jaar.
Ingevolge artikel 9, eerste lid van de Wet Nationale ombudsman heeft de Nationale
ombudsman, de heer mr. R.F.B. (Reinier) van Zutphen, bij brief d.d. 16 februari 2024
de Kamer een aanbeveling gedaan van drie kandidaten, in alfabetische volgorde gerangschikt,
die geschikt zijn om de functie van substituut-ombudsman te bekleden. Genoemde brief
is in handen gesteld van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken.
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft in haar vergaderingen van 9 februari
2024 en 8 maart 2024 besloten een Benoemingscommissie uit haar midden samen te stellen
bestaande uit de leden Deen (PVV), Chakor (GroenLinks-PvdA), Meulenkamp (VVD), Palmen
(NSC) en Keijzer (BBB).
De Benoemingscommissie heeft, in navolging van een gesprek met de Nationale ombudsman
over de door hem toegezonden aanbevelingslijst, op donderdag 14 maart 2024 met de
op de aanbevelingslijst vermelde personen een gesprek gevoerd. Op basis van deze gesprekken
heeft de Benoemingscommissie een voordracht kunnen opstellen.
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken is in haar vergadering van donderdag 21 maart
2024 door de Benoemingscommissie vertrouwelijk geïnformeerd over de onderhavige voordracht.
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft vervolgens besloten de volgende voordracht
vast te stellen:1
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft een voorkeur uitgesproken voor de
eerste kandidaat op de voordracht, te weten mevrouw Molenaar, en stellen derhalve
voor haar te benoemen tot substituut-ombudsman.
Twee kandidaten hebben, nadat deze zijn geïnformeerd over de door de vaste commissie
voor Binnenlandse Zaken vastgestelde voordracht, besloten de sollicitatie in te trekken.
Naar aanleiding daarvan is de voordracht in die zin aangepast dat de namen van betrokkenen
zijn verwijderd, maar is de voordracht verder ongewijzigd gebleven. De vaste commissie
voor Binnenlandse Zaken heeft met deze handelwijze ingestemd indien een kandidaat
zich, na het akkoord van de commissie, zou terugtrekken.
Op grond hiervan moge ik u namens de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken verzoeken
deze voordracht aan de Kamer ter goedkeuring voor te leggen.
De fungerend voorzitter van de commissie, Peter de Groot
De griffier van de commissie, Honsbeek